20 NOVEMBER 2019. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juli 2019, gesloten in het Paritair Comité voor het tabaksbedrijf, betreffende de vaststelling van de arbeidsvoorwaarden in de ondernemingen die sigaren en cigarillo's vervaardigen (1)

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het tabaksbedrijf;

Op de voordracht van de Minister van Werk,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juli 2019, gesloten in het Paritair Comité voor het tabaksbedrijf, betreffende de vaststelling van de arbeidsvoorwaarden in de ondernemingen die sigaren en cigarillo's vervaardigen.

Art. 2. De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 20 november 2019.

FILIP

Van Koningswege :

De Minister van Werk,

N. MUYLLE

_______

Nota

(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :

Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage

Paritair Comité voor het tabaksbedrijf

Collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juli 2019

Vaststelling van de arbeidsvoorwaarden in de ondernemingen die sigaren en cigarillo's vervaardigen

(Overeenkomst geregistreerd op 30 juli 2019 onder het nummer 153144/CO/133)

HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers van de ondernemingen die sigaren en cigarillo's vervaardigen en onder het Paritair Comité voor het tabaksbedrijf ressorteren.

Onder "werknemers" wordt verstaan : de arbeiders en arbeidsters.

HOOFDSTUK II. - Beroepsclassificatie

Art. 2. § 1. Vanaf 1 januari 1993 worden de functies als volgt in zes categorieën ingedeeld :

Categorie I :

- het bedienen van bobinewasmachines.

Categorie II :

- het scheuren van opengelegde tabak, losmaken van manokken;

- het strippen en openleggen van het dekblad en van het omblad;

- het omblad opleggen met compleetmachines;

- het bedienen van dekbladstripmachines;

- het vervaardigen van wikkels met wikkelmachines, met handinzet in vormen;

- de aan- en afvoer van een beperkte variëteit aan hulpmiddelen en/of grondstoffen;

- het verdelen van bobines;

- het handmatig inpakken zonder op kleur te sorteren;

- het bedienen van stik-, nagel-, lijm-, scharnier-, etiketteer-, druk- of snijmachines;

- de schoonmaak van het sanitair, de gebouwen en omgeving;

- het uitwendig poetsen van machines, dit wil zeggen het uitwendig doch volledig reinigen van de machines, waarbij eventueel kleppen en/of deksels verwijderd kunnen worden;

- het kantinepersoneel (behandelen en uitwendig onderhoud van apparatuur in kantine, aanvullen en bedienen).

Categorie III :

- het handmatig opdekken van sigaren;

- het handmatig opdekken van cigarillo's;

- het dekblad opleggen met compleetmachines;

- het bedienen van bosjesmachines PKD (pers-, keer- en droogmachines);

- het bedienen van strangwikkelmachines;

- het invoeren van dek- of omblad in automatische opspoelmachines;

- het bedienen van automatische op- en afspoelmachines voor dek- en omblad;

- het bedienen van matteer- en persmachines;

- het bedienen van ring- en cellofaneermachines;

- het cellofaneren, banderolleren van doosjes en kistjes en het maken van sloffen;

- het sorteren en inpakken van sigaren in meerdere kleuren;

- het bedienen van kleurmachines;

- het bedienen hoogtechnologische machines (onder andere HSO-machines);

- het bedienen van automatische inpakmachines;

- het verpakken van collis op palletten;

- de visuele kwaliteitscontrole.

Categorie IV :

- het bedienen van machines voor het bereiden van het binnengoed (grote stripmachines);

- het aanmaken van diverse hulpmiddelen (matteer en lijm);

- het controleren van de technische afwerking en hoedanigheden van de producten, zoals de trekweerstand, het gewicht en de vochtigheidsgraad;

- het technisch poetsen, dit wil zeggen het periodiek onderhoud van de machines en onderdelen met demontage en montage (niet noodzakelijk door deze werknemers zelf verricht), waarbij de nodige stukken worden gesmeerd, zodat een technische basiskennis van de machines is vereist;

- het verzamelen en inpakken van bestellingen voor de klanten;

- de magazijnier voor : de grondstoffen, de verpakking, de afgewerkte producten;

- het laden en lossen van vrachtwagens en opslaan van de vracht.

Categorie V :

- het besturen van vrachtwagens;

- de technische magazijnier;

- de tewerkgestelde voor het verstrekken van instructies bij de opleiding van nieuwelingen in de fabricatie;

- het onderhouden van gebouwen, tuinen en installaties.

Categorie VI :

- de werkplaats- en revisiemonteurs;

- de elektriciens;

- de zaal- of stelmonteurs;

- de elektronici.

§ 2. Bij polyvalentie van bepaalde functies die tot eenzelfde categorie behoren, wordt het loon verbonden aan die categorie uitgekeerd.

§ 3. Bij gecombineerde functies of polyvalente functies die tot verschillende categorieën behoren, wordt de verloning op ondernemingsvlak geregeld.

§ 4. Alle niet opgenomen functies zullen op ondernemingsvlak via vergelijkend onderzoek gerangschikt worden onder één van de bestaande categorieën.

HOOFDSTUK III. - Lonen, premies en vergoedingen

A. Minimumuurloon

Art. 3. Op 1 januari 2019 worden de bestaande, bij collectieve arbeidsovereenkomst vastgelegde minimumuurlonen en de effectief uitbetaalde lonen verhoogd met 0,20 EUR. Rekening houdend met deze verhoging bedragen de minimumuurlonen voor een arbeidsweek van 36 u 30 op 1 januari 2019 per categorie :

Catégories Salaire horaire minimum Categorieën MinimumuurloonI 14,1495 I 14,1495II 14,1900 II 14,1900III 14,2390 III 14,2390IV 14,8580 IV 14,8580V 15,2015 V 15,2015VI 15,4705 VI 15,4705

Deze bedragen stemmen overeen met het gemiddelde van de viermaandelijkse indexcijfers van het vierde kwartaal 2018, zijnde 105,78.

B. Overuren

Art. 4. Vanaf 1 januari 1997 kunnen overuren verricht door voltijdse werknemers ingevolge buitengewone vermeerdering van het werk, op hun verzoek worden omgezet in bijkomende inhaalrust in overleg met de werkgevers.

Het overuur dat normaal aanleiding zou geven tot een toeslag van 50 pct. geeft recht op een halfuur inhaalrust; het overuur dat normaal aanleiding zou geven tot een toeslag van 100 pct. geeft recht op één uur inhaalrust, hetgeen in het eerstvernoemde geval een recuperatie betekent van anderhalf uur, in het laatstvernoemde geval van twee uren.

Deze recuperaties worden als gewone uurlonen vergoed zonder betaling van enig overloon hiervoor.

In overleg met de werkgever wordt het tijdstip van de inhaalrust vastgesteld die in ieder geval binnen drie maanden moet opgenomen zijn, te...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT