22 DECEMBER 2016. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 april 2002 betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de gecoördineerde wet van 10 juli 2008 op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, artikel 105, § 1, gewijzigd bij de wet van 10 april 2014;

Gelet op het koninklijk besluit van 25 april 2002 betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen;

Gelet op de adviezen van de Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen, Afdeling Financiering, gegeven op 22 september 2016 en 25 oktober 2016;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 17 november 2016;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister voor Begroting, gegeven op 23 november 2016;

Gelet op het advies 60.489/3 van de Raad van State, gegeven op 16 december 2016, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. In artikel 12, § 2, a), 5°, van het koninklijk besluit van 25 april 2002 betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 12 mei 2006, worden de woorden « alsook een tegemoetkoming in de verzekeringspremies `burgerlijke beroepsaansprakelijkheid' van de artsen » opgeheven.

Art. 2. In artikel 13, van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 december 2012, worden de bepalingen onder 3° vervangen als volgt :

3° de verbandmiddelen, met uitzondering van de actieve verbanden die, vóór 1 januari 2008, ten laste werden genomen door de ziekte- en invaliditeits- verzekering;

.

Art. 3. In artikel 30, § 2, van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 mei 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  1. tweede lid, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 juni 2003, wordt vervangen als volgt :

    De aldus berekende intrestvoet wordt door Ons bij het begin van elk dienstjaar vastgesteld.

    ;

  2. het tweede paragraaf wordt aangevuld door een lid, luidende :

    In afwijking van de bepalingen van het eerste lid wordt de intrestvoet voor het dienstjaar 2017 vastgesteld op 2,68 %.

    .

    Art. 4. In artikel 42, § 1, 11e bewerking, van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 12 mei 2006, worden de bepalingen onder 3° opgeheven.

    Art. 5. Artikel 47bis, van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 december 2012, wordt opgeheven.

    Art. 6. In hetzelfde besluit wordt een artikel 51bis ingevoegd als volgt :

    Art. 51bis. Op 1 januari 2017 worden de bedragen bedoeld in artikel 50, § 1 en 51, § 1, zoals vastgesteld op hun waarde op 31 december 2016, met tien procent per ziekenhuis verminderd.

    .

    Art. 7. Artikel 53, van hetzelfde besluit, wordt vervangen als volgt :

    Art. 53. Teneinde te beantwoorden aan de wettelijke verplichtingen betreffende de hoofdgeneesheer, wordt onderdeel B4 van het budget van financiële middelen verhoogd met een forfaitair bedrag per bed van 258,85 euro (waarde op 1 januari 2017) voor de algemene privé-ziekenhuizen, met 257,34 euro (waarde op 1 januari 2017) voor de algemene openbare ziekenhuizen, met 259 euro (waarde op 1 januari 2017) voor de psychiatrische privéziekenhuizen en met 257,48 euro (waarde op 1 januari 2017) voor de psychiatrische openbare ziekenhuizen.

    Het forfait wordt berekend, van 1 januari tot 30 juni 2017, waarbij met bed wordt bedoeld de verantwoorde bedden zoals gebruikt in het betekende budget van financiële middelen van 1 juli 2016 en de erkende bedden zoals gebruikt in het betekende budget van financiële middelen van 1 juli 2016 voor de kenletters waarvoor geen verantwoorde bedden worden berekend of voor de ziekenhuizen bedoeld in artikel 33, §§ 1 en 2.

    Vanaf 1 juli 2017, wordt de berekening van het forfait gerealiseerd waarbij met bed wordt bedoeld de verantwoorde bedden of erkende bedden voor de kenletters waarvoor geen verantwoorde bedden worden berekend of voor de ziekenhuizen bedoeld in artikel 33, §§ 1 en 2. Het aantal verantwoorde bedden is dat gebruikt bij de vaststelling van het budget van financiële middelen van het betrokken dienstjaar en het aantal erkende bedden is dat in aanmerking genomen bij de vaststelling van het laatst betekende budget van financiële middelen.

    .

    Art. 8. Artikel 54, van hetzelfde besluit, wordt vervangen als volgt :

    Art. 54. Teneinde te voldoen aan de verplichting tot aanstelling van een bedrijfsrevisor bepaald in artikel 80 van de wet op de ziekenhuizen, wordt onderdeel B4 van het budget van financiële middelen verhoogd met een forfaitair bedrag per bed van :

    1° voor psychiatrische ziekenhuizen : 28,19 euro (waarde op 1 januari 2017) voor de privésector en 27,63 euro (waarde op 1 januari 2017) voor de openbare sector;

    2° voor algemene...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT