22 FEBRUARI 2024. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de steun voor algemene investeringen

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering,Gelet op de ordonnantie van 3 mei 2018 betreffende de steun voor de economische ontwikkeling van ondernemingen, de artikelen 5 tot en met 8, 30 en 49;Gelet op de ordonnantie van 13 oktober 2023 betreffende de steun voor de economische ontwikkeling van ondernemingen, de artikelen 3, 4, 16 en 40;Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 11 oktober 2018 betreffende de steun voor algemene investeringen;Gelet op de gelijkekansentest, opgesteld op 5 juni 2023 overeenkomstig artikel 2, § 1, 1°, van de ordonnantie van 4 oktober 2018 tot invoering van de gelijkekansentest;Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 23 juni 2023;Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 21 augustus 2023;Gelet op het advies van Brupartners, gegeven op 1 december 2023;Gelet op de aanvraag om advies, binnen een termijn van 30 dagen, ingediend bij de Raad van State op 11 januari 2024, in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;Gelet op de beslissing van de Raad van State van 12 januari 2024, de aanvraag om advies met rolnummer 75.334/1 van de rol af te voeren, overeenkomstig artikel 84, § 5, van dezelfde wetten;Op voorstel van de Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Economie,Na beraadslaging,Besluit :HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingenArtikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:1° ordonnantie: de ordonnantie van 13 oktober 2023 betreffende de steun voor de economische ontwikkeling en transitie van ondernemingen;2° minister: de minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Economie;3° AGVV: de verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard, bekend gemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie L187 van 26 juni 2014;4° BEW: Brussel Economie en Werkgelegenheid van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel;5° starter: de onderneming die sinds minder dan vier jaar in de Kruispuntbank van ondernemingen is ingeschreven;6° ontwikkelingszone: de ontwikkelingszone bepaald krachtens artikel 4, § 3, tweede lid, van de ordonnantie.De in dit besluit bedoelde bedragen zijn exclusief btw en exclusief belastingen van eender welke aard.Art. 2. De minister verleent steun aan micro-, kleine en middelgrote ondernemingen die een investering verrichten op het grondgebied van het Gewest, onder de in de AGVV bedoelde voorwaarden.De onderneming die een steunaanvraag indient, mag op de datum van de toekenning van de steun geen onderneming in moeilijkheden zijn als vermeld in artikel 2, punt 18, van de AGVV, en heeft geen bevel tot terugvordering uitstaan als vermeld in artikel 1, (4), a), van de AGVV.De begunstigde die een investering verricht in de ontwikkelingszone heeft in de twee jaar vóór de voorafgaande aanvraag om toelating geen verplaatsing in de zin van artikel 2, punt 61bis, van de AGVV uitgevoerd, en voert geen verplaatsing uit in de twee jaar na de verwezenlijking van de investering.BEW leeft de publicatie- en informatieverplichtingen bedoeld in artikel 9 van de AGVV na.Art. 3. De sectoren die in aanmerking komen voor of uitgesloten zijn van steun voor algemene investeringen zijn opgenomen in bijlage.Art. 4. De naleving van de steuncriteria en -voorwaarden wordt gecontroleerd op basis van de situatie op de datum van ontvangst van de voorafgaande aanvraag om toelating.Tot en met 26 maart 2025, in afwijking van het eerste lid, de naleving van de voorwaarden voor de steunverhoging voor voorbeeldigheid op sociaal of milieuvlak gecontroleerd op basis van de situatie op de datum van de toekenningsbeslissing of op de datum van ontvangst van de voorafgaande aanvraag om toelating, naar gelang hetgeen het voordeligste is voor de begunstigde.HOOFDSTUK 2. - Investeringen die in aanmerking komen voor steunArt. 5. De in aanmerking komende onroerende investering heeft betrekking op een minimumbedrag van 100.000 euro.Art. 6. De in aanmerking komende investeringen, andere dan die bedoeld in artikel 5, hebben betrekking op een minimumbedrag van:1° 5.000 euro voor ondernemingen die starter zijn;2° 7.500 euro voor micro-ondernemingen die geen starter zijn;3° 15.000 euro voor kleine ondernemingen die geen starter zijn;4° 50.000 euro voor middelgrote ondernemingen die geen starter zijn.Het bedrag van elke factuur is bovendien gelijk aan of hoger dan 500 euro.Art. 7. Enkel de investeringen die een noodzakelijk verband hebben met de activiteiten van de onderneming, die gerealiseerd worden met het oog op een daadwerkelijke exploitatie door de onderneming in het Gewest en die gebeuren overeenkomstig de heersende wetgeving en verordeningen, met name inzake stedenbouw, ruimtelijke ordening en leefmilieu, komen in aanmerking.Enkel de investeringen die worden ingeschreven onder vaste activa in de jaarrekeningen voor de rechtspersonen of in de tabel van de afschrijvingen voor de natuurlijke personen komen in aanmerking voor steun.Art. 8. De investering heeft betrekking op een van de volgende operaties:1° de oprichting van een vestiging, dat wil zeggen een investering in een vestigingseenheid binnen de eerste vier jaar na haar inschrijving bij de Kruispuntbank van Ondernemingen op een bepaald adres;2° de uitbreiding van een bestaande vestiging, dat wil zeggen:a) de investeringen met betrekking tot de fysieke uitbreiding van de oppervlakte gewijd aan de activiteit van de begunstigde binnen het gebouw dat hij bezet;b) de aankoop van het gebouw dat de begunstigde betrekt in de hoedanigheid van huurder;c) de investeringen met betrekking tot bijkomende roerende goederen, bijkomende uitrustingen en bijkomende machines, gerechtvaardigd door een huidige of toekomstige stijging van de activiteiten van de begunstigde;3° de diversificatie van de productie van een vestiging naar nieuwe bijkomende producten, dat wil zeggen de investering die noodzakelijk is geworden door de productie of het aanbod van goederen die vóór de voorafgaande aanvraag om toelating niet werden geproduceerd of aangeboden.4° een fundamentele wijziging in het volledige productieproces van een bestaande vestiging.Art. 9. De materiële investeringen die in aanmerking komen zijn de uitgaven verbonden aan activa bestaande uit gronden, gebouwen, machines, uitrustingen of voorzieningen van een onroerend goed.De materiële investeringen die het voorwerp zijn van een financieringshuur komen in aanmerking, voor zover...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT