2 FEBRUARI 2015. - Ministerieel besluit houdende delegatie van bevoegdheden en handtekeningen inzake de wet van 3 december 2005 betreffende de uitkering van een inkomenscompensatievergoeding aan zelfstandigen die het slachtoffer zijn van hinder ten gevolge van werken op het openbaar domein aan de ambtenaren-generaal van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel

De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Economie,

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 87, § 1;

Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen, artikel 40, § 1;

Gelet op de wet van 3 december 2005 betreffende de uitkering van een inkomenscompensatievergoeding aan zelfstandigen die het slachtoffer zijn van hinder ten gevolge van werken op het openbaar domein;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2000 tot regeling van haar werkwijze en tot regeling van de ondertekening van de akten van de Regering, de artikelen 5, 8°, en 10;

Overwegende de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 6, § 1, VI, 8° ;

Overwegende de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle;

Overwegende het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 25 maart 1999 betreffende de delegatie van tekenbevoegdheid voor financiële aangelegenheden aan de ambtenaren-generaal van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

Overwegende het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 juli 2006 betreffende de administratieve en begrotingscontrole evenals de begrotingsopmaak;

Overwegende het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 oktober 2006 betreffende de financiële actoren;

Overwegende het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 27 maart 2014 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de artikelen 23 en 24;

Overwegende dat de Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Economie bepaalde van zijn bevoegdheden aangaande het economisch beleid kan delegeren aan de ambtenaren-generaal van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel;

Overwegende dat de Minister de ambtenaren-generaal kan machtigen om die bevoegdheden verder te delegeren en te laten subdelegeren aan vastbenoemde en contractuele ambtenaren die onderworpen zijn aan hun hiërarchisch gezag, op voorwaarde dat zij hiervan kennis geven;

Overwegende dat voor een doelmatige, klantvriendelijke en slagvaardige vervulling van de opdrachten, de delegatie van beslissings- en tekenbevoegdheden op operationeel vlak aan de ambtenaren-generaal onontbeerlijk is;

Overwegende dat het om...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT