28 NOVEMBER 2013. - Decreet betreffende de energieprestatie van gebouwen (1)

Het Waals Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Titel 1. - Algemene bepaling en definities

Artikel 1. Dit decreet beoogt o.a. de omzetting van Richtlijn 2010/31/EU van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 betreffende de energieprestatie van gebouwen.

Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van de Richtlijnen 2001/77/EG en 2003/30/EG wordt gedeeltelijk omgezet bij dit decreet.

Art. 2. In de zin van dit decreet wordt verstaan onder :

  1. energieprestatie van een gebouw (EPB) de berekende of gemeten hoeveelheid energie die nodig is om aan de vraag naar energie te voldoen die verband houdt met een normaal gebruik van het gebouw, waaronder energie die wordt gebruikt voor verwarming, koeling, ventilatie, warmwatervoorziening en verlichting;

  2. gebouw : elke overdekte constructie met muren waarvoor energie gebruikt wordt om het binnenklimaat te regelen;

  3. EPB-unit : gebouw of gebouwgedeelte bestemd om op autonome wijze gebruikt te worden;

  4. residentieel unit : EPB-unit dat voor individuele of collectieve huisvesting bestemd is en voortdurend of tijdelijk bewoond wordt;

  5. kantoren- en dienstenunit : EPB-unit bestemd voor activiteiten zoals :

    a) beheers- of bestuurswerkzaamheden van een onderneming, een openbare dienst, een zelfstandige of een handelaar;

    b) de uitoefening van een vrij beroep;

    c) de levering van diensten;

  6. unit bestemd voor onderwijs : EPB-unit bestemd voor activiteiten van een onderwijsinrichting of een psycho-medisch-sociaal centrum die niet onder huisvesting ressorteren;

  7. industrieel unit : EPB-unit bestemd voor de uitoefening van een ambachtsactiviteit, van een activiteit i.v.m. een proces inzake productie of verwerking van grondstoffen of halffabrikaten, verpakking, opslag of behandeling, of van een agro-economische activiteit;

  8. unit met een andere bestemming : EPB-unit dat niet vermeld wordt onder de punten 4° tot 7°;

  9. ingrijpende renovatie : werken tot renovatie, uitbreiding of sloping van de bouwschil van een gebouw op een oppervlakte waarvan de omvang hoger is dan 25 % van de bestaande bouwschil;

  10. gewone renovatie : renovatie waarbij werken nodig zijn die geen ingrijpende renovatie tot gevolg hebben en een weerslag hebben op de energieprestatie van een gebouw;

  11. wijziging van bestemming : wijziging van de bestemming van een EPB-unit, zoals omschreven onder de punten 4° tot 8°;

  12. totale nuttige oppervlakte : som van de oppervlakten van de verschillende niveaus van het gebouw berekend tussen de buitenwanden of muren; de dikte van deze muren of wanden wordt niet in aanmerking genomen in die som;

  13. beschermd volume : volume van alle ruimtes van een gebouw dat thermisch gezien van de buitenomgeving (lucht of water), de grond en alle belendende ruimtes afgeschermd is;

  14. bouwschil : geheel van de wanden van het gebouw dat het beschermd volume bepaalt;

  15. systeem : technische uitrusting voor verwarming, koeling, ventilatie, warmwatervoorziening, verlichting, elektriciteit of een combinatie daarvan;

  16. vergunning : de stedenbouwkundige vergunning bedoeld in de artikelen 84, § 1, en 127, van het Waalse wetboek van ruimtelijke ordening, stedenbouw, erfgoed en energie of de eenmalige vergunning bedoeld in artikel 1, 12°, van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning;

  17. energie uit hernieuwbare bronnen : energie uit hernieuwbare niet-fossiele bronnen, namelijk wind, zon, aerothermische, geothermische en hydrothermische energie en energie uit de oceanen, waterkracht, biomassa, stortgas, gas van rioolzuiveringsinstallaties en biogassen;

  18. primaire energie : energie uit hernieuwbare en niet-hernieuwbare bronnen die geen omzetting of transformatie heeft ondergaan;

  19. hoogrenderende warmtekrachtkoppeling : warmtekrachtkoppeling zoals omschreven in artikel 2, 8°, van het decreet van 12 april 2001 betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt;

  20. warmtepomp : een machine, toestel of installatie dat/die warmte uit de natuurlijke omgeving, zoals de lucht, het water of de bodem overdraagt aan gebouwen of industriële installaties door de natuurlijke warmtestroming om te keren van een lagere naar een hogere temperatuur. Bij omkeerbare warmtepompen kan de warmtestroming ook van het gebouw naar de natuurlijke omgeving plaatsvinden;

  21. airconditioningsysteem : eeen combinatie van de bestanddelen die nodig zijn voor een vorm van inpandige luchtbehandeling, waardoor de temperatuur wordt geregeld of kan worden verlaagd, eventueel in combinatie met een controle van de ventilatie, de vochtigheid en/of de zuiverheid van de lucht.

  22. energieprestatiecertificaat (EPB-certificaat) : een door Wallonië erkend certificaat waarin het resultaat van de energieprestatie van een gebouw of gebouwunit is opgenomen, welke is berekend volgens een overeenkomstig artikel 3 goedgekeurde methodologie;

  23. stadsverwarming of -koeling : de distributie van thermische energie in de vorm van stoom, warm water of gekoelde vloeistoffen vanuit een centrale productie-installatie via een netwerk dat verbonden is met meerdere gebouwen of locaties, voor het verwarmen of koelen van ruimten of processen.

    Titel 2. - Methodologie voor de berekening van de energieprestatie van gebouwen

    Art. 3. De energieprestatie van gebouwen wordt berekend aan de hand van de methodologie die door de Regering bepaald wordt.

    Ze wordt uitgedrukt door één of meer numerieke indicatoren die de daadwerkelijk verbruikte energie in overweging nemen of berekend aan de hand van de methode die door de Regering bepaald wordt.

    De berekeningsmethode houdt rekening o.a. met de technische kenmerken van de thermische isolatie en de installaties, het ontwerp en de vestiging, gezien de klimaatparameters, de blootstelling aan zonlicht en de weerslag van de belendende structuren, met de autoproductie van energie en andere factoren, met inbegrip van het binnenklimaat, die de energievraag beïnvloeden.

    De Regering bepaalt de modaliteiten voor de toepassing van de berekeningsmethode.

    Art. 4. § 1. Voor de toepassing van de berekeningsmethode worden de EPB-units ingedeeld volgens onderstaande bestemmingen :

  24. de residentiële units;

  25. de kantoren- en dienstenunits;

  26. de units bestemd voor onderwijs;

  27. de industriële units;

  28. de units met een andere bestemming.

    § 2. Onder de bestemmingen bedoeld in § 1 kan de Regering specifieke EPB-units onderscheiden naar gelang van hun bijzondere kenmerken of van hun energieverbruik.

    Art. 5. Bij de bepaling van de methode voor de berekening van de energieprestatie houdt de Regering rekening met de elementen opgenomen in bijlage 1.

    Art. 6. De parameters van de berekeningsmethode worden door de Regering aangepast naargelang zij wordt toegepast op de bepaling van het energieprestatieniveau bereikt door :

  29. een te bouwen of te herbouwen EPB-unit;

  30. een EPB-unit dat het voorwerp is van een ingrijpende renovatie;

  31. een EPB-unit dat het voorwerp is van een gewone renovatie;

  32. een EPB-unit dat het voorwerp is van een wijziging van bestemming;

  33. een systeem.

    Art. 7. § 1. Wanneer in een gebouw gebruik gemaakt wordt één of meer concepten of technologieën die niet in aanmerking genomen worden in de berekeningsmethode, kan de Regering toestaan dat een alternatieve berekeningsmethode aangewend wordt waarmee nauwkeurig beoordeeld kan worden of het gebouw aan de EPB-normen voldoet.

    De Regering kan die toestemming slechts verlenen als de energieprestatie van die concepten en technologieën bewezen wordt.

    § 2. Er kan in een alternatieve methode voorzien worden voor de aanwending van een bouwconcept of een technologie waarmee geen rekening wordt gehouden in de berekeningsmethode op voorwaarde dat de toepassing van het systeem toelaat om een energieprestatieniveau te bereiken dat minstens gelijkwaardig is aan dat van de systemen die in aanmerking genomen worden in de berekeningsmethode.

    De Regering mag andere voorwaarden stellen om gebruik te mogen maken van een alternatieve berekeningsmethode voor de aanwending van een bouwconcept of een technologie waarmee geen rekening wordt gehouden in de berekeningsmethode, alsook de procedure tot aflevering en intrekking van de toelating bepalen.

    § 2. De toelating om gebruik te maken van een alternatieve berekeningsmethode voorzien voor een bouwconcept of een technologie waarmee geen rekening wordt gehouden in de berekeningsmethode kan toegepast worden door elke persoon die hetzelfde bouwconcept of dezelfde technologie aanwendt voor zover de voorwaarden voor het gebruik van de vergunning vervuld zijn.

    Wanneer de Regering de berekeningsmethode wijzigt, identificeert ze de bouwconcepten en de technologieën die de methode sinds kort in overweging neemt en trekt ze, wat hen betreft, de vergunning tot aanwending van een alternatieve berekeningsmethode in.

    § 3. Er kan ook in een alternatieve methode voorzien worden voor de verwezenlijking van een gebouw waarbij gebruik gemaakt wordt van een bouwconcept of een technologie die in overweging genomen worden in de berekeningsmethode wanneer de van kracht zijnde berekeningsmethode vanwege dat concept niet toelaat om de energieprestatie van dat gebouw nauwkeurig te beoordelen.

    De aanwending van een alternatieve methode kan toegelaten worden als het gebouw voldoet aan de geldende EPB-normen, los van het gebruik van de alternatieve methode.

    De Regering mag andere voorwaarden stellen waaronder gebruik gemaakt mag worden van de alternatieve methode bedoeld in het eerste lid, alsook de procedure tot afgifte en intrekking van de vergunning bepalen.

    Art. 8. De Regering maakt minstens om de vijf jaar een evaluatie van de methode voor de berekening van de energieprestatie van gebouwen en kan die aanpassen met inachtneming van de in de bouwsector geboekte technische en technologische vooruitgang.

    Het verslag wordt bekendgemaakt en aan het Parlement voorgelegd binnen de maand die op zijn...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT