19 OKTOBER 2017. - Besluit van de Regering tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de kunstcommissie van de Duitstalige Gemeenschap
De Viceminister-President, Minister van Cultuur, Werkgelegenheid en Toerisme
De Regering van de Duitstalige Gemeenschap,
Gelet op het decreet van 18 november 2013 betreffende de ondersteuning van cultuur in de Duitstalige Gemeenschap, artikel 89.4;
Op de voordracht van de Minister van Cultuur;
Na beraadslaging,
Besluit :
Artikel 1 - Het bij dit besluit gevoegd huishoudelijk reglement van de kunstcommissie van de Duitstalige Gemeenschap van 26 september 2017 wordt goedgekeurd.
Art. 2 - Dit besluit treedt in werking de dag waarop het wordt aangenomen.
Art. 3 - De minister bevoegd voor Cultuur is belast met de uitvoering van dit besluit.
Eupen, 19 oktober 2017.
Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap :
De Minister-President
O. PAASCH
De Viceminister-President, Minister van Cultuur, Werkgelegenheid en Toerisme
-
WEYKMANS
Bijlage
Bijlage bij het besluit van de Regering van 19 oktober 2017 tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de kunstcommissie van de Duitstalige Gemeenschap
Huishoudelijk reglement van de kunstcommissie van de Duitstalige Gemeenschap 2017-2021
Artikel 1 - Samenstelling
Zoals in het decreet van 18 november 2013 betreffende de ondersteuning van cultuur in de Duitstalige Gemeenschap is vastgelegd, is de kunstcommissie van de Duitstalige Gemeenschap, hierna 'commissie' genoemd, samengesteld uit vijf leden.
Aan de vergaderingen van de commissie nemen daarnaast twee medewerkers van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap deel:
- een secretaris, die de notulen van de commissie opmaakt;
- een deskundige, die de commissie adviseert.
Artikel 2 - Wraking van leden
Een lid van de commissie dat beroepsmatig of als particulier rechtstreeks voor- of nadeel kan hebben bij het te beoordelen kunstwerk, mag in die aangelegenheid geen raadgevende of meebeslissende rol vervullen. Tijdens de behandeling van die zaak verlaat het lid de vergadering of neemt het niet deel aan de schriftelijke procedure. Uiterlijk bij het begin van de vergadering of de schriftelijke procedure moet het lid eventuele belangenconflicten aan het ministerie meedelen.
Artikel 3 - Bijeenroeping - toezending van de uitnodiging
De secretaris roept de vergadering zo nodig bijeen; hij doet dit in overleg met de voorzitter en bepaalt de agenda.
De uitnodiging en alle andere stukken worden elektronisch toegezonden, tenzij een lid uitdrukkelijk de wens geuit heeft om die stukken via de post te ontvangen.
De toezending geschiedt minstens 8 dagen vóór de...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI