2 MEI 2013. - Decreet betreffende de financiële incentives ter bevordering van de indienstneming van personeel bij sommige ondernemingen (1)

Het Waals Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

HOOFDSTUK I. - Voorwerp en toepassingsgebied

Artikel 1. Dit decreet beoogt de toekenning binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten van een financiële incentive aan sommige ondernemingen voor de indienstneming van werknemers overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1998/2006 van de Commissie van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag over de minimis-steun," hierna de "minimis-Verordening," genoemd.

Art. 2. § 1. De onderneming kan een financiële incentive, hierna de "financiële incentive" genoemd, voor een nieuwe indienstneming genieten indien ze de volgende voorwaarden vervult :

  1. een natuurlijke persoon zijn die de hoedanigheid van handelaar heeft of die een zelfstandig beroep uitoefent of een rechtspersoon zijn, opgericht in de vorm van een handelsvennootschap of van een Europese groepering van economisch belang;

  2. een micro-onderneming of een kleine onderneming zijn in de zin van artikel 2 sub 1) of 2) van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 800/2008 van de Commissie van 6 augustus 2008 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag met de gemeenschappelijke markt verenigbaar worden verklaard (de algemene groepsvrijstellingsverordening), hierna de "R.G.C.E." genoemd;

  3. een bedrijfseenheid van de onderneming hebben die gelegen is in het Franse taalgebied van het Waalse Gewest;

  4. een "zelfstandige" onderneming zijn in de zin van artikel 3 van bijlage I bij Verordening EG nr. 800/2008 van de Commissie van 6 augustus 2008, namelijk een onderneming die :

    1. geen participatie van 25 % of meer heeft in een andere onderneming;

    2. niet rechtstreeks ter hoogte van 25 % of meer van het kapitaal of van het stemrecht in handen is van een onderneming of een openbare instelling of van meerdere gebonden ondernemingen of openbare collectiviteiten, met uitzondering van de categorieën van de volgende beleggers voor zover ze niet individueel of samen gebonden zijn aan de betrokken onderneming :

      1) de openbare participatiemaatschappijen, de maatschappijen met risicodragend kapitaal, de natuurlijke personen of de groepen van natuurlijke personen met een regelmatige activiteit betreffende de investering in risicokapitaal die eigen fondsen investeren in ondernemingen die ter beurze worden genoteerd (business angels) voor zover het totaal van de investering van deze business angels in eenzelfde onderneming niet hoger is dan 1.250.000 euro;

      2) de universiteiten of de onderzoekscentra zonder winstoogmerk;

      3) de institutionele beleggers, met inbegrip van het gewestelijke ontwikkelingsfonds;

      4) de plaatselijke autonome overheden met een jaarlijkse begroting lager dan 10 miljoen euro en met minder dan 5 000 inwoners.

      De ondernemingen kunnen een aangifte met betrekking tot hun kwalificatie als autonome onderneming opmaken zelfs als de kapitaalspreiding het niet mogelijk maakt om precies te weten wie ze bezit, waarbij de onderneming te goeder trouw verklaart dat ze legitiem kan aannemen dat ze niet tegen 25 % of meer in handen is van een onderneming of verschillende ondernemingen gebonden onder elkaar of van natuurlijke personen of groepen van natuurlijke personen.

      De Regering kan de categorieën beleggers die bedoeld zijn in punt b) nader bepalen of uitbreiden.

      Voor de toepassing van punt b), 1), wordt verstaan onder :

    3. "openbare participatiemaatschappijen" : de openbare investeringsmaatschappijen, namelijk de Nationale Investeringsmaatschappij, de "Société régionale d'Investissement de Wallonie" (Gewestelijke Investeringsmaatschappij voor Wallonië); de "Gewestelijke Investeringsmaatschappij voor Vlaanderen", de Gewestelijke Investeringsmaatschappij voor Brussel en hun dochtermaatschappijen met inbegrip van de Beheers- en participatiemaatschappij;

    4. "maatschappijen met risicodragend kapitaal" : de investeringsmaatschappijen die middelen, geïnvesteerd in de vorm van eigen middelen of semi-eigen middelen en meer bepaald in de vorm van ondergeschikte participaties of leningen, ongeacht het bedrag, ter beschikking van ondernemingen stellen;

    5. "institutionele beleggers : " de banken met uitzondering van de Beheers- en participatiemaatschappij en de "Caisse d' Investissement de Wallonie" (Investeringskas voor Wallonië), de verzekeringsmaatschappijen en de beleggingsfondsen op voorwaarde dat ze niet meer dan 49 % van het maatschappelijk kapitaal van de maatschappij bezitten;

    6. plaatselijke autonome overheden met een jaarlijkse begroting lager dan 10 miljoen euro en met minder dan 5 000 inwoners : de gemeenten, de openbare centra voor maatschappelijk welzijn (O.C.M.W.), de verenigingen van gemeenten, de verenigingen van O.C.M.W.'s, de provincies, de verenigingen van provincies, met inbegrip van de verenigingen zonder winstoogmerk opgericht door een plaatselijke overheid (gemeente, O.C.M.W., verenigingen van gemeenten, verenigingen van O.C.M.W.'s) met een doel van algemeen belang en waarvan het maatschappelijk orgaan in meerderheid bestaat uit vertegenwoordigers van het gemeentecollege of van de gemeenteraad die in die hoedanigheid zitting hebben en dat onrechtstreeks gecontroleerd wordt door een openbare collectiviteit, de plaatselijke agentschappen voor tewerkstelling, de buurtregieën en de verenigingen voor plaatselijke ontwikkeling.

      § 2. De onderneming mag geen financiële incentive genieten als het gaat om :

  5. een onderneming die behoort tot één van de sectoren die overeenkomstig de "R.G.C.E." niet in aanmerking komen voor de staatsteun, of tot de volgende sectoren :

    1. de banksector en de andere financiële instellingen, de verzekeringen- en vastgoedsector vermeld in de klassen 64.11 tot 68.322 van de nomenclatuur van de activiteiten opgemaakt door het Nationaal Instituut voor de Statistiek en opgelegd door de Code NACE BEL 2008;

    2. de sector van de productie en van de energie- en watervoorziening met uitzondering van de productie van alternatieve en hernieuwbare energieën, vermeld in de klassen 05.100 tot 09.900, 20.130, 21.209, 24.460, 38.222, 35.1 tot 35.3 en 36.000 van de Code NACE BEL 2008;

    3. de sector van het onderwijs en de vorming, vermeld in de klassen 85.10 tot 85.5 van de Code NACE BEL 2008 alsmede elke maatschappij waarvan de activiteit het geven van vormingscursussen of de organisatie van allerlei seminaria is, met uitzondering van de werknemers bedoeld in § 1, 2°;

    4. de gezondheids- en gezondheidszorgsector vermeld in de klassen 86.1 tot 87.9 van de Code NACE BEL 2008, met inbegrip van de laboratoria voor medische analysen, de rustoorden of bejaardentehuizen en de beroepen van het paramedisch type zoals apothekersassistentie, audiologie, dietetiek; ergotherapie, medische beeldvorming, kinesitherapie en fysiotechniek, logopedie, orthese bandage en prothese, optometrie en optiek, orthopsie, podologie en tandprothese met uitzondering van de activiteiten van de kinderdagverblijven en crèches van de Code NACE BEL 88.911;

    5. de sport-, vrijetijdsbestedings- en kultuursector, vermeld in de klassen 59.11 tot 60.2, 79.9 en 90.0, 91, 93, van de Code NACE BEL 2008, met uitzondering van de pretparken, de vakantiedorpen en de toeristische inrichtingen;

    6. de sector van de diensten aan particulieren, zoals activiteiten van handelsbemiddeling in groothandel vermeld in de klassen 51.11 tot 51.19 van de Code NACE BEL 2008, van de detailhandel vermeld in de klassen 50.10 tot 50.50 en 52.11 tot 52.74 van de Code NACE BEL 2008 behalve indien maximum vijf werknemers berekend in voltijds equivalenten tewerkgesteld worden;

    7. de sector van de grote distributie, met uitzondering van de distributiecentra;

    8. de sector van verhuur van roerend goed vermeld in de klassen 77.11 tot 77.3 van de Code NACE BEL 2008;

    9. de sector van de ondernemingen die parkings uitbaten;

    10. de sector van de reisbureaus vermeld in klasse 79.1 van de Code NACE BEL 2008;

    De Regering kan de in punt 1° bedoelde uitsluitingen nader bepalen of uitbreiden;

  6. een onderneming in...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT