21 MEI 2015. - Besluit van de Regering tot uitvoering van het decreet van 5 mei 2014 tot erkenning en ondersteuning van sociale trefpunten

De Regering van de Duitstalige Gemeenschap,

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;

Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, artikel 7;

Gelet op het decreet van 5 mei 2014 tot erkenning en ondersteuning van sociale trefpunten, artikel 4, artikel 5, § 2, artikel 6, eerste lid, artikel 7, § 3, vierde lid, artikel 8, tweede lid, artikel 9, § 2, vierde lid, artikel 10, eerste en derde lid, artikel 11, § 2, eerste lid, artikel 13, § 1, vijfde lid, en § 3, derde lid, artikel 14 en artikel 15;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 2 februari 2015;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister-President, bevoegd voor Begroting d.d. 19 februari 2015;

Gelet op advies 57.261/1 van de Raad van State, gegeven op 10 april 2015, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de minister bevoegd voor het sociaal beleid;

Na beraadslaging,

Besluit :

TITEL 1. - ALGEMENE BEPALINGEN

HOOFDSTUK 1. - INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

  1. sociaal trefpunt: overeenkomstig artikel 1, 1°, van het decreet een vereniging of openbare instelling die in het kader van dit decreet erkend is en via buurtwerk en sociaal groepswerk de sociale cohesie tussen de bewoners van haar werkingsgebied versterkt;

  2. werkingsgebied: overeenkomstig artikel 1, 5°, van het decreet een of meer gemeenten van het Duitse taalgebied of een deel van die gemeenten waarvan het sociale trefpunt via zijn aanbod en activiteiten de bewoners bereikt;

  3. coördinator: overeenkomstig artikel 1, 7°, van het decreet een gekwalificeerde persoon die de aanspreekpartner voor de bezoekers van het trefpunt is en die het aanbod en de activiteiten van het trefpunt op elkaar afstemt en begeleidt. Zo nodig voert de coördinator zelf activiteiten uit en begeleidt hij de vrijwillige medewerkers van het sociale trefpunt;

  4. doelgroepen: de algemene doelgroep vermeld in artikel 4, 1°, van het decreet en de specifieke doelgroep vermeld in artikel 4, 2°, van het decreet;

  5. opvolgingscomité: het comité vermeld in artikel 13, § 3, van het decreet dat belast is met de opvolging en evaluatie van de overeenkomst, alsook met de evaluatie van het concept van het sociale trefpunt;

  6. departement: het departement van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap dat bevoegd is voor sociale aangelegenheden;

  7. Minister: de minister van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap bevoegd voor het sociaal beleid;

  8. decreet: het decreet van 5 mei 2014 tot erkenning en ondersteuning van sociale trefpunten.

    HOOFDSTUK 2. - OPVOLGINGSCOMITE

    Art. 2. Naar aanleiding van de jaarlijkse bespreking van de overeenkomst overeenkomstig artikel 13, § 3, tweede lid, 1°, van het decreet evalueert het opvolgingscomité het aanbod aan de hand van de indicatoren genoemd in artikel 5, 6°, en stelt indien nodig aanpassingen voor.

    Art. 3. De Minister of diens plaatsvervanger zit het opvolgingscomité voor en bepaalt de agenda na ruggespraak met de partijen bij de overeenkomst.

    Het comité komt ten minste een keer per jaar bijeen na bijeenroeping door de voorzitter of op verzoek van het sociale trefpunt.

    TITEL 2. - INHOUDELIJKE BEPALINGEN

    HOOFDSTUK 1. - ERKENNINGSCRITERIA

    Art. 4. De stand van zaken vermeld in artikel 6 van het decreet wordt schriftelijk gedocumenteerd en biedt een kwantitatieve en kwalitatieve evaluatie van de werkelijke situatie binnen het werkingsgebied van het sociale trefpunt.

    De stand van zaken bevat ten minste :

  9. de afbakening van het werkingsgebied van het sociale trefpunt;

  10. de problemen van de mensen die binnen het werkingsgebied van het sociale trefpunt leven;

  11. de oorzaken van de bestaande problemen;

  12. de behoeften die uit die probleemsituaties ontstaan;

  13. de beschrijving van de groepen van personen die met de heersende problemen te kampen hebben;

  14. het bestaande aanbod van de aanvrager of van andere dienstverrichters binnen het werkingsgebied van het sociale trefpunt dat in de behoeften van de beschreven groepen van personen voorziet, alsook het aantal gebruikers van dat aanbod;

  15. de informatiebronnen voor de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT