23 JUNI 2019. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 322, § 3, eerste lid van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992

VERSLAG AAN DE KONING

Sire,

Onderhavig besluit heeft tot doel artikel 322, derde paragraaf, eerste lid van het Wetboek van Inkomstenbelasting 1992 uit te voeren, zoals laatstelijk gewijzigd bij wet van 8 juli 2018 houdende organisatie van een centraal aanspreekpunt van rekeningen en financiële contracten en tot uitbreiding van de toegang tot het centraal bestand van berichten van beslag, delegatie, overdracht, collectieve schuldenregeling en protest (hierna de "CAP-wet"). Dit artikel machtigt de Koning om de modaliteiten en de periodiciteit vast te stellen van de mededeling door bank-, wissel-, krediet- en spaarinstellingen aan het centraal aanspreekpunt van rekeningen en financiële contracten dat door de Nationale Bank ven België wordt gehouden (hierna: het "CAP") van de gegevens m.b.t. de identiteit van hun cliënten, de nummers van hun bankrekeningen en de eventuele volmachtdragers van die rekeningen, alsook de aard van de met hen gesloten contracten.

Deze wettelijke bepaling voegt er echter een voorwaarde aan toe: "Deze verplichting geldt enkel voor zover de mededeling van dezelfde gegevens niet is opgelegd door de voornoemde wet van 8 juli 2018". Hieruit vloeit voort dat de gegevensmededeling bedoeld in artikel 322, derde paragraaf, eerste lid van het Wetboek van Inkomstenbelasting 1992 een aanvullend en dus ondergeschikt karakter heeft t.o.v. de door de CAP-wet bedoelde gegevens.

Rekening houdend met deze samenhang is het dan ook logisch dat de modaliteiten en de periodiciteit van de mededeling van de aanvullende gegevens die krachtens artikel 322, derde paragraaf, eerste lid van het Wetboek van Inkomstenbelasting 1992 moeten worden bezorgd identiek zouden zijn aan die van de gegevens welke krachtens de CAP-wet moeten worden bezorgd. Dit is het voorwerp van de twee eerste artikels uit dit besluit.

Artikel 3 bepaalt dat het voorliggende besluit in werking treedt op 1 januari 2020, tegelijk dus met het koninklijk besluit van 7 april 2019 betreffende de werking van het CAP (hierna: het "nieuwe CAP-KB"). Aangezien de modaliteiten en de periodiciteit van de gegevensmededeling aan het CAP krachtens artikel 322, derde paragraaf, eerste lid van het Wetboek van Inkomstenbelasting 1992 thans bepaald worden door een koninklijk besluit van 17 juli 2013 (hierna: "het oude CAP-KB"), dient dit laatste besluit te worden opgeheven. Omwille van het geleidelijke karakter van de omvorming van de statische databank van het huidige CAP tot een dynamische en permanent geactualiseerde databank in het kader van het nieuwe CAP moet deze opheffing echter gradueel verlopen. Immers,

- artikel 5, eerste lid, van het oude CAP-KB zal enkel vanaf 1 april 2020 kunnen worden opgeheven. Het is immers noodzakelijk dat de bank-, wissel-, krediet- en spaarinstellingen de gegevens m.b.t. het jaar 2019 aan het CAP zouden mededelen vooraleer de Nationale Bank van België de verschillende jaarlijkse datareeksen van het oude CAP in een unieke databank met het oog op het nieuwe CAP zou consolideren. De bank-, wissel-, krediet- en spaarinstellingen hebben tot 31 maart 2020 de tijd om hun gegevens m.b.t. 2019 mee te delen, krachtens artikel 5, eerste lid van het oude CAP-KB. Dit artikel mag dus slechts worden opgeheven op de eerste dag volgens op deze vervaldatum, m.n. op 1 april 2020;

- artikel 20 van het oude CAP-KB, dat om de financiering van het oude CAP gaat, kan enkel worden opgeheven wanneer het nieuwe CAP in productie gaat. Tot dan heeft enkel de Federale Overheidsdienst Financiën materieel toegang tot het oude CAP. Het is dan ook logisch en billijk dat hij de enige financier van dit oude CAP zou zijn. Het financiële regime van toepassing op het nieuwe CAP, zoals bepaald door de artikelen 21 t/m 23 van het nieuwe CAP-KB, wordt immers gekenmerkt door een deling van de ontwikkelings- en werkingskosten van het nieuwe CAP tussen alle gebruikers ervan in verhouding tot het aantal van hun raadplegingen. Dit nieuwe financiële regime kan dus enkel in werking treden wanneer ze gebruik kunnen maken van het nieuwe CAP, dus wanneer dit laatste in productie is, in principe vanaf 30 juni 2020.

De Raad van State, in zijn advies nr. 65.652/2 van 9 april 2019, acht het in dit verband weinig gelukkig vanuit het standpunt van de rechtszekerheid om een regelgevende tekst in voege te laten...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT