2 APRIL 2014 - Decreet houdende instemming met de globale Kaderovereenkomst van partnership en samenwerking tussen de europese Gemeenschap en haar lidstaten enerzijds en de Republiek Indonesië anderzijds, en met de finale Acte, gedaan in Jakarta op 9 november 2009

De vergadering van de Franse Gemeenschapscommissie heeft aangenomen en Wij, College, bekrachtigen wat volgt:

Artikel 1. Het huidige decreet regelt, op grond van artikel 138 van de Grondwet, de zaken vermeld in artikel 127 en 128 van deze laatste.

Art. 2. De de globale Kaderovereenkomst van partnership en samenwerking tussen de europese Gemeenschap enerzijds en de Republiek Indonesië anderzijds, en met de finale Acte, gedaan in Jakarta op 9 november 2009, zullen volledig gevolg hebben.

Bijvoegsel bij het decreet houdende instemming met de globale Kaderovereenkomst van partnership en samenwerking tussen de europese Gemeenschap en haar lidstaten enerzijds en de Republiek Indonesië anderzijds anderzijds, en met de finale Acte, gedaan in Jakarta op 9 november 2009.

Globale Kaderovereenkomst van partnership en samenwerking tussen de europese Gemeenschap en haar lidstaten enerzijds en de Republiek Indonesië anderzijds

De europese Gemeenschap,

Hierna « de Gemeenschap » genoemd,

alsook

Het Koninkrijk België

De Republiek Bulgarije

De Republiek Tsjechië

Het Koninkrijk Denemarken

De federale Republiek Duitsland

De Republiek Estland

Ierland

De Griekse Republiek

Het Koninkrijk Spanje

De Republiek Cyprus

De Franse Republiek

De Republiek Italië

De Republiek Letland

De Republiek Litouwen

Het Groothertogdom Luxemburg

De Republiek Hongarije

Malta

Het Koninkrijk Nederland

De Republiek Oostenrijk

De Republiek Polen

De Republiek Portugal

Roemenië

De Republiek Sovenië

De Republiek Slovakije

De Republiek Finland

Het koninkrijk Zweden

Het Vereneigd Koninkrijk Groot-Brittannië

Verdragsluitende partijen bij het verdrag tot oprichting van de europese Gemeenschap en het Verdrag betreffende de europese Unie, hierna « de Lidstaten » te noemen,

enerzijds,

en

de Regering van de Republiek Indonesië,

anderzijds,

hierna gemeenzaam « de partijen » genoemd.

Gelet op de traditionele vriendschapsbanden tussen de Republiek Indonesië en de Gemeenschap en op de nauwe historische, politieke en eeconomische banden die hen verenigen,

Gezien het bijzondere belang dat de partijen hechten aan het alomvattende karakter van hun wederzijdse betrekkingen,

Opnieuw bevestigend hun gehechtheid aan de beginselen van het Handvest van de Verenigde Naties

Opnieuw bevestigend de inzet van de partijen voor het respect, de bevordering en de bescherming van de democratische principes en van de fundamentele rechten van de mens in de Rechtstaat,, voor vrede en internationaal recht, conform ondermeer, de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van de Verenigde Naties, het statuut van Rome en andere internationale instrumenten op het gebied van mensenrechten toepasbaar voor beide partijen.

Opnieuw bevestigend het respect voor de soevereiniteit, de territoriale integriteit en de nationale eenheid van de Republiek Indonesië.

Opnieuw bevestigend hun inzet voor de rechtsstaat en de beginselen van goed bestuur en hun verlangen om economische en sociale vooruitgang van hun volkeren te bevorderen, rekening houdend met het beginsel van duurzame ontwikkeling en de eisen van de bescherming van het milieu,

Herbevestigend dat de zwaarste misdaden die de internationale gemeenschap treffen niet ongestraft kunnen blijven en dat diegenen die worden beschuldigd voor het gerecht dienen te verschijnen en dat hun bestrijding daadwerkelijk moet georganiseerd worden door maatregelen te treffen op nationaal gebied en door de internationale samenwerking te versterken.

Het uiten van hun volledige inzet in de strijd tegen alle vormen van criminaliteit en transnationaal georganiseerd terrorisme in overeenstemming met het internationale recht, met inbegrip van de wet op de rechten van de mens, met de humanitaire principes toepasselijk voor zaken met betrekking tot migraties,en vluchtelingen en tevens met het internationaal humanitair recht, en tevens van hun beslissing om efficiënte internationale instrumenten te creëren om de uitroeiing van voornoemde vormen te verzekeren.

Erkennend dat de goedkeuring van de relevante internationale verdragen en andere resoluties van de Veiligheidsraad van de overeenkomstige Verenigde Naties, met inbegrip van resolutie 1540 ten grondslag liggen aan de inzet van de gehele internationale gemeenschap in de strijd tegen de verspreiding massavernietigingswapens,

Erkennend de noodzaak om de verplichtingen inzake ontwapening en non-proliferatie te versterken volgens het internationaal recht, met de bedoeling, onder meer, om het gevaar van massavernietigingswapens uit te sluiten,

Erkennend het belang van het samenwerkingsakkoord van maart 1970 tussen de europese Economische Gemeenschap en Indonesië, Maleisiê, de Filippijnen, Singapour en Thaïland - leden van de Associatie van de landen van Zuidoost-Azië (ASEAN) en vroegere samenwerkingsprotocollen.

Erkennend het belang van de versterking van de bestaande relaties tussen de partijen met als doel de samenwerking tussen hen te verbeteren en te consolideren, van de verbetering van hun relaties op gebieden van wederzijds belang op basis van de principes gelijkheid, non-discriminatie, respect voor de natuurlijke omgeving en wederzijds voordeel,

Bevestigend hun verlangen om, rekening houdend met de activiteiten in een regionaal kader, de samenwerking tussen de europese Gemeenschap en de Republiek Indonesië, gebaseerd op gedeelde waarden en wederzijds voordeel, te verbeteren,

Conform hun respectievelijke wetgeving en reglementering,

werd het volgende overeengekomen :

TITEL I - Aard en omvang

Artikel 1. Algemene principes

  1. De eerbiediging van de democratische beginselen en de fundamentele mensenrechten zoals vastgelegd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en andere internationale instrumenten van de mensenrechten gelden voor beide partijen, achter de politieke binnenlandse en internationale partijen en is een essentieel onderdeel van de overeenkomst.

  2. De partijen bevestigen hun gedeelde waarden, zoals uitgedrukt in het Handvest van de Verenigde Naties.

  3. De partijen bevestigen hun inzet voor het bevorderen van duurzame ontwikkeling, om samen te werken om de uitdaging van de klimaatverandering aan te pakken en bij te dragen aan het bereiken van de Millennium Development Goals.

  4. De partijen herbevestigen hun gehechtheid aan de Verklaring van Parijs van 2005 over de doeltreffendheid en gaan akkoord met de versterking van de samenwerking om de resultaten op het gebied van ontwikkeling te verbeteren.

  5. De partijen herbevestigen hun gehechtheid aan de beginselen van goed bestuur, de rechtsstaat, met inbegrip van de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht en de strijd tegen corruptie.

  6. De uitvoering van de Overeenkomst inzake partnerschap en samenwerking is gebaseerd op de principes van gelijkheid en wederzijds voordeel.

    Art. 2. Doel van de samenwerking

    Met als doel hun bilaterale betrekkingen te versterken, verbnden de partijen zich tot een globale dialoog en tot meer samenwerking in alle sectoren van algemeen belang. Hun inspanningen zijn vooral gericht op :

    1. een bilaterale samenwerking op punt stellen in alle bevoegde gewestelijke en internationale instanties;

    2. de handel en de investeringen ontwikkelen tussen de beide partijen en in hun wederzijds voordeel;

    3. een samenwerking op punt stellen in alle domeinen die met de handel en de investeringen in het algemeen belang te maken hebben teneinde de stroom van uitwisselingen en investeringen te vergemakkelijken en de obstakels voor de handel en de investeringen uit de weg te ruimen, ondermeer en desgevallend door middel van lopende en toekomstige gewestelijke initiatieven van de EC-ASEAN;

    4. een samenwerking op punt stellen in alle andere sectoren van algemeen nut, ondermeer het toerisme, de financiële diensten, de fiscaliteit en de doeane, de macro-economische en industriële politiek en de KMO's, de informatiemaatschappij, de wetenschap en de technologie, de energie, het vervoer en de veiligheid van het vervoer, het onderwijs en de cultuur, de mensenrechten, het milieu en de natuurlijke hulpbronnen, het mariene milieu, de bosbouw, de landbouw en de landelijke ontwikkeling, de samenwerking op maritiem gebied en de visvangst, de gezondheid, de voedselveiligheid, de dierengezondheid, de statistieken, de beveiliging van persoonsgegevens, de samenwerking op het vlak van de modernisering van de openbare administratie en het intellectueel eigendomsrecht ;

    5. een samenwerking op punt stellen rond de kwesties van migratie, legaal en illegaal, mensenhandel en -trafiek;

    6. een samenwerking op punt stellen op het gebied van de mensenrechten en justitie ;

    7. een samenwerking op punt stellen op het gebied van de proliferatie van massavernietigingswapens ;

    8. een samenwerking op punt stellen op het gebied van de strijd tegen de transnationale criminaliteit en het terrorisme, namelijk de strijd tegen de trafiek van verboden middelen en hun voorlopers, en het witwassen van kapitaal;

    9. de huidige en toekomstige deelname van beide partijen aan regionale en sub-regionale samenwerkingsprogramma's bevorderen;

    10. het profiel van beide partijen in hun respectieve regio's verbeteren;

    11. het bevorderen van het interpersoonlijk begrip door de samenwerking tussen de verschillende niet-gouvernementele entiteiten zoals de think tanks, de universiteiten, het middenveld en de media, door het organiseren van seminaries, conferenties,, jongerenuitwisseling en andere activiteiten.

    Art. 3. Strijd tegen de proliferatie van massavernietigingswapens

  7. De partijen menen dat de proliferatie van massavernietigingswapens en hun vectoren, zowel bij de gouvernementele als bij de niet-gouvernementele actoren, één van de belangrijkste bedreigingen is voor de internationale stabiliteit en veiligheid.

  8. De partijen komen derhalve overeen om samen te werken en bij te dragen aan de strijd tegen de proliferatie van massavernietigingswapens en hun vectoren door de verplichtingen,voortvloeiend uit de internationale verdragen/overeenkomsten omtrent ontwapening en non-proliferatie volgens het...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT