20 SEPTEMBER 2017. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 februari 2007 tot afbakening van de risicozones bedoeld in artikel 68-7 van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst
VERSLAG AAN DE KONING
Sire,
Het ontwerp van koninklijk besluit dat ik de eer heb aan de handtekening van Uwe majesteit voor te leggen beoogt de vaststelling van de risicozones in het kader van de dekking van het risico "overstroming" alsmede de vaststelling van de wijze van bekendmaking en raadpleging van deze zones.
De gewesten zijn bevoegd om op autonome wijze de risicozones vast te stellen in functie van de criteria in onderlinge overeenstemming vastgesteld door de gewesten en hernomen in de bijlage bij het koninklijk besluit van 12 oktober 2005 tot vaststelling van de criteria op basis waarvan de gewesten hun voorstellen inzake de afbakening van de risicozones dienen te formuleren.
Door de veranderingen in het landschap, de klimaatsverandering, de voortdurende verbeteringen aan waterloopmodellen, alsook de voortdurende investeringen in overstromingsbeveiliging is het noodzakelijk om de afbakening van de risicozones voor overstromingen te actualiseren.
Zowel in het Waalse als in het Vlaamse Gewest werden wijzigingen aangebracht aan de afbakening van de risicozones zoals deze oorspronkelijk werden hernomen in het koninklijk besluit van 28 februari 2007 tot afbakening van de risicozones bedoeld in artikel 68-7 van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst.
Omwille van een grotere transparantie en traceerbaarheid van de risicozones, is het noodzakelijk gebleken het voormelde besluit van 28 februari 2007 te wijzigen teneinde alle actueel van kracht zijnde normen te hernemen. Dit is het nagestreefde doel van dit wijzigingsbesluit.
Bovendien is het belangrijk dat de verzekeraars kunnen nagaan welke percelen nieuw werden opgenomen en welke percelen zijn verdwenen van de kaart van risicozones. Immers, voor nieuw opgenomen percelen kan een brandverzekeraar weigeren dekking te verlenen tegen overstroming en tegen overlopen en opstuwen van de openbare riolen als hij een gebouw, een gedeelte van een gebouw of de inhoud van een gebouw dekt die werden gebouwd meer dan achttien maanden na de datum van bekendmaking van de afbakening van de risicozones in het Belgisch Staatsblad (artikel 129, § 3, van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen). Daartegenover staat dat als percelen verdwenen zijn uit de kaart van risicozones, de verzekeraar niet langer het risico "overstroming" mag uitsluiten van de dekking van de brandverzekering voor de gebouwen die voorheen van dekking tegen "overstromingen" konden worden uitgesloten, overeenkomstig artikel 129, § 3, van de voornoemde wet.
Het is aldus uiterst belangrijk, zowel voor de verzekeraar als voor de consument (koper, eigenaar, huurder,...), om te kunnen vaststellen of het onroerend goed zich in een nieuwe, dan wel bestaande risicozone bevindt, dan wel of het geen risicozone meer betreft. Dit besluit verduidelijkt voor elk gewest hoe een onderscheid kan worden gemaakt tussen de drie categorieën zones.
In het Vlaams Gewest werd het besluit van de Vlaamse Regering van 6 maart 2015 houdende de actualisatie van de risicozones voor overstromingen genomen. Volgens de interpretatie gegeven door het Vlaams Gewest dienden enkel als nieuwe risicozones te worden beschouwd, deze die door de bijlage bij het besluit van de Vlaamse Regering van 6 maart 2015 toegevoegd werden aan de risicozones vastgesteld bij de beslissing van de Vlaamse Regering van 8 september 2006 tot vaststelling van de risicozones overstroming in uitvoering van de wet van 17 september 2005 tot wijziging van de verzekering tegen natuurrampen en conform het koninklijk besluit van 12 oktober 2005 tot vaststelling van de criteria op basis waarvan de gewesten hun voorstellen inzake de afbakening van de risicozones dienen te formuleren.
Volgens de Raad van State (advies nr. 60.131/1 van...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI