2 MAART 2011. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 67, tweede tot vierde lid, van de wet van 26 april 2010 houdende diverse bepalingen inzake de organisatie van de aanvullende ziekteverzekering (I)

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 108 van de Grondwet;

Gelet op de wet van 26 april 2010 houdende diverse bepalingen inzake de organisatie van de aanvullende ziekteverzekering (I), artikel 67, tweede tot vierde lid;

Gelet op het advies van het Technisch Comité ingesteld bij de Controledienst voor de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen, gegeven op 10 maart 2010, op 1 april 2010 en op 22 april 2010;

Gelet op het advies van de Raad van de Controledienst voor de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen, gegeven op 1 maart 2010 en op 10 mei 2010;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 14 juin 2010;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, d.d. 13 juli 2010;

Gelet op het advies 48.576/1 van de Raad van State, gegeven op 17 augustus 2010 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Financiën en van de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid belast met de Maatschappelijke integratie en op advies van de in Raad vergaderde Ministers,

Besluit :

Artikel 1. De minimale en maximale bijdragen die respectievelijk moeten en kunnen worden gevraagd per mutualistisch gezin per jaar voor het geheel van de verrichtingen bedoeld in artikel 3, eerste lid, b) en c), van de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen, waarbij de personen die dit mutualistisch gezin samenstellen zich moeten aansluiten in hun hoedanigheid van leden van een ziekenfonds in de zin van artikel 2, § 3, tweede lid, van deze wet, worden respectievelijk vastgesteld op 30 euro en 250 euro.

Deze minimale en maximale bijdragen worden verhoogd in functie van de gezondheidsindex en in geval van uitzonderlijke omstandigheden overeenkomstig artikel 67, derde lid, van de wet van 26 april 2010 houdende diverse bepalingen inzake de organisatie van de aanvullende ziekteverzekering (I).

Indien het mutualistisch gezin een gerechtigde telt waarvoor een differentiëring van de bijdragen mogelijk is op basis van het sociaal statuut in toepassing van artikel 67, eerste lid, e), van de wet van 26 april 2010 houdende diverse bepalingen inzake de organisatie van de aanvullende ziekteverzekering (I), wordt de minimale bijdrage bedoeld in het eerste lid echter tot 0 euro herleid.

Art. 2. Onder "mutualistisch...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT