23 DECEMBER 2020. - Besluit van de Regering tot beperking van de negatieve gevolgen van de coronacrisis voor de kinderopvang (III)

De Regering van de Duitstalige Gemeenschap,

Gelet op het decreet van 31 maart 2014 betreffende de kinderopvang, artikel 12, tweede lid;

Gelet op het besluit van de Regering nr. 4 van 30 april 2020 tot invoering van een subsidiegarantie en een liquiditeitsverhoging voor subsidieontvangers ter uitvoering van artikel 5.1 van het crisisdecreet 2020 van 6 april 2020, artikel 1, § 4;

Gelet op het besluit van de Regering van 22 mei 2014 betreffende de kinderopvangdiensten en andere vormen van kinderopvang;

Gelet op het besluit van de Regering van 22 mei 2014 betreffende de zelfstandige onthaalouders;

Gelet op het besluit van de Regering van 9 april 2020 tot beperking van de negatieve gevolgen van de coronacrisis voor de kinderopvang;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 16 december 2020;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister-President, bevoegd voor Begroting, d.d. 17 december 2020;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de dringende noodzakelijkheid wordt gerechtvaardigd door het feit dat er momenteel onmiddellijk ingegrepen moet worden om zo snel mogelijk paal en perk te stellen aan de financiële gevolgen die voor de kinderopvangstructuren en zelfstandige (mede-)onthaalouders ontstaan door de federale dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus (COVID-19) in te dijken en door het sterk stijgende aantal kinderen en gezinnen die in quarantaine moeten blijven; dat deze maatregelen tot een aanzienlijke daling van de aanwezigheid van kinderen leiden, met als gevolg dat de opvangstructuren inkomsten uit kostenbijdragen verliezen of minder subsidies ontvangen, wat een aanzienlijke financiële impact kan hebben op het voortbestaan van deze structuren; dat dit besluit dus zo snel mogelijk moet worden aangenomen;

Op de voordracht van de minister die bevoegd is voor de kinderopvang;

Na beraadslaging,

Besluit :

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1. - Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

  1. coronamaatregelen: de dringende maatregelen die de federale overheid heeft genomen om de verspreiding van het coronavirus (COVID-19) te beperken;

  2. departement: het departement van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap dat bevoegd is voor Gezin;

  3. Minister: de minister die bevoegd is voor de kinderopvang.

    HOOFDSTUK 2. - Compensatie voor inkomensverlies

    Art. 2. - § 1 - Ongeacht alle andersluidende bepalingen van het besluit van de Regering van 22 mei 2014 betreffende de kinderopvangdiensten en andere vormen van kinderopvang ontvangen de diensten voor onthaalouders die overeenkomstig datzelfde besluit erkend zijn, een compensatie voor inkomensverlies die bestemd is voor de onthaalouders die bij de dienst aangesloten zijn.

    De compensatie voor inkomensverlies bedraagt voor elke aangesloten onthaalouder hoogstens 17,50 euro per dag per kind per afwezigheidsdag op een gereserveerde opvangdag die minstens vijf uur duurt. De onthaalouders ontvangen :

    - 60 % van dat bedrag voor opvangdagen die minder dan vijf uur en minstens drie uur duren;

    - 40 % van dat bedrag voor opvangdagen die minder dan drie uur duren.

    De compensatie voor inkomensverlies bepaald in het tweede lid wordt niet betaald aan aangesloten onthaalouders die hun activiteit vrijwillig of op basis van een door een arts uitgereikt ziekteattest stopzetten, behalve als het gaat om een periode van opgelegde quarantaine.

    § 2 - Om de in § 1 bepaalde compensatie te ontvangen, houden de diensten voor onthaalouders alle onthaalouders...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT