23 FEBRUARI 2018. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010, houdende een beperking van het op ondernemings- of vestigingsniveau verschuldigde bedrag van de door financieringssteun voor hernieuwbare energie ontstane kosten voor elektro-intensieve ondernemingen

DE VLAAMSE REGERING,

Gelet op het Energiedecreet van 8 mei 2009, artikel 7.1.10, § 3/1, ingevoegd bij het decreet van 27 november 2015 en gewijzigd bij het decreet van 22 december 2017;

Gelet op het decreet van 8 juli 2011 houdende regeling van de begroting, de boekhouding, de toekenning van subsidies en de controle op de aanwending ervan, en de controle door het Rekenhof, artikel 57;

Gelet op het decreet van 16 maart 2012 betreffende het economisch ondersteuningsbeleid, artikel 38, derde lid, vervangen bij het decreet van 20 maart 2015;

Gelet op het Energiebesluit van 19 november 2010;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 13 december 2017;

Gelet op advies nr. 62.797/3 van de Raad van State, gegeven op 8 februari 2018, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat de verenigbaarheidscriteria die voor staatssteunmaatregelen ten behoeve van milieubescherming en energie gelden, zijn toegelicht in de mededeling van de Commissie `Richtsnoeren staatssteun ten behoeve van milieubescherming en energie 2014-2020', gepubliceerd in het Publicatieblad van 28 juni 2014;

Overwegende dat de Vlaamse Regering op 4 april 2014 de energiebeleidsovereenkomsten voor de verankering van en voor blijvende energie-efficiëntie in de Vlaamse energie-intensieve industrie definitief goedkeurde voor de periode 2015-2022;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Begroting, Financiën en Energie;

Na beraadslaging,

Besluit :

Artikel 1. In artikel 1.1.1, § 2 van het Energiebesluit van 19 november 2010, laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2017, wordt een punt 103° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt:

"103° /1 verificatiebureau: de onafhankelijke en neutrale organisatie opgericht bij artikel 4 van de Energiebeleidsovereenkomst voor de verankering van en voor blijvende energie-efficiëntie in de Vlaamse energie-intensieve industrie;".

Art. 2. Aan titel VI van hetzelfde besluit, wordt een hoofdstuk VI toegevoegd, dat luidt als volgt:

"Hoofdstuk VI. Beperking van het op ondernemings- of vestigingsniveau verschuldigde bedrag van de door financieringssteun voor hernieuwbare energie ontstane kosten voor elektro-intensieve ondernemingen

Afdeling I. - Algemene bepalingen

Artikel 6.6.1. § 1. Als voldaan wordt aan de voorwaarden vermeld in dit hoofdstuk wordt het bedrag van de door financieringssteun voor hernieuwbare energie ontstane kosten dat door een elektro-intensieve onderneming op ondernemingsniveau of vestigingsniveau verschuldigd is, beperkt tot 4 % van de bruto toegevoegde waarde van de elektro-intensieve onderneming.

Een onderneming komt hiervoor in aanmerking indien ze behoort tot een van de in deel 1 van bijlage IV/1 vermelde sectoren.

§ 2. Als voldaan wordt aan de voorwaarden vermeld in dit hoofdstuk wordt het bedrag van de door financieringssteun voor hernieuwbare energie ontstane kosten dat door een elektro-intensieve onderneming op ondernemingsniveau of vestigingsniveau verschuldigd is, beperkt tot 0,5 % van de bruto toegevoegde waarde van een elektro-intensieve onderneming die behoort tot een van de in bijlage IV/1 vermelde sectoren en bijkomend zij een elektriciteitsintensiteit heeft van ten minste 20 %.

§ 3. De beperkingen, vermeld in paragraaf 1 en paragraaf 2, gelden zonder onderscheid voor alle ondernemingen en vestigingseenheden die in aanmerking komen, op voorwaarde dat voldaan wordt aan de voorwaarden en de procedures, vermeld in artikel 6.6.2, en voor zover er aan één van de volgende voorwaarden is voldaan:

  1. de onderneming of vestigingseenheid is toegetreden tot de Energiebeleidsovereenkomst voor de verankering van en voor blijvende energie-efficiëntie in de Vlaamse energie-intensieve industrie;

  2. de onderneming of de vestigingseenheid beschikt over een energieplan, als vermeld in titel VI, hoofdstuk V;

  3. de onderneming heeft ten op zicht van de situatie in het jaar voorafgaand aan de aanvraag geen afbreuk gedaan aan de in de onderneming of vestiging van toepassing zijnde maatregelen inzake energie-efficiëntie.

    In afwijking van het eerste lid wordt de beperking niet toegekend aan een onderneming die op de indieningsdatum van de steunaanvraag achterstallige schulden heeft bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid of die een procedure op basis van Europees of nationaal recht heeft lopen waarbij toegekende steun onrechtmatig werd verklaard door een beslissing van de Europese Commissie en via de rechtbank wordt teruggevorderd.

    § 4. Voor de berekening van de elektriciteitsintensiteit van de onderneming of vestigingseenheid wordt gebruikgemaakt van efficiëntiebenchmarks voor standaard elektriciteitsverbruik voor de industrie, als die beschikbaar zijn.

    De elektriciteitsintensiteit van een onderneming of vestigingseenheid wordt bepaald door de elektriciteitskosten van de onderneming of vestigingseenheid te delen door het rekenkundige gemiddelde over de drie meest recente jaren waarvoor gegevens van de bruto toegevoegde waarde van de onderneming of vestigingseenheid beschikbaar zijn.

    De elektriciteitskosten van een onderneming of vestigingseenheid worden bepaald door het elektriciteitsverbruik van de onderneming of vestigingseenheid te vermenigvuldigen met de aangenomen elektriciteitsprijs.

    Voor de berekening van het elektriciteitsverbruik van de onderneming of vestigingseenheid wordt gebruikgemaakt van efficiëntiebenchmarks inzake elektriciteitsverbruik voor de industrie, voor zover beschikbaar. Zijn deze niet beschikbaar, dan wordt gebruikgemaakt van het rekenkundige gemiddelde over de drie meest recente jaren waarvoor gegevens beschikbaar zijn.

    Onder de "aangenomen elektriciteitsprijs" wordt de gemiddelde detailhandelsprijs voor elektriciteit verstaan die in het Vlaamse Gewest wordt gehanteerd voor ondernemingen of vestigingseenheden met een vergelijkbaar niveau van elektriciteitsverbruik in het recentste jaar waarvoor gegevens beschikbaar zijn. De aangenomen elektriciteitsprijs omvat de volledige kosten van financiële steun voor elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen die, zonder de kortingen, aan de onderneming of vestigingseenheid zouden zijn doorberekend. Het Vlaams Energieagentschap maakt de officieel te hanteren "aangenomen elektriciteitsprijs" bekend op zijn website.

    § 5. Onder "bruto toegevoegde waarde voor de onderneming" wordt de bruto toegevoegde waarde tegen factorkosten verstaan. Dit is de bruto toegevoegde waarde tegen marktprijzen, minus indirecte belastingen plus subsidies.

    De toegevoegde waarde tegen factorkosten kan als volgt worden berekend: omzet plus geactiveerde productie, plus andere bedrijfsinkomsten, plus of minus veranderingen in voorraden, minus aankopen van goederen en diensten, die geen personeelskosten omvatten, minus andere heffingen op producten die aan de omzet zijn gekoppeld maar niet aftrekbaar zijn, minus productiegebonden rechten en heffingen. Als alternatief kan zij worden berekend als de som van het bruto exploitatieoverschot en de personeelskosten. Inkomsten en uitgaven die in de boekhouding van de onderneming als financieel of buitengewoon zijn ingedeeld, blijven voor de toegevoegde waarde buiten beschouwing. Het resultaat van de berekening van de toegevoegde waarde tegen factorkosten is een bruto-cijfer, aangezien met waarde-aanpassingen geen rekening wordt gehouden.

    § 6. Voor het bepalen van de hoogte van de bijdrage, vermeld in paragraaf 1 en 2, moet worden...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT