20 APRIL 2015. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten en van het koninklijk besluit van 22 oktober 2003 betreffende de voortgezette opleiding van de personeelsleden van de politiediensten

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, artikel 121, vervangen bij de wet van 26 april 2002;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten (RPPol);

Gelet op het koninklijk besluit van 22 oktober 2003 betreffende de voortgezette opleiding van de personeelsleden van de politiediensten;

Gelet op het protocol van onderhandelingen nr. 337/4 van het onderhandelingscomité voor de politiediensten, gesloten op 25 juni 2014;

Gelet op het advies van de Inspecteur-generaal van Financiën, gegeven op 4 juli 2014;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Ambtenarenzaken, d.d. 7 oktober 2014;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, d.d. 10 oktober 2014;

Overwegende dat het advies van de Raad van burgemeesters niet regelmatig binnen de voorgeschreven termijn gegeven is en dat geen verzoek om verlenging van de termijn gedaan is; dat er bijgevolg aan is voorbijgegaan;

Gelet op advies nr. 56.843/2 van de Raad van State, gegeven op 17 december 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973 ;

Op de voordracht van de Minister van Binnenlandse Zaken en de Minister van Justitie,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

HOOFDSTUK I. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten ("RPPol")

Artikel 1. In artikel VI.II.18 RPPol, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 december 2005 en het koninklijk besluit van 2 maart 2007, wordt tussen het derde en het vierde lid een lid ingevoegd, luidende :

"In voorkomend geval wordt deze oproep aangevuld met de maximumperiode van aanwijzing indien het een betrekking betreft bedoeld in artikel VI.II.68ter.".

Art. 2. In deel VI, titel II, hoofdstuk II, RPPol wordt een afdeling 6 ingevoegd die artikel VI.II.68ter bevat, luidende :

"Afdeling 6. - Bijzondere bepalingen eigen aan de mobiliteit naar een betrekking binnen de directie van de speciale eenheden

Art. VI.II.68ter. De overheid bedoeld in artikel VI.II.15, § 1, kan een maximumperiode van aanwijzing vaststellen voor de betrekkingen van de directie van de speciale eenheden die zij bepaalt, zonder dat het mogelijk is om opnieuw voor een...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT