2 JUNI 2019. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 november 2018, gesloten in het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, betreffende de interne grens en de implementatie en de modaliteiten van het systeem van vrijwillige overuren in het kader van de 'Wet Peeters' (1)

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest;

Op de voordracht van de Minister van Werk,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 27 november 2018, gesloten in het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, betreffende de interne grens en de implementatie en de modaliteiten van het systeem van vrijwillige overuren in het kader van de "Wet Peeters".

Art. 2. De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 2 juni 2019.

FILIP

Van Koningswege :

De Minister van Werk,

K. PEETERS

_______

Nota

(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :

Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage

Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest

Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 november 2018

Interne grens en implementatie en modaliteiten van het systeem van vrijwillige overuren in het kader van de "Wet Peeters" (Overeenkomst geregistreerd op 11 december 2018 onder het nummer 149458/CO/328.03)

Preambule

De wet betreffende werkbaar en wendbaar werk van 5 maart 2017 (de zogenaamde "Wet Peeters") heeft sommige bepalingen van de arbeidswet van 16 maart 1971 gewijzigd.

De onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst past in het kader van deze Wet Peeters en strekt ertoe:

  1. de referteperiode en de interne grens van toepassing op het bedoelde personeel vast te stellen;

  2. het systeem van de "vrijwillige" overuren, voorzien in artikel 25bis van de arbeidswet van 16 maart 1971, te implementeren en de modaliteiten hiervan te bepalen.

    Wordt het volgende overeengekomen:

    Artikel 1. Toepassingsgebied

    De onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgever die onder het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest valt en op al zijn personeelsleden, met uitzondering van:

    - het personeel dat deeltijds werkt in het kader van een tijdskrediet, thematisch verlof en medisch halftijdse tewerkstelling (ook naar aanleiding van een arbeidsongeval);

    - het personeel met een glijdend uurrooster; en

    - de bedienden, kaderleden en directiekaderleden, die niet prikken.

    [Opmerking:

    Er zal later onderzocht worden of het haalbaar is om de bepalingen van de onderhavige overeenkomst toe te passen op het personeel met een glijdend uurrooster.]

    Art. 2. Voorwerp

    De onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst heeft betrekking op de referteperiode, de interne grens en de bijzondere modaliteiten verbonden aan het systeem van de "vrijwillige" overuren zoals voorzien in artikel 25bis van de arbeidswet van 16 maart 1971.

    Art. 3. Definities

    In de onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst hebben de onderstaande termen de volgende betekenis:

  3. De arbeidsduur is de tijd gedurende dewelke de werknemer ter beschikking van de werkgever staat en waarover hij niet vrij kan beschikken.

  4. De referteperiode is de periode na afloop waarvan de toepasselijke gemiddelde wekelijkse arbeidsduur moet nageleefd zijn.

  5. De interne grens van de arbeidsduur is het maximale aantal uren van overschrijding van de normale wekelijkse arbeidsduurgrens binnen de toepasselijke referteperiode dat nog moet ingehaald worden of dat opgenomen werd in het kader van de vrijwillige overuren, met uitzondering van het aantal vrijwillige overuren dat niet moet meegeteld worden (in overeenstemming met artikel 26bis, § 1bis van de arbeidswet van 16 maart 1971).

  6. De "vrijwillige" overuren zijn, in de zin van artikel 25bis van de arbeidswet...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT