2 JUNI 2019. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 oktober 2018, gesloten in het Paritair Comité voor de steenbakkerij, betreffende het sectoraal aanvullend pensioenstelsel (1)

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de steenbakkerij;

Op de voordracht van de Minister van Werk,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 18 oktober 2018, gesloten in het Paritair Comité voor de steenbakkerij, betreffende het sectoraal aanvullend pensioenstelsel.

Art. 2. De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 2 juni 2019.

FILIP

Van Koningswege :

De Minister van Werk,

K. PEETERS

_______

Nota

(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :

Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage

Paritair Comité voor de steenbakkerij

Collectieve arbeidsovereenkomst van 18 oktober 2018

Sectoraal aanvullend pensioenstelsel

(Overeenkomst geregistreerd op 11 december 2018 onder het nummer 149432/CO/114)

HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de steenbakkerij.

De termen "arbeider", "hij", "zijn",... verwijzen naar arbeiders en arbeidsters.

HOOFDSTUK II. - Begrippen en definities

Art. 2. Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt verstaan onder :

2.1. WAP

De wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid.

2.2. Paritair comité

Het Paritair Comité voor de steenbakkerij of ook PC 114.

HOOFDSTUK III. - Voorwerp en doelstelling

Art. 3. Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft als voorwerp het sectoraal aanvullend pensioenstelsel, ingevoerd met ingang van 30 november 2011 overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 februari 2012 tot invoering van een sectoraal pensioenstelsel, aan diverse wijzigingen die werden doorgevoerd in de WAP.

Meer specifiek wordt deze collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in uitvoering van de volgende bepalingen die de WAP hebben gewijzigd :

1) De wet van 15 mei 2014 houdende diverse bepalingen (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 19 juni 2014);

2) De wet van 18 december 2015 tot waarborging van de duurzaamheid en het sociale karakter van de aanvullende pensioenen en tot versterking van het aanvullende karakter ten opzichte van de rustpensioenen (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 24 december 2015);

3) De wet van 27 juni 2018 inzake de omzetting van richtlijn 2014/50/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende minimumvereisten voor de vergroting van de mobiliteit van werknemers tussen de lidstaten door het verbeteren van de verwerving en het behoud van aanvullende pensioenrechten (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 5 juli 2018).

Art. 4. Het doel van dit sectoraal aanvullend pensioenstelsel is het garanderen, buiten de wettelijke verplichtingen inzake pensioenen en ter verhoging ervan :

- aan de aangeslotene zelf, van een kapitaal bij pensionering;

- aan de begunstigde zoals bepaald in het pensioenreglement, van een kapitaal in geval van overlijden van de aangeslotene vóór de eindleeftijd die bepaald is in het pensioenreglement.

Het als bijlage opgenomen pensioenreglement maakt integraal deel uit van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 5. Van de mogelijkheid voorzien in artikel 9 van de WAP waardoor werkgevers de mogelijkheid zouden hebben om de uitvoering van het pensioenstelsel zelf te organiseren via een pensioenstelsel op het niveau van de onderneming ("opting out"), wordt geen gebruik gemaakt door het paritair comité.

HOOFDSTUK IV. - Inrichter

Art. 6. De inrichter van het sectoraal pensioenstelsel is het "Sociaal Fonds voor de baksteenindustrie", Kartuizersstraat 19 bus 19, 1000 Brussel.

HOOFDSTUK V. - Pensioeninstelling en toezichtscomité

Art. 7. Bij toepassing van artikel 8 van de WAP wordt als pensioeninstelling gekozen Federale Verzekering, Vereniging van Onderlinge Levensverzekeringen, toegelaten onder codenummer 0346, met als zetel Stoofstraat 12, 1000 Brussel.

Aangezien de pensioeninstelling niet op paritaire wijze wordt beheerd, zal in overeenstemming met artikel 41, § 2 van de WAP, een toezichtscomité worden opgericht.

HOOFDSTUK VI. - Pensioenbijdrage

Art. 8. De pensioenbijdrage omvat geen verzekeringstaks wegens het specifieke statuut van fonds voor bestaanszekerheid van de inrichter. De pensioenbijdrage omvat evenmin de bijzondere sociale zekerheidsbijdrage inzake aanvullende pensioenen die op het ogenblik van de sluiting van deze collectieve arbeidsovereenkomst 8,86 pct. bedraagt.

Bij het toekennen van de bijdrage wordt geen onderscheid gemaakt naargelang het arbeidsregime van de aangeslotene.

  1. Vanaf 2012 (tot herziening)

    De pensioenbijdrage, die een trimestriële bijdrage is, is verworven op het einde van elk trimester (31 maart, 30 juni, 30 september en 31 december), voor zover de aangeslotene in het betreffende trimester niet uittreedt, overlijdt of de eindleeftijd bereikt en in de DmfA-aangifte van het betreffende trimester met ten minste één dag onder prestatiecode 1, 2, 3, 5, 60, 70, 71 of 72 voorkomt. Als er alleen een verbrekingsvergoeding (looncode 3) aangegeven wordt, in combinatie met prestatiecode 1, is de pensioenbijdrage niet verschuldigd.

    De pensioenbijdrage wordt vanaf 1 januari 2012 vastgesteld op 33,75 EUR.

    De pensioenbijdrage, verhoogd met de sociale zekerheidsbijdrage inzake aanvullende pensioenen en de werkingskosten van het pensioenstelsel (in het bijzonder van de pensioeninstelling), wordt trimestrieel geïnd door de RSZ. Bedoelde trimestriële inning stemt overeen met een bedrag van 38,56 EUR.

  2. Startbijdrage bij de inwerkingtreding van het pensioenstelsel

    Aan de arbeider die aangesloten werd bij de inwerkingtreding van het pensioenstelsel op 30 november 2011, werd op die datum een startbijdrage toegekend.

    De startbijdrage bedroeg 50 EUR.

    De startbijdrage, verhoogd met de sociale zekerheidsbijdrage inzake aanvullende pensioenen en de werkingskosten van het pensioenstelsel, werd geïnd door de inrichter. Bedoelde inning stemt overeen met een bedrag van 54,43 EUR.

    HOOFDSTUK VII. - Groepsverzekering

    Art. 9. Het aanvullend sectoraal pensioenstelsel wordt uitgevoerd via een groepsverzekering die door de inrichter wordt onderschreven.

    De bijdragen worden toegewezen aan een groepsverzekering tak 21 van het type kapitalisatie.

    De aanspraken op het aanvullend pensioen worden bepaald overeenkomstig het pensioenreglement dat als bijlage bij deze collectieve arbeidsovereenkomst is opgenomen.

    HOOFDSTUK VIII. - Procedure van uittreding

    Art. 10. De aangeslotene wordt beschouwd als "uitgetreden" wanneer de inrichter of de aangeslotene de pensioeninstelling schriftelijk op de hoogte brengen van de beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst en zijn tewerkstelling in de sector.

    Vanaf het ogenblik dat de aangeslotene beschouwd wordt als "uitgetreden", is artikel 31, § 1, tweede en derde punt en artikel 31, § 2 van de WAP van toepassing.

    HOOFDSTUK IX. - Nietigheid

    Art. 11. De nietigheid van één of meer artikels of van gedeelten van artikels van deze collectieve arbeidsovereenkomst leidt niet tot de nietigheid van de volledige collectieve arbeidsovereenkomst.

    HOOFDSTUK X. - Opheffing

    Art. 12. Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt integraal de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 februari 2012 tot invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel (overeenkomst geregistreerd op 20 maart 2012 onder het nummer 108956/CO/114), evenals de bijlage bij deze collectieve arbeidsovereenkomst.

    HOOFDSTUK XI. - Geldigheidsduur

    Art. 13. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2018.

    De aanpassingen in het bijgevoegde pensioenreglement overeenkomstig de wet van 15 mei 2014 houdende diverse bepalingen zijn reeds van toepassing sinds 30 juni 2017. De aanpassingen in het bijgevoegde pensioenreglement overeenkomstig de wet van 27 juni 2018 inzake de omzetting van richtlijn 2014/50/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende minimumvereisten voor de vergroting van de mobiliteit van werknemers tussen de lidstaten door het verbeteren van de verwerving en het behoud van aanvullende pensioenrechten zijn van toepassing vanaf 1 januari 2019.

    Art. 14. Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor onbepaalde duur. Zij kan door elk van de partijen worden beëindigd, mits een opzegging van zes maanden wordt betekend per aangetekend schrijven, gericht aan de voorzitter van het paritair comité.

    Art. 15. Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt neergelegd ter Griffie van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg en de algemeen verbindende kracht bij koninklijk besluit wordt gevraagd.

    Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 2 juni 2019.

    De Minister van Werk,

    K. PEETERS

    Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 oktober 2018, gesloten in het Paritair Comité voor de steenbakkerij, betreffende het sectoraal aanvullend pensioenstelsel

    Pensioenreglement

    Bijzondere bepalingen

    1. Voorwerp, type en doel van het pensioenstelsel

    In uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 februari 2012 (die de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 december 2011 vervangt) voerde het "Sociaal Fonds voor de baksteenindustrie", hierna de inrichter, een sectoraal pensioenstelsel van het type vaste bijdragen zonder rendementsgarantie van de inrichter in en dit met het oog op het financieren van een sectoraal pensioen ten gunste van de arbeid(st)ers die bedoeld zijn onder het punt 5. Aansluiting.

    Het doel van dit pensioenstelsel is het garanderen, buiten de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT