20 NOVEMBER 2019. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 2019, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, betreffende het nationaal akkoord 2019-2020 (1)

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie;

Op de voordracht van de Minister van Werk,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 2019, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, betreffende het nationaal akkoord 2019-2020.

Art. 2. De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 20 november 2019.

FILIP

Van Koningswege :

De Minister van Werk,

N. MUYLLE

_______

Nota

(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :

Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage

Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie

Collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 2019

Nationaal akkoord 2019-2020 (Overeenkomst geregistreerd op 24 juli 2019 onder het nummer 152842/CO/149.01)

HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie.

Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "arbeiders" verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werklieden.

HOOFDSTUK II. - Kader

Art. 2. Voorwerp

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor de periode 2019-2020 met in acht name van het koninklijk besluit van 19 april 2019 tot uitvoering van artikel 7, § 1 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen (Belgisch Staatsblad van 24 april 2019).

Art. 3. Procedure

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt neergelegd op de Griffie van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 7 november 1969 tot vaststelling van de modaliteiten van neerlegging van de collectieve arbeidsovereenkomsten (Belgisch Staatsblad van 22 november 1969).

De ondertekenende partijen vragen de algemeen bindend verklaring bij koninklijk besluit van deze collectieve arbeidsovereenkomst, inclusief de bijlage.

HOOFDSTUK III. - Inkomenszekerheid

Art. 4. Verhoging van de lonen

§ 1. Op 1 juli 2019 worden alle sectorale minimumuurlonen verhoogd met 1,1 pct..

§ 2. Op 1 juli 2019 worden alle effectieve uurlonen met 1,1 pct. verhoogd, behalve voor die ondernemingen waar de beschikbare marge op een alternatieve manier wordt ingevuld via een ondernemingsenveloppe.

§ 3. Indien geen ondernemingsoverleg over de enveloppe wordt opgestart of indien het overleg tegen 30 september 2019 niet uitmondt in een collectieve arbeidsovereenkomst, worden de effectieve uurlonen van de arbeiders vanaf 1 juli 2019 verhoogd met 1,1 pct..

Art. 5. Ondernemingsenveloppe

§ 1. De ondernemingen kunnen op 1 juli 2019 de beschikbare maximale loonmarge van 1,1 pct. van de loonmassa op een alternatieve manier invullen via een terugkerende ondernemingsenveloppe. De besteding van deze enveloppe kan enkel worden onderhandeld in ondernemingen waar een vakbondsafvaardiging is opgericht.

Onder "loonmassa" wordt begrepen : de effectieve bruto uurlonen (met inbegrip van de eindejaarspremies, de ploegenpremies, het overloon, enz.) alsook bijhorende sociale lasten (sociale zekerheidsbijdragen werkgever en andere sociale lasten).

§ 2. De procedure voor de ondernemingsonderhandelingen over de besteding van het terugkerend budget verloopt in 2 stappen :

  1. Voorafgaandelijk moeten op ondernemingsvlak zowel de werkgever als alle in de vakbondsafvaardiging van de in de onderneming vertegenwoordigde vakorganisaties akkoord gaan over het principe van de besteding van de enveloppe;

  2. Indien besloten wordt tot een ondernemingsoverleg over de besteding van de enveloppe, moet dit overleg ten laatste op 30 september 2019 leiden tot het afsluiten van een collectieve arbeidsovereenkomst.

Opmerking

De collectieve arbeidsovereenkomst inzake uurlonen van 27 september 2017, geregistreerd onder het nummer 142857/CO/149.01 en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 3 juni 2018 (Belgisch Staatsblad van 21 juni 2018), zal in die zin worden aangepast vanaf 1 juli 2019 en dit voor onbepaalde duur.

Art. 6. Fonds voor bestaanszekerheid

§ 1. Vanaf 1 juli 2017 wordt een aanvullende vergoeding toegekend aan de oudere werknemers die hun arbeidsduur in het kader van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van 27 juni 2012 verminderen met 1/5de.

Deze vergoeding wordt toegekend vanaf 60 jaar of vanaf 55 jaar in de gevallen bepaald in collectieve arbeidsovereenkomst nr. 137 van 23 april 2019, en dit voor onbepaalde duur.

§ 2. Vanaf 1 januari 2019 tot 31 december 2021 kunnen arbeiders aanspraak maken op een terugbetaling van de kosten voor kinderopvang door het fonds voor bestaanszekerheid.

Deze terugbetaling geldt voor de kosten voor opvang van kinderen tot de leeftijd van 3 jaar in een gezins- of groepsopvang die wordt erkend door Kind en Gezin of l'Office de la Naissance et l'Enfance en bedraagt 3 EUR per dag/per kind, met een maximum van 300 EUR per jaar/per kind.

Deze terugbetaling gebeurt op basis van het fiscaal attest.

§ 3. Vanaf 1 juli 2019 worden alle aanvullende vergoedingen geïndexeerd op basis van de reële loonindexeringen op 1 januari 2018 en op 1 januari 2019 (de sociale index van de maand december van het voorgaande kalenderjaar wordt vergeleken met de sociale index van de maand december van het kalenderjaar daarvoor).

Door deze berekening, met name 1,88 pct. op 1 januari 2018 en 2,21 pct. op 1 januari 2019, worden de aanvullende vergoedingen met 4,13 pct. geïndexeerd.

Hierdoor worden de aanvullende vergoedingen vanaf 1 juli 2019 als volgt verhoogd :

- Aanvullende vergoeding bij tijdelijke werkloosheid : 11,63 EUR per werkloosheidsuitkering en 5,82 EUR per halve werkloosheidsuitkering;

- Aanvullende vergoeding bij volledige werkloosheid : 6,12 EUR per werkloosheidsuitkering en 3,06 EUR per halve werkloosheidsuitkering;

- Aanvullende vergoeding bij volledige werkloosheid voor oudere werklozen : 6,12 EUR per werkloosheidsuitkering en 3,06 EUR per halve werkloosheidsuitkering;

- Aanvullende vergoeding bij arbeidsongeschiktheid : 1,73 EUR per RIZIV-uitkering en 0,86 EUR per halve RIZIV-uitkering;

- Aanvullende vergoeding bij arbeidsongeschiktheid voor oudere zieken : 8,46 EUR per RIZIV-uitkering en 4,23 EUR per halve RIZIV-uitkering;

- Aanvullende vergoeding bij sluiting : 304,02 EUR + 15,31 EUR/jaar, met een maximum van 1 002,69 EUR;

- Aanvullende vergoeding bij halftijds tijdskrediet : 76,00 EUR/maand;

- Aanvullende vergoeding bij 1/5de landingsbaan : 30,41 EUR/maand.

Opmerking

De collectieve arbeidsovereenkomst van 12 december 2018 betreffende de wijziging en coördinatie van de statuten van het fonds voor bestaanszekerheid, geregistreerd onder het nummer 150207/CO/149.01 en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 23 maart 2019 (Belgisch Staatsblad van 9 april 2019), zal vanaf 1 juli 2019 in die zin worden aangepast, en dit voor onbepaalde duur.

Art. 7...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT