22 JULI 2018. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 september 2017, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, tot wijziging en coördinatie van de statuten van het fonds voor bestaanszekerheid (1)

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie;

Op de voordracht van de Minister van Werk,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 27 september 2017, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, tot wijziging en coördinatie van de statuten van het fonds voor bestaanszekerheid.

Art. 2. De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 22 juli 2018.

FILIP

Van Koningswege :

De Minister van Werk,

K. PEETERS

_______

Nota

(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :

Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage

Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie

Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 september 2017

Wijziging en coördinatie van de statuten van het fonds voor bestaanszekerheid (Overeenkomst geregistreerd op 24 november 2017 onder het nummer 142862/CO/149.01)

In uitvoering van artikelen 6 en 19 van het nationaal akkoord 2017-2018 van 27 juni 2017.

Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie.

Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "arbeiders" verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werklieden.

Art. 2. Het fonds volgt op in rechten en plichten en neemt het actief en het passief over van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de sector der elektriciens", opgericht bij de beslissing van 26 juni en 23 oktober 1968, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, tot oprichting van een "Fonds voor bestaanszekerheid voor de sector der elektriciens" en tot vaststelling van de statuten van dit fonds, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 maart 1969 (Belgisch Staatsblad van 3 april 1969).

Art. 3. De statuten van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de sector der elektriciens" zijn bijgevoegd.

Art. 4. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2017 en is gesloten voor onbepaalde duur.

Zij kan door één van de partijen worden opgezegd mits een opzegging van zes maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie.

Art. 5. Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 oktober 2015 betreffende het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de sector der elektriciens", geregistreerd op 5 januari 2016 onder het nummer 131077/CO/149.01, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 15 juli 2016 (Belgisch Staatsblad van 7 september 2016) en gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 september 2016, geregistreerd op 21 oktober 2016 onder het nummer 135598/CO/149.01 (Belgisch Staatsblad van 10 november 2016), en de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 oktober 2016, geregistreerd op 5 december 2016 onder het nummer 136294/CO/149.01 (Belgisch Staatsblad van 19 december 2016).

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 juli 2018.

De Minister van Werk,

K. PEETERS

Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 september 2017, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, tot wijziging en coördinatie van de statuten van het fonds voor bestaanszekerheid

Statuten

HOOFDSTUK I. - Benaming, zetel, doel, duur

Artikel 1. Benaming

Er wordt een fonds voor bestaanszekerheid opgericht, genaamd "Fonds voor bestaanszekerheid voor de sector der elektriciens", verder het "fonds" genoemd.

Art. 2. Zetel

De maatschappelijke zetel en het secretariaat van het fonds zijn gevestigd te 1120 Brussel, Marlylaan 15.

De maatschappelijke zetel en het secretariaat kunnen bij beslissing van het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie verplaatst worden naar elke andere plaats in België.

Art. 3.Opdrachten

Het fonds heeft als opdrachten :

3.1. de toekenning en de uitkering van bepaalde aanvullende sociale voordelen;

3.2. de inning en de invordering van de bijdragen ten laste van de bij artikel 5 bedoelde werkgevers;

3.3. de financiering van de syndicale vorming en de patronale vorming;

3.4. de inning en de invordering van de bijdrage van de in artikel 5 bedoelde werkgevers en de toekenning en de uitkering van een eindejaarspremie;

3.5. de werking van de vzw Vormelek te bevorderen, te ondersteunen en te financieren, onder meer via de inning van een bijdrage voor risicogroepen enerzijds en van een bijdrage voor permanente vorming en sectorpromotie anderzijds;

3.6. de werking van de vzw Tecnolec te bevorderen, te ondersteunen en te financieren, onder meer via de inning van een bijdrage voor technologische dienst- en adviesverlening;

3.7. het ten laste nemen van bijzondere bijdragen;

3.8. de inning van de bijdrage voorzien voor de financiering en inrichting van het sectoraal pensioenstelsel;

3.9. de bestrijding van de sociale fraude in de sector, in uitvoering van wettelijke, reglementaire of conventionele bepalingen die aan het fonds worden opgedragen;

3.10. de sector elektriciens te promoten en te valoriseren.

Art. 4. Duur

Het fonds wordt voor onbepaalde duur opgericht.

HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied

Art. 5. Deze statuten zijn van toepassing op de werkgevers en arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie.

Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "arbeiders" verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werklieden.

Deze statuten zijn evenwel niet van toepassing op de ondernemingen die aangesloten zijn bij de "Federatie van de elektriciteit en de elektronica" (FEE) voor wat betreft de toekenning en uitkering van een eindejaarspremie (cf. artikel 3.4.).

Deze organisatie bezorgt ieder jaar en dit tegen uiterlijk 1 maart, zijn ledenlijsten aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.

HOOFDSTUK III. - Rechthebbenden en modaliteiten van toekenning en uitkering

Art. 6. Inning en invordering van de bijdragen

Het fonds is gelast de inning en de invordering van de bijdragen ten laste van de in artikel 5 bedoelde werkgevers te regelen en te verzekeren.

Art. 7. Aanvullende werkloosheidsuitkeringen bij tijdelijke werkloosheid

§ 1. Vanaf 1 juli 2017 wordt het bedrag van de aanvullende werkloosheidsuitkering tijdelijke werkloosheid met 1,54 pct. geïndexeerd en vastgesteld op :

- 11,17 EUR per werkloosheidsuitkering betaald in toepassing van de reglementering op de werkloosheidsverzekering (naar rata van 6 vergoedingen per week);

- 5,59 EUR per halve werkloosheidsuitkering betaald in toepassing van de reglementering op de werkloosheidsverzekering (naar rata van 6 vergoedingen per week).

§ 2. De aanvullende vergoedingen bij tijdelijke werkloosheid omwille van economische redenen (artikel 51 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten) worden beperkt tot maximum 150 dagen (6 dagen/week) per kalenderjaar, waarvan de eerste 60 dagen betaald worden door het fonds voor bestaanszekerheid.

De werkgever betaalt vanaf de 61ste dag tot de 150ste dag, en dit telkens bij de loonafrekening van de maand volgend op de werkloosheidsmaand waarop de vergoedingen betrekking hebben.

§ 3. De aanvullende vergoedingen bij tijdelijke werkloosheid omwille van overmacht, technische stoornis, sluiting van de onderneming wegens jaarlijks verlof, slecht weer (artikel 26, 1°, 28, 1°, 49 en 50 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten) onbeperkt in duur en worden voor de ganse periode betaald door het fonds voor bestaanszekerheid.

§ 4. De arbeiders hebben recht op bovenvermelde aanvullende vergoedingen bij tijdelijke werkloosheid op voorwaarde dat zij van de werkloosheidsuitkeringen genieten in toepassing van de reglementering op de werkloosheidsverzekering.

§ 5. De aanvullende vergoeding bij tijdelijke werkloosheid dient te worden betaald bij jeugdvakantie en bij seniorvakantie.

Art. 8. Aanvullende werkloosheidsvergoeding bij volledige werkloosheid

§ 1. De bij artikel 5 bedoelde arbeiders hebben, ten laste van het fonds, voor elke hele of halve werkloosheidsuitkering recht op de bij artikel 8, § 2 voorziene uitkeringen, met een maximum van respectievelijk 120 dagen en 200 dagen per werkloosheidsperiode, al naargelang zij op de eerste dag minder dan 45 jaar oud zijn of 45 jaar en ouder zijn en voor zover zij aan volgende voorwaarden voldoen :

- werkloosheidsuitkeringen genieten in toepassing op de werkloosheidsverzekering;

- op het ogenblik van het ontslag, ten minste 5 jaar tewerkgesteld zijn in één of meerdere...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT