22 DECEMBER 2020. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering betreffende het verhogen van de minima in het kader van de strijd tegen de armoede

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, artikel 7, § 1, derde lid, i, vervangen bij de wet van 14 februari 1961, en § 1octies, derde en vierde lid, ingevoegd bij de wet van 25 april 2014;

Gelet op het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering;

Gelet op advies 2020/0237 van de inspecteur van Financiën, gegeven op 31 oktober 2020;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, gegeven op 5 november 2020;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris van Begroting, gegeven op 9 december 2020;

Gelet op advies 68.478/1 van de Raad van State, gegeven op 18 december 2020, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Werk,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. In artikel 114 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, vervangen bij het koninklijk besluit van 23 juli 2012 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 augustus 2013, 20 juli 2015, 3 september 2017 en 2 juni 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  1. in paragraaf, 3, 3°, wordt het bedrag van "15,42 euro" vervangen als volgt:

    1. vanaf 1 januari 2021 door het bedrag van "15,59 euro";

    2. vanaf 1 januari 2022 door het bedrag van "15,77 euro";

    3. vanaf 1 januari 2023 door het bedrag van "15,95 euro";

    4. vanaf 1 januari 2024 door het bedrag van "16,13 euro";

  2. in paragraaf 4, eerste lid, wordt het bedrag van "21,06 euro" tweemaal vervangen als volgt:

    1. vanaf 1 januari 2021 door het bedrag van "21,30 euro";

    2. vanaf 1 januari 2022 door het bedrag van "21,54 euro";

    3. vanaf 1 januari 2023 door het bedrag van "21,78 euro";

    4. vanaf 1 januari 2024 door het bedrag van "22,02 euro".

    Art. 2. In artikel 115 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 3 september 2017 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 2 juni 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  3. in paragraaf 1, 1°, wordt het bedrag van "36,14 euro" vervangen als volgt:

    1. vanaf 1 januari 2021 door het bedrag van "36,55 euro";

    2. vanaf 1 januari 2022 door het bedrag van "36,96 euro";

    3. vanaf 1 januari 2023 door het bedrag van "37,38 euro";

    4. vanaf 1 januari 2024 door het bedrag van "37,80 euro";

  4. in paragraaf 1, 2°, wordt het bedrag van "29,61 euro" vervangen als volgt:

    1. vanaf 1 januari 2021 door het bedrag van "29,94 euro";

    2. vanaf 1 januari 2022 door het bedrag van "30,28 euro";

    3. vanaf 1 januari 2023 door het bedrag van "30,62 euro";

    4. vanaf 1 januari 2024 door het bedrag van "30,96 euro";

  5. in paragraaf 1 wordt een...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT