21 NOVEMBER 2017. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 juni 2011 betreffende de vergunning voor treinbestuurders en de registers van vergunningen en bevoegdheidsbewijzen

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de Spoorcodex, de artikelen 128, vierde lid, 132, §§ 4 en 5, en 140, §§ 4 en 5;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 juni 2011 betreffende de vergunning voor treinbestuurders en de registers van vergunningen en bevoegdheidsbewijzen;

Gelet op het advies van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van 23 november 2016;

Gelet op de betrokkenheid van de gewestregeringen;

Gelet op advies nr. 60.704/4 van de Raad van State, gegeven op 16 januari 2017, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Mobiliteit,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. In artikel 2 van het koninklijk besluit van 22 juni 2011 betreffende de vergunning voor treinbestuurders en de registers van vergunningen en bevoegdheidsbewijzen wordt de bepaling onder 1° opgeheven.

Art. 2. Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:

"Art. 3. § 1. De aanvrager dient zijn aanvraag in bij de veiligheidsinstantie door gebruik te maken van een aanvraagformulier conform het communautair model vastgesteld in bijlage IV van de verordening.

De aanvrager voegt bij zijn aanvraag de documenten en attesten bepaald in de bijlage IV van de verordening en in artikel 127 van de Spoorcodex.

§ 2. De veiligheidsinstantie kan het verstrekken van aanvullende informatie bij het indienen van de aanvraag opleggen.

§ 3. De veiligheidsinstantie stelt op zijn internetsite gratis ter beschikking:

  1. het aanvraagformulier;

  2. een handleiding waarin de aanvraagprocedure wordt toegelicht, de vereiste documenten en attesten worden opgesomd en de vraag om aanvullende informatie wordt gemotiveerd.

    § 4. Wanneer documenten en attesten bedoeld in paragraaf 1 afkomstig zijn van een ander land, levert de aanvrager een origineel of een door een bevoegde overheid van het land van oorsprong of door een bevoegde overheid van de Europese Commissie gewaarmerkt afschrift af, vergezeld van een vertaling in de taal waarin het dossier werd ingediend.

    § 5. In elke briefwisseling of elektronisch bericht vermeldt de aanvrager de volgende gegevens:

  3. de naam van de contactpersoon;

  4. het telefoon- en eventueel het faxnummer;

  5. het e-mailadres. ».

    Art. 3. Het opschrift van de onderafdelingen 1 en 2 van hoofdstuk 2, afdeling 1, wordt opgeheven.

    Art. 4. In artikel 4 van hetzelfde besluit...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT