22 AUGUSTUS 2020. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen betreffende het moederschapsverlof

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de Grondwet, de artikelen 37 en 107, tweede lid;

Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, artikel 11, § 1, eerste lid, vervangen bij de wet van 24 december 2002;

Gelet op de arbeidswet van 16 maart 1971, artikel 39, derde lid;

Gelet op het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijkbesturen;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 10 juli 2020;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 13 juli 2020;

Gelet op artikel 8, § 2, 2°, van de wet van 15 december 2013 houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging valt dit besluit onder een uitzondering op de verplichting een regelgevingsimpactanalyse uit te voeren;

Gelet op het protocol nr. 754 van 19 augustus 2020 van het Comité voor de federale, de gemeenschaps- en de gewestelijke overheidsdiensten;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de rechtszekerheid voor de personeelsleden van de rijksbesturen dient te worden beveiligd door zonder uitstel de regeling voor rijksambtenaren in overeenstemming te brengen met de wet van 12 juni 2020 tot wijziging van de periodes die plaatsvinden tijdens de voorbevallingsrust en in aanmerking kunnen worden genomen voor de verlenging van de nabevallingsrust met het oog op de gelijke behandeling van alle vrouwelijke personeelsleden voor wat betreft de toekenning van de moederschapsrust;

Overwegende dat, in het raam van de bescherming van het moederschap, de berekeningswijze van het recht op moederschapsrust werd aangepast met ingang van 1 maart 2020 en dat bijgevolg de administratieve toestand dient te worden geregeld van de rijksambtenaren die sinds die datum op moederschapsrust aanspraak kunnen maken;

Gelet op advies 67.908/2/V van de Raad van State, gegeven op 5 augustus 2020, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Ambtenarenzaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. In artikel 25 van het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT