22 JUNI 2017. - Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van het decreet van 2 februari 2017 betreffende de steun voor tewerkstelling ten behoeve van de doelgroepen

De Waalse Regering,

Gelet op de programmawet (I) van 24 december 2002, artikel 339, vervangen bij het decreet van 2 februari 2017;

Gelet op het decreet van 2 februari 2017 betreffende de steun voor tewerkstelling ten behoeve van de doelgroepen, de artikelen 1, tweede lid, 5, deerde lid, 6, eerste en vierde lid, 8, tweede, derde en vierde lid, 11, eerste lid, 3°, 12, derde lid, 18 en 32;

Gelet op het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering;

Gelet op het koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 (I), artikel 6;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 14 december 2016;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 15 december 2016;

Gelet op het advies nr. A 1326 van de "Conseil économique et social de la Région wallonne" (Sociaal-economische raad van het Waalse Gewest), gegeven op 23 januari 2017;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van de "Office wallon de la formation professionnelle et de l'Emploi" (Waalse dienst voor beroepsopleiding en arbeidsbemiddeling), gegeven op 6 februari 2017;

Gelet op het evaluatierapport van 12 december 2016 over de weerslag van het project op de respectievelijke toestand van vrouwen en mannen, opgesteld overeenkomstig artikel 3, 2°, van het decreet van 11 april 2014 houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen;

Gelet op het advies nr. 61.429/4 van de Raad van State, gegeven op 29 mei 2017 overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Tewerkstelling;

Na beraadslaging,

Besluit :

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

  1. het decreet van 2 februari 2017: het decreet van 2 februari 2017 betreffende de steun voor tewerkstelling ten behoeve van de doelgroepen;

  2. de Minister: De Minister bevoegd voor Tewerkstelling.

    Art. 2. Voor de toepassing van dit besluit worden de volgende periodes gelijkgesteld met de periode van werkloosheid voor de berekening van de duur ervan in de zin van artikel 1, tweede lid, 5°, van het decreet van 2 februari 2017:

  3. de periode tijdens dewelke een arbeidsovereenkomst, een statutaire relatie of een activiteit van zelfstandige als hoofdactiviteit wordt uitgeoefend, voor zover de totale duur ervan, ononderbroken of onderbroken, niet meer dan eenendertig dagen bedraagt;

  4. de periode tijdens dewelke de inschrijving van de werkzoekende wordt doorgehaald voor het hervatten van studies of voor de objectivering;

  5. de periode tijdens dewelke de inschrijving van de werkzoekende wordt doorgehaald voor de betaling van een uitkering met toepassing van de wettelijke of reglementaire bepalingen inzake de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering;

  6. de periode tijdens dewelke de persoon werd ingeschreven als werkzoekende bij de overheden van een ander Gewest, de Duitstalige Gemeenschap of een andere lidstaat van de Europese Unie en tijdens dewelke ze niet werkt;

  7. de periode tijdens dewelke de werkzoekende in aanmerking komt voor de maatschappelijke integratie overeenkomstig de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie of de financiële maatschappelijke hulp voor de personen van buitenlandse herkomst, ingeschreven in het vreemdelingenregister, die wegens hun nationaliteit geen aanspraak kunnen maken op het recht op maatschappelijke integratie.

    Art. 3. De bedragen van de maandelijkse afbetalingen van de werkuitkering bedoeld in artikel 3 van het decreet van 2 februari 2017 zijn de volgende:

  8. 500 euro van de eerste tot de vierentwintigste maand;

  9. 250 euro van de vierentwintigste tot de dertigste maand;

  10. 125 euro van de éénendertigste tot de zesendertigste maand.

    Art. 4. De bedragen van de maandelijkse afbetalingen van de werkuitkering bedoeld in artikel 4 van het decreet van 2 februari 2017 zijn de volgende:

  11. 500 euro van de eerste tot de twaalfde maand;

  12. 250 euro van de dertiende tot de achttiende maand;

  13. 125 euro van de negentiende tot de vierentwintigste maand.

    Art. 5. § 1er. Het dossier van aanvraag voor de activering van de werkuitkering, bedoeld in artikel 133, § 1, 10°, van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, wordt ingediend door de werkzoekende overeenkomstig de bepalingen genomen krachtens artikel 138, eerste lid, 4°, van het voornoemde koninklijk besluit.

    Het volledig dossier bedoeld in het eerste lid wordt in ontvangst genomen door de RVA binnen de twee maanden die volgen op de maand waarin de tewerkstelling is begonnen. Bij gebrek, wordt de aanvraag laat overgemaakt.

    Het dossier wordt geacht volledig te zijn als hij het formulier van persoonlijke...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT