21 JUNI 2018. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de controle en het onderhoud van verwarmings- en klimaatregelingssystemen en betreffende de erkenning van de personen die deze handelingen uitvoeren

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering,

Gelet op de bijzondere wet tot hervorming der instellingen van 8 augustus 1980, artikel 20;

Gelet op de bijzondere wet met betrekking tot de Brusselse Instellingen van 12 januari 1989, artikel 8;

Gelet op de Ordonnantie van 2 mei 2013 houdende het Brussels Wetboek van Lucht, Klimaat en Energiebeheersing, artikelen 2.2.12, § 4, 2.2.14, § 3, 2.2.17, § 4 en § 5, 2.5.1, § 1, tweede lid, 2.5.2, § 1 en § 2, tweede lid, 2.5.4, 2.5.5 en 4.4.1;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 3 juni 2010 betreffende de voor de verwarmingssystemen van gebouwen geldende EPB-eisen bij hun installatie en tijdens hun uitbatingperiode;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 17 februari 2011 betreffende het door een certificateur opgestelde EPB-certificaat voor de EPB-wooneenheden;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 17 februari 2011 betreffende het door een certificateur opgestelde EPB-certificaat voor de tertiaire eenheden;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 15 december 2011 betreffende het onderhoud en de controle van klimaatregelingssystemen en betreffende de geldende EPB-eisen bij hun installatie en tijdens hun uitbating;

Gelet op het advies 2018-01-17/1 van de Raad voor het Leefmilieu van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, gegeven op 17 januari 2018;

Gelet op het advies A-2018-002-CES van de Economische en Sociale Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, gegeven op 18 januari 2018;

Gelet op het advies 63.209/3 van de Raad van State, gegeven op 25 april 2018 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gezien de gendertest van de respectieve situatie van vrouwen en mannen, zoals bepaald in het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende de uitvoering van de ordonnantie van 29 maart 2012 houdende de integratie van de genderdimensie in de beleidslijnen, uitgevoerd op 9 november 2017;

Op voordracht van de Minister belast met Energie;

Na beraadslaging,

Besluit :

HOOFDSTUK 1. - Algemeen

Artikel 1.1.1

Onderhavig besluit vult de omzetting van de richtlijn 2010/31/UE van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 betreffende de energieprestatie van gebouwen aan.

Art. 1.1.2

Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

  1. EPB-verwarmingsketeltechnicus: controleur belast met de EPB-periodieke controle van verwarmingsketels en waterverwarmingstoestellen, evenals van de toegankelijke delen van de verwarmingssystemen;

  2. EPB-verwarmingsadviseur type 1: controleur belast met de EPB-oplevering van verwarmingssystemen van type 1;

  3. EPB-verwarmingsadviseur type 2: controleur belast met de EPB-oplevering van verwarmingssystemen van type 1 en type 2, evenals met de EPB-diagnose van verwarmingssystemen van type 2;

  4. EPB-klimaatregelingsadviseur: controleur belast met de EPB-diagnose van klimaatregelingssystemen;

  5. Bevoegd koeltechnicus: technicus die voldoet aan de voorwaarden vastgelegd in artikel 8 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 22 maart 2012 inzake de bepaling van de minimumopleidingseisen voor koeltechnici en de registratie van koeltechnische bedrijven;

  6. Besluit EPB-eisen verwarming en klimaatregeling: het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21/06/2018 betreffende de voor de verwarmingssystemen en klimaatregelingssystemen van gebouwen geldende EPB-eisen bij hun installatie en tijdens hun uitbatingperiode;

  7. Besluit van 3 juni 2010: het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 3 juni 2010 betreffende de voor de verwarmingssystemen van gebouwen geldende EPB-eisen bij hun installatie en tijdens hun uitbatingperiode;

  8. Besluit van 15 december 2011: het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 15 december 2011 betreffende het onderhoud en de controle van klimaatregelingssystemen en betreffende de geldende EPB-eisen bij hun installatie en tijdens hun uitbating;

  9. Opleidingsprotocol: door Leefmilieu Brussel ter beschikking gesteld handboek waarin de richtlijnen worden vastgelegd die opleidingsinstellingen moeten opvolgen in het kader van de erkenning van opleidingen, en dit specifiek voor elke opleiding besproken in hoofdstuk 6 van dit besluit.

  10. Gedragscodes opgesteld door de gassector: de volgende gedragscodes:

    1. sectorale gedragscode betreffende de aanpak van I2E(S) verwarmingsketels en warmwaterbereidingstoestellen in het kader van de conversie van L-gas naar H-gas in België;

    2. sectorale gedragscode betreffende de aanpak van I2E(R) verwarmingsketels, warmwatertoestellen en ventilatorbranders binnen het kader van de conversie van L- naar H-gas in België.

    Art. 1.1.3

    De bepalingen van hoofdstuk 1 van het Besluit EPB-eisen verwarming en klimaatregeling zijn van toepassing op dit besluit.

    Art 1.1.4

    De eigenaar, de houder of de aangever houdt rekening met de aanbevelingen die de EPB-verwarmingsketeltechnici, de EPB-verwarmingsadviseurs en de EPB-klimaatregelingsadviseurs vermelden op de attesten van EPB-periodieke controle, de EPB- opleveringsattesten en de EPB-diagnoseverslagen zoals bedoeld in artikelen 2.1.3, 2.2.2, § 5, 4° en 2.5.2, 5° en 3.1.2, 5° van dit besluit.

    HOOFDSTUK 2. - Controlehandelingen met betrekking tot verwarmingssystemen en waterverwarmingstoestellen

    Afdeling 1. - EPB-oplevering van verwarmingssystemen

    Art. 2.1.1

    De EPB-oplevering van het verwarmingssysteem bestaat uit een controle uitgevoerd door een EPB-verwarmingsadviseur, na de plaatsing of vervanging van een verwarmingsketel, ongeacht of deze al dan niet nieuw is. Ze gebeurt binnen de maand na de ingebruikname van deze verwarmingsketel.

    Leefmilieu Brussel kan een bijkomende termijn toekennen voor verwarmingssystemen van type 2, mits de procedure beschreven in bijlage 1 bij dit besluit gevolgd wordt.

    Art. 2.1.2

    De EPB-oplevering van een verwarmingssysteem bestaat uit een controle van de naleving van de eisen op het vlak van de goede werking van de verwarmingsketels en van de technische eisen betreffende verwarmingssystemen vastgelegd in hoofdstukken 2 en 3 van het Besluit EPB-eisen verwarming en klimaatregeling die van toepassing zijn op dit systeem, met uitzondering van de eis omschreven in artikel 3.2.5 van het voormelde besluit met betrekking tot het bijhouden van een energieboekhouding van EPB-eenheden die bediend worden door een collectief verwarmingswatercircuit.

    De controle van de naleving van de EPB-eisen houdt rekening met de afwijkingen die Leefmilieu Brussel toegekend heeft, overeenkomstig de procedure voorzien in hoofdstuk 5 van het Besluit EPB-eisen verwarming en klimaatregeling.

    Art. 2.1.3

    De EPB-oplevering omvat eveneens het opstellen van aanbevelingen, met name betreffende het gebruik van het verwarmingssysteem en, voor verwarmingsketels aangesloten op het gasdistributienet, betreffende de eventueel te ondernemen acties in het kader van de conversie van L-gas naar H-gas.

    Art. 2.1.4

    Na de EPB-oplevering stelt de EPB-verwarmingsadviseur het EPB-opleveringsattest op, waarbij hij gebruik maakt van de modellen en informaticatools die Leefmilieu Brussel ter beschikking stelt, en vult hij het stappenplan aan. De minimale inhoud van het EPB-opleveringsattest en het stappenplan worden vastgelegd in bijlage 2 bij dit besluit. Er wordt een kopie van deze documenten bij het logboek van het verwarmingssysteem gevoegd.

    Art. 2.1.5

    Na een conformiteitsstelling die werd uitgevoerd nadat de EPB-oplevering van een verwarmingssysteem toegelaten heeft om vast te stellen dat een of meerdere EPB-eisen niet werden nageleefd, wordt een nieuwe controle uitgevoerd. In dit geval vermeldt de EPB-verwarmingsadviseur in het EPB-opleveringsattest dat het gaat om een controle na een conformiteitsstelling.

    Als een of meerdere eisen op het vlak van de goede werking van de verwarmingsketels zoals bedoeld in hoofdstuk 2 van het Besluit EPB-eisen verwarming en klimaatregeling niet nageleefd werden voor een of meerdere verwarmingsketels, worden bij deze nieuwe controle de naleving van alle eisen op het vlak van de goede werking van de verwarmingsketel(s) die niet-conform was(waren), gecontroleerd.

    Bij een nieuwe controle van de naleving van de technische eisen betreffende verwarmingssystemen zoals bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit EPB-eisen verwarming en klimaatregeling wordt de naleving van de eisen die niet gerespecteerd werden gecontroleerd.

    Afdeling 2. - EPB-periodieke controle van verwarmingsketels en waterverwarmingstoestellen op gas, evenals van de toegankelijke delen van het verwarmingssysteem

    Art. 2.2.1

    § 1. De EPB-periodieke controle van verwarmingsketels en waterverwarmingstoestellen wordt uitgevoerd door een EPB-verwarmingsketeltechnicus in functie van het type toestel, in overeenstemming met de volgende tabel:

    Type toestel Type erkenning van de erkende EPB-verwarmingsketeltechnicus Type d'appareil Type d'agrément du technicien chaudière PEBVerwarmingsketels op vloeibare brandstof L Chaudières à combustible liquide LVerwarmingsketels of waterverwarmingstoestellen op gasvormige brandstof uitgezonderd toestellen waarvoor een afstelling van het debiet van de verbrandingslucht EN van het gasdebiet noodzakelijk is GI Chaudières ou chauffe-eau à combustible gazeux hormis les appareils qui nécessitent un réglage du débit d'air comburant ET du débit de gaz GIAlle types verwarmingsketels of waterverwarmingstoestellen op gasvormige brandstof GII Tous types de chaudières ou chauffe-eau à combustible gazeux GII

    § 2. De EPB-periodieke controle gebeurt:

  11. bij de plaatsing of vervanging van een waterverwarmingstoestel die werkt op een gasvormige vloeistof;

  12. na elke interventie aan het verbrandingsgedeelte van een verwarmingsketel of waterverwarmingstoestel, inclusief na de vervanging van een brander;

  13. Minimum om de twee jaar voor verwarmingsketels en waterverwarmingstoestellen die werken op een gasvormige brandstof;

  14. Minimum elk jaar voor...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT