23 DECEMBER 2016. - Ministerieel besluit houdende de programmatie van de centra voor algemeen welzijnswerk

DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN,

Gelet op het decreet van 8 mei 2009 betreffende het algemeen welzijnswerk, artikel 17, § 2, eerste lid, gewijzigd bij het decreet van 25 mei 2012, en artikel 17, § 4;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 21 juni 2013 betreffende het algemeen welzijnswerk, artikel 28;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 27 oktober 2016;

Gelet op advies 60.495/1 van de Raad van State, gegeven op 20 december 2016, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973,

Besluit :

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1. Dit besluit is niet van toepassing op de programmatie van de centra voor algemeen welzijnswerk voor de hulpverlening aan seksuele delinquenten en de crisisjeugdhulpverlening.

Art. 2. § 1. De programmatie van de centra voor algemeen welzijnswerk omvat een algemene en een thematische programmatie.

§ 2. De algemene programmatie wordt berekend op het niveau van de provincie.

Het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad wordt voor de toepassing van het eerste lid gelijkgesteld met een provincie.

§ 3. De thematische programmatie wordt berekend op het niveau van het werkgebied van een centrum voor algemeen welzijnswerk.

§ 4. Bij de berekening van de indicatoren voor de welzijnsvraag, vermeld in artikel 4, § 2, en artikel 10, § 2, voor het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad:

  1. wordt voor het bepalen van het aantal inwoners van dat gebied 30% van het totale aantal inwoners van dat gebied in aanmerking genomen;

  2. wordt, in afwijking van artikel 4, § 2, tweede, derde en vierde lid, en artikel 10, § 2, eerste lid, voor het bepalen van het gewicht van de gemeenten van dat gebied, automatisch het maximale gewicht toegepast.

    HOOFDSTUK 2. - Algemene programmatie van de centra voor algemeen welzijnswerk

    Art. 3. § 1. De algemene programmatie van de centra voor algemeen welzijnswerk heeft tot doel een evenwichtig gespreid aanbod aan hulp- en dienstverlening over de verschillende provincies te bepalen op basis van objectieve indicatoren. Daarbij wordt gebruikgemaakt van de volgende indicatoren:

  3. een indicator welzijnsvraag die een beeld geeft van de spreiding van het aantal inwoners, gewogen naar kwetsbaarheid, berekend conform artikel 4;

  4. een indicator welzijnsaanbod die een beeld geeft van de spreiding van het aantal erkende voltijdsequivalenten, berekend conform artikel 5.

    § 2. De algemene programmatie van de centra voor algemeen welzijnswerk bepaalt bij toekomstige uitbreidingen van het aantal erkende voltijdsequivalenten de verdeling van die equivalenten over de provincies.

    De algemene programmatie geldt niet bij uitbreidingen van het aantal voltijdsequivalenten in het kader van de hulpverlening, vermeld in artikel 1.

    Art. 4. § 1. De indicator welzijnsvraag wordt voor 90% bepaald door het aandeel van het gewogen aantal inwoners van twaalf jaar of ouder in de provincie, berekend conform paragraaf 2, en voor 10% door het aandeel van de dagpopulatie beklaagden en veroordeelden in de gevangenissen, berekend conform paragraaf 3.

    § 2. Het aandeel van het gewogen aantal inwoners wordt berekend door het gewogen aantal inwoners van twaalf jaar of ouder van de gemeenten in de provincie te delen door het gewogen aantal inwoners van twaalf jaar of ouder van de gemeenten in het Nederlandse taalgebied en het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad.

    Het gewicht van een gemeente wordt bepaald op basis van de volgende acht indicatoren, die worden omschreven in bijlage 1, die bij dit besluit is gevoegd.

  5. het aantal inwoners met voorkeursregeling in de ziekteverzekering ten opzichte van het totale aantal inwoners;

  6. het aantal alleenstaande ouders ten opzichte van het totale aantal huishoudens met kinderen onder de 25 jaar;

  7. het aantal inwoners met recht op een tegemoetkoming hulp aan bejaarden ten opzichte van het totale aantal inwoners van 65 jaar of ouder;

  8. de kansarmoede-index van Kind en Gezin;

  9. het aantal laaggeschoolde langdurig werkzoekenden ten opzichte van het totale aantal niet-werkende werkzoekenden;

  10. het aantal inwoners van buitenlandse niet-EU-herkomst ten opzichte van het totale aantal inwoners;

  11. het aantal kredietnemers met minstens één uitstaand achterstallig contract ten opzichte van het totale aantal inwoners van achttien jaar of ouder;

  12. het aantal geplaatste en ingeschakelde budgetmeters ten opzichte van het aantal huishoudelijke elektriciteitsafnemers die aangesloten zijn op het distributienet.

    Gemeenten die voor een indicator een score halen boven het 75e percentiel, krijgen een risicoscore 1 op de betreffende indicator. De andere gemeenten krijgen een risicoscore 0 op de betreffende indicator.

    Het gewicht van een gemeente wordt als volgt bepaald op basis van de som van de risicoscores voor alle indicatoren:

  13. gemeenten met een score van 0 tot en met 2 krijgen als gewicht 1,00;

  14. gemeenten met een score van 3 tot en met 5 krijgen als gewicht 1,25;

  15. gemeenten met een score van 6 tot en met 8 krijgen als gewicht 1,50.

    Het aantal inwoners van twaalf jaar of ouder van de gemeente, vermenigvuldigd met het gewicht van de gemeente, vormt het gewogen aantal inwoners van twaalf jaar of ouder van de gemeente.

    § 3. Het aandeel van de dagpopulatie beklaagden en veroordeelden in de gevangenissen wordt berekend door de som van de dagpopulatie beklaagden en veroordeelden in de gevangenissen in de provincie te delen door de som van de dagpopulatie beklaagden en veroordeelden in de gevangenissen in het Nederlandse taalgebied en het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad.

    Voor gevangenissen die minder dan vijf jaar in gebruik zijn genomen, wordt de gemiddelde capaciteit in plaats van de dagpopulatie gebruikt.

    Voor het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad wordt 15% van de dagpopulatie beklaagden en veroordeelden in de gevangenissen in dat gebied in aanmerking genomen.

    De dagpopulatie en gemiddelde capaciteit, vermeld in het eerste en tweede lid, worden bepaald op basis van de cijfers, omschreven in bijlage 2, die bij dit besluit is gevoegd.

    § 4. De secretaris-generaal van het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin maakt in het eerste kwartaal van het tweede en het laatste jaar van de legislatuur een lijst bekend met het gewogen aantal inwoners van twaalf jaar of ouder per gemeente, berekend conform paragraaf 2, en de dagpopulatie beklaagden en veroordeelden per gevangenis, berekend conform paragraaf 3, waarbij wordt gebruikgemaakt van de meest recente cijferreeksen waarover het voormelde departement beschikt.

    Art. 5. De indicator welzijnsaanbod wordt bepaald door het aantal erkende voltijdsequivalenten van de centra voor algemeen welzijnswerk in de provincie te delen door het totale aantal erkende voltijdsequivalenten van de centra voor algemeen welzijnswerk in het Nederlandse taalgebied en het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad. Daarbij wordt geen rekening gehouden met het aantal erkende voltijdsequivalenten die actief zijn binnen de hulpverlening, vermeld in artikel 1.

    De indicator welzijnsaanbod wordt uitgedrukt als een percentage dat weergeeft welk aandeel het welzijnsaanbod in een provincie vertegenwoordigt in het welzijnsaanbod in het Nederlandse taalgebied en het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad.

    Art. 6. Het programmatieverschil wordt bepaald door het verschil tussen de indicatoren welzijnsaanbod en welzijnsvraag. In een provincie is sprake van een programmatie-evenwicht als het programmatieverschil tussen - 0,5% en + 0,5% ligt.

    Voor elke erkende voltijdsequivalent uitbreiding in de centra voor algemeen welzijnswerk wordt berekend in welke provincies er geen programmatie-evenwicht is. Als niet in alle provincies een evenwicht gerealiseerd is, worden de volgende toewijzingsregels gehanteerd:

  16. provincies met een negatief programmatieverschil hoger dan - 0,5% krijgen prioriteit. De provincie met het hoogste...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT