20 JUNI 2016. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de regels voor de medische controle van toepassing op de personeelsleden van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

De Minister van Openbaar Ambt,

Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, gewijzigd door de bijzondere wet van 16 juli 1993, het artikel 4;

Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, artikel 11, § 1, vervangen door het koninklijk besluit nr. 4 van 18 april 1967;

Gelet op de Ordonnantie van 8 september 1994 houdende oprichting van de Economische en Sociale Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, artikel 8;

Gelet het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 2002 houdende het administratief en geldelijk statuut van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, laatst gewijzigd op 1 juni 2002; artikel 227, lid 1.

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 27 maart 2014 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar but van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, artikel 244;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën gegeven op 15 juli 2015

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 22 juli 2015;

Gelet op het protocol nr. 2016/5 van Sector XV van 1 februari 2016;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij van 28 maart 2015;

Gelet op het advies van het beheerscomité van de Gewestelijke Vennootschap van de Haven van Brussel van 27 maart 2015;

Gelet op het advies van het beheerscomité van de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling van 30 april 2015;

Gelet op het advies van de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijke Gewest van 2 maart 2015;

Gelet op het advies 59.159/4 van de Raad van State, gegeven op 20 april 2016, in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op de Gendertest uitgevoerd op 14 april 2016,

Besluit :

HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied en begripsomschrijving

Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de personeelsleden de instellingen vernoemd in artikel 2 van het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 27 mars 2014 houdende het administratief statuut en bezoldigingsregeling van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Art. 2. Voor de toepassing van dit besluit, wordt verstaan onder :

  1. personeelslid, het statutaire of contractuele personeelslid van de instellingen vermeld in artikel 2 van het Besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 27 maart 2014 houdend het administratief en geldelijk statuut van het personeel van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

  2. Werkgever : de instellingen vermeld in artikel 2 van het Besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 27 maart 2014 houdend het administratief en geldelijk statuut van het personeel van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

  3. de functionele chef : personeelslid die de leiding en/of dagelijkse controle heeft over het functioneren van een team ingevolge diens functiebeschrijving.

HOOFDSTUK 2. - Verplichtingen van het personeelslid in geval van ziekte

Afdeling 1. - Verplichting de hiërarchie op de hoogte te brengen

Art. 3. Het personeelslid brengt zijn/haar functionele chef of de persoon die daartoe werd aangeduid, op de hoogte van zijn/haar afwezigheid door elk bestaand communicatiemiddel :

persoonlijk of in geval van overmacht via een tussenpersoon,

op de eerste dag afwezigheid,

Op het eerste uur van het vaste ochtendschema of als hij/zij een specifiek uurrooster heeft, v~~r de normale start van zijn activiteiten.

Als hij/zij zijn/haar functionele chef niet kan bereiken, verwittigt hij/zij een van zijn/haar hiërarchisch meerderen of een persoon aangewezen door zijn/haar functionele chef.

Als het personeelslid niet thuis of op zijn/haar gewoonlijke verblijfplaats is, deelt hij/zij zijn/haar tijdelijke adres en elke adreswijziging mee aan de werkgever of zijn mandataris.

Art. 4. De functionele chef of de aangewezen persoon brengt onmiddellijk de dienst Human Resources van de instelling op de hoogte, die op haar beurt de medische controledienst op de hoogte brengt.

...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT