22 JULI 2018. - Koninklijk besluit betreffende de basisopleiding van de personeelsleden van het kader van beveiligingsagenten van politie en van het kader van beveiligingsassistenten van politie en tot vaststelling van de inwerkingtreding van de artikelen 1, 9 tot 13, 15 tot 24, 33 tot 38 en 41 tot 49 van de wet van 12 november 2017 betreffende de beveiligingsassistenten en -agenten van politie en tot wijziging van sommige bepalingen met betrekking tot de politie

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, artikel 121, vervangen bij de wet van 26 april 2002;

Gelet op de wet van 12 november 2017 betreffende de beveiligingsassistenten en -agenten van politie en tot wijziging van sommige bepalingen met betrekking tot de politie, de artikelen 2, § 1, 6, eerste lid, 7 en 56;

Gelet op het advies van de Inspecteur-generaal van Financiën, gegeven op 16 januari 2018;

Gelet op het advies van de Raad van burgemeesters, gegeven op 14 februari 2018;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, d.d. 1 maart 2018;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister belast met Ambtenarenzaken, d.d. 9 maart 2018;

Gelet op het protocol van onderhandeling nr. 421/6 van het onderhandelingscomité voor de politiediensten, gesloten op 13 maart 2018;

Gelet op de adviesaanvraag binnen 30 dagen, die op 30 april 2018 bij de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn;

Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Binnenlandse Zaken en van de Minister van Justitie,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

HOOFDSTUK I. - Definities en toepassingsgebied

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit en van zijn uitvoeringsbesluiten wordt verstaan onder:

  1. "aspirant": aspirant-beveiligingsagent van politie en aspirant-beveiligingsassistent van politie;

  2. "opleidingsmodule": onderdeel van de basisopleiding dat opleidingsactiviteiten omvat, waarvan een examen wordt afgenomen en dat uit een geheel van competenties, operationele doelstellingen en leerinhouden bestaat;

  3. "modulecoördinator": verantwoordelijke voor de afstemming van de leerinhouden en voor het onderwijzend personeel binnen een opleidingsmodule, aangewezen door de directeur van de politieschool of de door hem aangewezen persoon;

  4. "geïntegreerde proef": proef die de overeenstemming met het op het einde van de basisopleiding vereiste competentieprofiel, evalueert;

  5. "werkplekleren": complementaire leeractiviteit verbonden aan bepaalde modules van de basisopleiding, waarbij de competenties aangeleerd op de politieschool en hun praktische inoefening op de werkplek elkaar voortdurend aanvullen. Dit zijn activiteiten die gericht zijn op het aanleren en toepassen van algemene en beroepsgerichte competenties in een arbeidssituatie die een leeromgeving is. De focus ligt in dit raam op de leerkansen in het werkveld;

  6. "begeleider": personeelslid van de plaats van het werkplekleren dat wordt aangewezen door de verantwoordelijke van die plaats om de aspirant inhoudelijk te begeleiden tijdens het werkplekleren;

  7. "onderwijzend personeel": iedere docent, praktijkmonitor of opleider bedoeld in artikel IV.II.1, 3°, 4° en 5°, RPPol;

  8. "omkaderingspersoneel": personeel binnen de politieschool verantwoordelijk voor administratieve en/of pedagogische taken;

  9. "opleidingscyclus": door de politieschool bepaalde duurtijd van éénzelfde opleiding gaande van de eerste tot de laatste dag van de opleiding;

  10. "lesuur": een periode van 50 minuten;

  11. "directeur-generaal": de directeur-generaal van de algemene directie van het middelenbeheer en de informatie, bedoeld in artikel 93, § 1, 2°, van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;

  12. "de minister": de minister van Binnenlandse Zaken;

  13. "de politieschool": de door de federale overheid ingerichte politieschool bedoeld in artikel 142bis, § 1, 1°, van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;

  14. "directeur van de politieschool": de persoon die de eindverantwoordelijkheid draagt voor de organisatie en de kwaliteit van de politieopleiding, inclusief de organisatie van de examens en het werkplekleren alsook de pedagogische omkadering van de aspiranten en de docenten.

    Art. 2. Dit besluit is van toepassing op de personeelsleden van het kader van beveiligingsagenten van politie en van het kader van beveiligingsassistenten van politie.

    HOOFDSTUK II. - Algemene bepalingen

    ...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT