22 MAART 2024. - Decreet tot wijziging van het decreet van 8 mei 2002 houdende evenredige participatie op de arbeidsmarkt en het decreet van 10 juli 2008 houdende een kader voor het Vlaamse gelijkekansen- en gelijkebehandelingsbeleid (1)

Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt:

Decreet tot wijziging van het decreet van 8 mei 2002 houdende evenredige participatie op de arbeidsmarkt en het decreet van 10 juli 2008 houdende een kader voor het Vlaamse gelijkekansen- en gelijkebehandelingsbeleid

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling

Artikel 1. Dit decreet regelt een gemeenschaps- en gewestaangelegenheid.

HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het decreet van 8 mei 2002 houdende evenredige participatie op de arbeidsmarkt

Art. 2. In het decreet van 8 mei 2002 houdende evenredige participatie op de arbeidsmarkt wordt in hoofdstuk III, gewijzigd bij de decreten van 9 maart 2007 en 28 oktober 2022, een artikel 7/1 ingevoegd, dat luidt als volgt:

"Art. 7/1. § 1. In dit artikel wordt verstaan onder Vlaamse administratie: de entiteiten, vermeld in artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 december 2004 houdende maatregelen ter bevordering en ondersteuning van het gelijkekansen- en diversiteitsbeleid in de Vlaamse administratie.

§ 2. Voor de verwerking van persoonsgegevens van de Vlaamse administratie conform dit decreet op een gestructureerde en systematische wijze, treden de entiteiten op als verwerkingsverantwoordelijken als vermeld in artikel 4, 7), van de verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming). De doeleinden voor de verwerking van persoonsgegevens door de verwerkingsverantwoordelijken betreffen de opdrachten, vermeld in artikel 5 en 7, wat betreft de Vlaamse administratie.

De verwerking van de persoonsgegevens is beperkt tot wat noodzakelijk is om het doel, vermeld in het eerste lid, te bereiken.

§ 3. De verwerkingsverantwoordelijken kunnen conform de bepalingen van dit decreet de volgende categorieën van persoonsgegevens verwerken:

  1. identificatiegegevens;

  2. contactgegevens;

  3. het rijksregisternummer met het doel om op een unieke wijze natuurlijke personen te identificeren;

  4. gegevens over de huidige betrekking;

  5. gegevens over persoonlijke bijzonderheden;

  6. de gegevens, vermeld in artikel 2, 8° en 9° ;

  7. financiële gegevens;

  8. gegevens betreffende de gezondheid.

    De Vlaamse Regering kan de categorieën van persoonsgegevens, vermeld in het eerste lid, nader omschrijven.

    § 4. De verwerkingsverantwoordelijken kunnen conform de bepalingen van dit decreet de persoonsgegevens van de Vlaamse administratie van de volgende categorieën van personen verwerken:

  9. personeelsleden;

  10. stagiairs;

  11. sollicitanten;

  12. personeelsleden die uitgestroomd zijn.

    De Vlaamse Regering kan de categorieën van personen, vermeld in het eerste lid, nader omschrijven.

    § 5. De gegevens die verwerkt worden conform dit decreet kunnen uitgewisseld worden met de organisaties die de Vlaamse Regering daarvoor machtigt, als dat noodzakelijk is in het kader van hun wettelijke opdracht of ter uitvoering van dit decreet.

    § 6. De personen die toegang kunnen krijgen tot de persoonsgegevens zijn:

  13. de personen die hiertoe aangesteld zijn door de Vlaamse administratie en de verwerkingsverantwoordelijken;

  14. de personen die hiertoe aangesteld zijn door de organisaties, gemachtigd conform paragraaf 5.

    § 7. De verwerkingsverantwoordelijken nemen de gepaste technische en organisatorische beveiligingsmaatregelen conform voormelde verordening.

    § 8. De verwerkingsverantwoordelijken en de organisaties, vermeld in paragraaf 5, bewaren de voormelde categorieën van persoonsgegevens in ieder geval conform de bewaartermijnen in het kader van de oorspronkelijke verzamelingsdoeleinden. De persoonsgegevens die verkregen zijn in het kader van de doeleinden, bepaald in dit decreet, worden niet langer bewaard dan noodzakelijk is voor het doeleinde van de gegevensverwerking. De maximale bewaartermijn zal niet langer dan tien jaar zijn nadat het personeelslid is uitgestroomd, na de stage van de stagiair of de sollicitatieprocedure van de sollicitant bij de Vlaamse administratie, tenzij bepaalde toepasselijke regelgeving een langere maximale bewaartermijn vooropstelt.".

    Art. 3. In artikel 12 van het decreet van 8 mei 2002 houdende evenredige participatie op de arbeidsmarkt, gewijzigd bij de decreten van 30 april 2019 en 19 maart 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  15. in paragraaf 1 wordt de zinsnede ", overeenkomstig de vigerende procedures, een met redenen omklede klacht" vervangen door de woorden "een melding heeft gedaan of een klacht";

  16. in paragraaf 1 wordt tussen de woorden "vreemd zijn aan die" en de woorden "klacht of", de zinsnede "melding, aan die" ingevoegd;

  17. aan paragraaf 1 wordt de zinsnede ", of aan de inhoud ervan" toegevoegd;

  18. paragraaf 2 wordt vervangen door wat volgt:

    " § 2. Om de bescherming, vermeld in paragraaf 1, te genieten moet de persoon op wie de vermeende inbreuk betrekking heeft aantonen dat er een melding werd gedaan, een klacht werd ingediend of een rechtsvordering werd ingesteld omwille van een inbreuk op dit decreet. Dit bewijs kan met elk rechtsmiddel geleverd worden.

    Wanneer de werkgever, binnen twaalf maanden nadat deze kennis had van de melding of de klacht of nadat deze redelijkerwijs kennis kon hebben van de melding of klacht, de persoon op wie de vermeende inbreuk betrekking heeft, ontslaat of de arbeidsvoorwaarden eenzijdig wijzigt, valt de bewijslast dat de nadelige maatregel geen verband houdt met de melding of de klacht, of met de inhoud ervan, ten laste van de werkgever. Deze bewijslast valt eveneens ten laste van de werkgever in geval van ontslag of eenzijdige wijziging van de arbeidsvoorwaarden nadat de rechtsvordering werd ingesteld, en dit tot drie maanden na de dag waarop de rechterlijke beslissing in kracht van gewijsde is getreden.

    Wanneer de persoon op wie de vermeende inbreuk betrekking heeft een melding doet, een klacht indient of een rechtsvordering instelt of wanneer een persoon als vermeld in paragraaf 6 de handelingen, vermeld in paragraaf 6, stelt, kan die daarvan een schriftelijk en gedateerd bewijs vragen bij de instantie, rechtspersoon, vereniging of organisatie waar de melding wordt gedaan, de klacht wordt ingediend of de rechtsvordering wordt ingesteld.

    Dit schriftelijke bewijs, verstrekt door de instantie, rechtspersoon, vereniging of organisatie, vermeld in het derde lid, bevat de identiteit van de persoon, de ondernomen acties, de datum van de actie en de datum waarop het bewijs werd gevraagd.";

  19. in paragraaf 4 en 5, eerste lid, wordt het woord "vergoeding" vervangen door het woord "schadevergoeding";

  20. aan paragraaf 4 en 5 wordt telkens een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt:

    "De schadevergoeding, bedoeld in deze paragraaf, kan gecumuleerd worden met de schadevergoedingen wegens discriminatie, voorzien in artikel 28, § 2, van het decreet van 10 juli 2008 houdende een kader voor het Vlaamse gelijkekansen- en gelijkebehandelingsbeleid.".

    Art. 4. In hoofdstuk IV, van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 19 maart 2021, wordt een artikel 17bis ingevoegd, dat luidt als volgt:

    "Art. 17bis. Elk vonnis of arrest dat door de hoven en rechtbanken wordt gewezen op grond van dit decreet wordt binnen acht dagen te rekenen vanaf de uitspraak ter kennis gebracht aan het Vlaams Mensenrechteninstituut, vermeld in het decreet van 28 oktober 2022 tot oprichting van een Vlaams Mensenrechteninstituut, door de griffier van het betrokken rechtscollege.

    Bovendien licht de griffier van het hof of de rechtbank waar een beroep, verzet of derdenverzet, is ingesteld tegen een rechterlijke beslissing als vermeld in het eerste lid onverwijld het voormelde Vlaams Mensenrechteninstituut in.".

    HOOFDSTUK 3. - Wijziging van het decreet van 10 juli 2008

    houdende een kader voor het Vlaamse gelijkekansen- en gelijkebehandelingsbeleid

    Art. 5. In artikel 3 van het decreet van 10 juli 2008 houdende een kader voor het Vlaamse gelijkekansen- en gelijkebehandelingsbeleid, gewijzigd bij het decreet van 28 maart 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  21. in het eerste lid, inleidende zin, wordt tussen de woorden "Europese richtlijnen" en het woord "omgezet" het woord "gedeeltelijk" ingevoegd;

  22. aan het eerste lid worden een punt 6° tot en met 11° toegevoegd, die luiden als volgt:

    "6° richtlijn 2010/41/EU van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2010 betreffende de toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van zelfstandig werkzame mannen en vrouwen en tot intrekking van Richtlijn 86/613/EEG van de Raad;

  23. richtlijn 2011/98/EU van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 betreffende één enkele aanvraagprocedure voor een gecombineerde vergunning voor onderdanen van derde landen om te verblijven en te werken op het grondgebied van een lidstaat, alsmede inzake een gemeenschappelijk pakket rechten voor werknemers uit derde landen die legaal in een lidstaat verblijven;

  24. richtlijn 2014/54/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende maatregelen om de uitoefening van de in de context van het vrije verkeer van werknemers aan werknemers verleende rechten te vergemakkelijken;

  25. richtlijn (EU) 2016/801 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van derdelanders met het oog op onderzoek, studie, stages, vrijwilligerswerk, scholierenuitwisseling, educatieve projecten of au-pairactiviteiten;

  26. richtlijn (EU) 2019/1158 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende het evenwicht tussen werk en privéleven voor ouders en mantelzorgers en tot intrekking van Richtlijn 2010/18/EU van de Raad;

  27. richtlijn (EU) 2023/970 van het Europees Parlement en de Raad van 10 mei 2023 ter versterking van de toepassing van het beginsel van gelijke beloning van mannen en vrouwen voor gelijke of gelijkwaardige...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT