20 JANUARI 2015. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 5 mei 2008 betreffende de bestrijding van aviaire influenza

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de Grondwet, artikel 108;

Gelet op de dierengezondheidswet van 24 maart 1987, artikel 8, eerste lid, 1° en artikel 9, 3° ;

Gelet op de wet van 4 februari 2000 houdende oprichting van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, artikel 4, gewijzigd bij de wetten van 13 juli 2001, 22 december 2003, 9 juli 2004 en 20 juli 2005 en 22 december 2008, en artikel 5, tweede lid, 13° ;

Gelet op het koninklijk besluit van 16 november 2001 houdende het toevertrouwen van bijkomende opdrachten aan het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, artikel 2, d);

Gelet op het koninklijk besluit van 5 mei 2008 betreffende de bestrijding van aviaire influenza;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 26 november 2014;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat er door de recente notificatie van hoogpathogene aviaire influenza door Nederland van het subtype H5N8, vastgesteld in meerdere provincies, er een sterk verhoogde dreiging is op insleep van het virus in België en dat als gevolg hiervan het dringend noodzakelijk is om de bioveiligheidsmaatregelen bij pluimvee en andere vogels aan te passen;

Gelet op advies 56.924/3 van de Raad van State, gegeven op 23 december 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Landbouw,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Artikel 3/5 van het koninklijk besluit van 5 mei 2008 betreffende de bestrijding van aviaire influenza, wordt vervangen als volgt :

Art. 3/5. Maatregelen geldend in een periode van verhoogd risico.

Tijdens een periode van verhoogd risico, en na een risico-evaluatie uitgevoerd door het Voedselagentschap, kan de Minister één of meer van volgende maatregelen opleggen op het hele grondgebied in een periode met verhoogd risico, bovenop de maatregelen waarvan sprake in de artikelen 3/2, 3/3, en 3/4 :

1. Pluimvee van geregistreerde pluimveebedrijven moet worden opgehokt of op zodanige wijze worden afgeschermd dat contact met wilde vogels vermeden wordt.

2. Het pluimvee en de andere in gevangenschap gehouden vogels moeten...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT