20 JULI 2022. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot instelling van een steun voor individuele beroepsopleiding in de onderneming (FPIe)
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering,
Gelet op de ordonnantie van 10 maart 2016 betreffende de stages voor werkzoekenden, artikel 21;
Gelet op de ordonnantie van 23 juni 2017 betreffende de tewerkstellingssteun in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, artikel 32;
Gelet op het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering;
Gelet op het besluit van de Regering van 16 december 2021 betreffende begrotingscontrole, de begrotingsopmaak, de begrotingswijzigingen en de monitoring van de gewestelijke entiteit;
Gelet op de gendertest, uitgevoerd op 5 januari 2022;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 7 februari 2022;
Gelet op de akkoordbevinding van de minister van Begroting, gegeven op 11 februari 2022;
Gelet op het advies van het Beheerscomité van Actiris, gegeven op 2 maart 2022;
Gelet op het advies van de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, gegeven op 9 maart 2022;
Gelet op advies nr. 71.865/1 van de Raad van State, gegeven op 15 juli 2022, in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 3° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Gelet op het advies 118/2022 van de Gegevensbeschermingsautoriteit, gegeven op 10/06/2022;
Gelet op de dringende noodzaak, gerechtvaardigd door de verplichte voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tot daadwerkelijke overname van de betaling van de opleidingstoelage op 1 januari 2022 als gevolg van een beslissing door de RVA om de betaling stop te zetten;
Dat, met betrekking tot de COVID-19-gezondheidscrisis, de individuele beroepsopleiding in de onderneming (IBO) een belangrijke springplank betekent voor de tewerkstelling in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
Dat werkzoekenden zonder inkomen geen middelen zouden hebben om werkgevers ervan te overtuigen hen in dienst te nemen in het kader van een individuele beroepsopleiding in de onderneming, omdat zij in hun ogen minder aantrekkelijk zouden zijn dan anderen;
Dat veel werknemers geen werkzoekenden meer in dienst kunnen nemen zonder hun kosten te verlagen;
Dat de individuele beroepsopleidingsovereenkomst in de onderneming afhankelijk wordt gesteld van de aanwerving van een werkzoekende met een arbeidsovereenkomst voor minstens dezelfde duur als de beroepsopleidingsovereenkomst en dat die bijgevolg werkgelegenheid schept in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
Dat de administratieve vereenvoudiging die het scenario van het hervatten van premiebetaling...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI