23 APRIL 2018. - Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 65 van het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, artikel 27, derde lid, vervangen bij de wet van 5 juni 1970;

Gelet op het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Federale Pensioendienst, gegeven op 29 januari 2018;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 26 januari 2018;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 9 februari 2018;

Gelet op het advies nr. 63.144/1 van de Raad van State, gegeven op 6 april 2018, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Pensioenen,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. In artikel 65, § 1, van het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 23 oktober 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  1. in het tweede lid worden de woorden "artikel 4, 2°, van het koninklijk besluit van 6 december 1955 betreffende het verblijf in België van zekere bevoorrechte vreemdelingen" vervangen door de woorden "artikel 3, 3° van het koninklijk besluit van 30 oktober 1991 betreffende de documenten voor het verblijf in België van bepaalde vreemdelingen";

  2. het derde en het vierde lid worden vervangen als volgt :

De verplichting om in België te verblijven is evenmin vereist vanwege de volgende personen of hun langstlevende echtgenoot :

1° de personen als bedoeld in Titel II, Hoofdstuk VIII van de voormelde wet van 15 december 1980;

2° de onderdanen van een derde land die zijn toegelaten met het oog op werk of mogen werken, als bedoeld in artikel 3, lid 1, onder b) en c), van de Richtlijn 2011/98/EU van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 betreffende één enkele aanvraagprocedure voor een gecombineerde vergunning voor onderdanen van derde landen om te verblijven en te werken op het grondgebied van een lidstaat, alsmede inzake een gemeenschappelijk pakket rechten voor werknemers uit derde landen die legaal in een lidstaat verblijven;

3° de onderdanen van een derde land die...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT