28 JANUARI 2013. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 12 februari 1999 betreffende het in de handel brengen en het gebruik van diervoeders

De Minister van Landbouw,

Gelet op Richtlijn 2002/32/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 mei 2002 inzake ongewenste stoffen in diervoeding;

Gelet op de wet van 11 juli 1969 betreffende de grondstoffen voor de landbouw, tuinbouw, bosbouw en veeteelt, artikel 2, § 1, 1° en 2° ;

Gelet op het koninklijk besluit van 28 juni 2011 betreffende het in de handel brengen en het gebruik van diervoeders, artikel 3, §§ 1 en 3;

Gelet op het ministerieel besluit van 12 februari 1999 betreffende het in de handel brengen en het gebruik van diervoeders;

Gelet op het overleg tussen de Gewestregeringen en de Federale Overheid van 26 oktober 2012;

Gelet op advies 52.292/3 van de Raad van State, gegeven op 13 november 2012, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende Verordening (EU) nr. 574/2011 van de Commissie van 16 juni 2011 tot wijziging van bijlage I bij Richtlijn 2002/32/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de maximumgehalten voor nitriet, melamine, Ambrosia spp. en versleping van bepaalde coccidiostatica en histomonostatica en tot consolidering van de bijlagen I en II,

Besluit :

Artikel 1. Artikel 1 van het ministerieel besluit van 12 februari 1999 betreffende het in de handel brengen en het gebruik van diervoeders, wordt vervangen als volgt :

« Artikel 1. § 1. De ongewenste stoffen bedoeld in artikel 3, §§ 1 en 3, van het koninklijk besluit van 28 juni 2011 betreffende het in de handel brengen en het gebruik van diervoeders, zijn opgenomen in bijlagen I en II bij Richtlijn 2002/32/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 mei 2002 inzake ongewenste stoffen in diervoeding. De wijzigingen van die bijlagen worden bekendgemaakt via EU-verordeningen.

De ongewenste stoffen kunnen slechts worden gedoogd in producten die bestemd zijn voor het voederen van dieren bedoeld in kolom 2 en onder de voorwaarden vermeld in kolom 3 van bijlage I bij Richtlijn 2002/32/EG.

§ 2. Indien er, op basis van nieuwe gegevens of een nieuwe beoordeling van bestaande gegevens, redenen zijn om te besluiten dat een in bijlage I bij Richtlijn 2002/32/EG vastgesteld maximumgehalte of een niet in die bijlage genoemde ongewenste stof een gevaar oplevert voor de gezondheid van mens of dier of voor het milieu, dan kan dit bestaande maximumgehalte voorlopig verlaagd worden, een maximumgehalte vastgesteld worden of de aanwezigheid van deze ongewenste stof in producten die...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT