22 DECEMBER 2020. - Koninklijk besluit tot oprichting van de Nationale Veiligheidsraad, het Strategisch Comité Inlichtingen en Veiligheid en het Coördinatiecomité Inlichtingen en Veiligheid

VERSLAG AAN DE KONING

Sire,

Het ontwerp van koninklijk besluit dat ik de eer heb ter ondertekening aan Uwe Majesteit voor te leggen, regelt de werking van de Nationale Veiligheidsraad. Dit ontwerp vervangt het koninklijk besluit van 28 januari 2015.

In ditzelfde ontwerp van koninklijk besluit wordt eveneens de werking van het Strategisch Comité Inlichtingen en Veiligheid geïntegreerd, alsook van het Coördinatiecomité Inlichtingen en Veiligheid, die beide voorheen in een afzonderlijk koninklijk besluit van 2 juni 2015 voorzien waren.

Bij de redactie van dit ontwerp van koninklijk besluit werd rekening gehouden met de voorstellen inzake verbetering van de werking van de Nationale Veiligheidsraad die de Parlementaire Onderzoekscommissie Terroristische Aanslagen heeft geformuleerd, alsook met de bevindingen en ervaring die de inlichtingen- en veiligheidsdiensten sedert 2015 hebben opgedaan.

De oprichting van de Nationale Veiligheidsraad (NVR), het Strategisch Comité Inlichtingen en Veiligheid (SCIV) en het Coördinatiecomité Inlichtingen en Veiligheid (CCIV) in 2015 had als bedoeling om de coördinatie, samenwerking en informatiedoorstroming tussen de inlichtingen- en veiligheidsdiensten en de regering te bevorderen en het inlichtingen- en veiligheidsbeleid van België te bepalen. De voorbije jaren zijn de NVR, SCIV en CCIV dan ook belangrijke overlegplatformen gebleken waar operationele diensten en beleidsmakers elkaar op regelmatige basis ontmoeten, met elkaar in discussie treden en onderling vertrouwen opbouwen.

Het voorliggend ontwerp van koninklijk besluit beoogt een nog sterkere samenwerking en nog kortere communicatielijnen. De belangrijkste wijzigingen behelzen aldus een nauwere betrokkenheid van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten bij de bepaling van het inlichtingen- en veiligheidsbeleid, enkele preciseringen met betrekking tot de opdrachten van de NVR, het SCIV en het CCIV, de oprichting van een permanent secretariaat op de Kanselarij van de Eerste Minister en de opname van de Stafchef Defensie in het Coördinatiecomité, als permanent lid.

ARTIKELSGEWIJZE BESPREKING

Artikel 1

Dit artikel richt de Nationale Veiligheidsraad op in de schoot van de regering.

Artikel 2

Dit artikel bepaalt de samenstelling van de NVR. Het betreft een strategisch en coördinerend beleidsorgaan, dat aldus samengesteld is uit de ministers die Justitie, Landsverdediging, Binnenlandse Zaken en Buitenlandse Zaken binnen hun bevoegdheid hebben, en de vice-eersteministers die geen van deze bevoegdheden hebben.

De voorzitter van het Coördinatiecomité Inlichtingen en Veiligheid neemt deel aan de vergaderingen van de NVR met raadgevende stem.

De diensten die permanent lid zijn van het CCIV kunnen door de voorzitter van de NVR of door de voorzitter van het CCIV uitgenodigd worden om deel te nemen aan de vergaderingen van de NVR, zonder er evenwel lid van te zijn. Zij nemen deel in een adviserende hoedanigheid en nemen geen deel aan de politieke besluitvorming van de NVR.

De voorzitter van de NVR kan beslissen om zonder de voorzitter en de permanente leden van het CCIV te vergaderen. Hij houdt daarbij rekening met de suggesties van de leden van de NVR.

Eenzelfde principe is van toepassing op de niet-permanente leden van het CCIV die uitgenodigd kunnen worden voor het onderzoek van dossiers die hen in het bijzonder aanbelangen of op personen die vanuit hun functie een bijdrage zouden kunnen leveren aan de opdrachten van de NVR. Hun uitnodiging gebeurt op initiatief van de Eerste Minister, die daarbij rekening houdt met de suggesties van de leden van de NVR.

Conform de aanbevelingen van de Parlementaire Onderzoekscommissie Terroristische Aanslagen, kunnen vertegenwoordigers van de Gemeenschappen en de Gewesten door de Eerste Minister uitgenodigd worden voor het onderzoek van dossiers die hen aanbelangen.

Artikel 3

Dit artikel bepaalt de opdrachten van de Nationale Veiligheidsraad. Deze zijn in het bijzonder:

  1. het algemeen inlichtingen- en veiligheidsbeleid en zijn prioriteiten, met inbegrip van een nationale veiligheidsstrategie, bepalen, opvolgen, coördineren en evalueren en er de prioriteiten van bepalen, met respect voor de grondwettelijke scheiding der machten. De nationale veiligheidsstrategie zal meer in het bijzonder bepalen hoe België veiligheid en stabiliteit kan bieden aan zijn inwoners en zijn belangen, rekening houdend met de binnen- en...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT