20 JULI 2021. - Koninklijk besluit houdende tweede verdeling van het provisioneel krediet ingeschreven in het programma 06-90-1 van de wet van 22 december 2020 houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2021 en bestemd tot het dekken van de uitgaven betreffende het nieuw beleid
FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 22 december 2020 houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2021, artikel 2.06.2;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 5 juli 2021;
Overwegende de beslissingen van de Ministerraad van 23 oktober 2020, punt 6, over de meerjarenbegroting 2021-2024;
Overwegende de beslissing van de Ministerraad van 21 mei 2021, punt 21, over het beroep tot de interdepartementale provisie voor de versterking van Justitie - Uitvoering van de beslissing van de Raad van 23 oktober 2020, punt 6 van de agenda - Tweede fase;
Overwegende de beslissing van de Ministerraad van 18 juni 2021, punt 17, over de herverdeling van de interdepartementale provisie voor klimaatfinanciering;
Overwegende de beslissing van de Ministerraad van 24 juni 2021, punt 34, over de verdeling van kredieten bestemd in het kader van nieuw beleid - Versterking van de Federale Politie;
Overwegende dat op het programma 06-90-1 van de wet van 22 december 2020 houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2021 een provisioneel vastleggingskrediet en een provisioneel vereffeningskrediet van 350.000.000 euro is ingeschreven, bestemd tot het dekken van de uitgaven betreffende het nieuw beleid;
Overwegende dat op de secties 01 - Dotaties en activiteiten van de Koninklijke Familie; 06 - FOD Beleid en Ondersteuning; 12 - FOD Justitie; 14 - FOD Buitenlandse Zaken; 17 - Federale Politie; 25 - FOD Volksgezondheid en 33 - FOD Mobiliteit en Vervoer van 22 december 2020 houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2021 geen enkel krediet is uitgetrokken om de uitgaven te dekken in verband met nieuw beleid;
Op de voordracht van de Staatssecretaris voor Begroting, en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1. Een vastleggingskrediet van 90.050.471 euro en een vereffeningskrediet van 92.747.968 euro worden afgenomen van het provisioneel krediet, ingeschreven op het programma 06-90-1 (basisallocatie 90.10.01.00.06) van de wet van 22 december 2020 houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2021, en wordt verdeeld overeenkomstig de bijgevoegde tabel.
De in deze tabel vermelde bedragen worden gevoegd bij de kredieten die onder de betrokken programma's en basisallocaties zijn uitgetrokken voor het begrotingsjaar 2021.
Art. 2. Dit besluit treedt in werking de...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI