19 NOVEMBER 2014. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering inzake de retributies die geïnd worden als tegenprestatie voor diensten geleverd door de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering,

Gelet op de wet van 31 december 1963 betreffende de Civiele Bescherming, artikelen 1, § 2bis, ingevoegd door de wet van 28 maart 2003, en 2bis/1, ingevoegd bij de wet van 27 december 2004;

Gelet op de ordonnantie van 19 juli 1990 houdende oprichting van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp, artikel 7, alinea 3, ingevoegd bij ordonnantie van 12 maart 1998;

Gelet op de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid, artikel 6;

Gelet op het koninklijk besluit van 25 april 2007 tot vaststelling van de opdrachten van de hulpdiensten die kunnen verhaald worden en diegene die gratis zijn, artikel 4;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 31 januari 1992 inzake de retributies die geïnd worden als tegenprestatie voor bijzondere diensten geleverd aan particulieren, openbare en privé ondernemingen, openbare diensten, nationale, provinciale, regionale en gemeentelijke overheden;

Gelet op het koninklijk besluit van 14 oktober 2013 tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 april 2007 tot vaststelling van de opdrachten van de hulpdiensten die kunnen verhaald worden en diegene die gratis zijn, artikel 7;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 23 april 2014;

Gelet op het akkoord van de minister van Begroting, gegeven op 23 april 2014;

Gelet op de adviezen 56.387/4 van de Raad van State, gegeven op 16 juni 2014 en 56.387/2 op 12 november 2014;

Op voorstel van de minister bevoegd voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp,

Besluit :

Afdeling 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

  1. Standaardinterventie : een interventie met uitruk van een basisvoertuig met personeel. Dit basisvoertuig is ofwel een autopomp ofwel een voertuig "kleine dienst".

  2. Niet-standaard interventie :

    - een interventie niet bedoeld in artikel 3 en artikel 8

    - een interventie bedoeld in artikel 3 in het raam van dewelke een of meerdere voertuigen, materiaal en/of personeel toegevoegd worden.

  3. Duur van de prestatie :

    - voor een interventie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, met uitsluiting van preventieve opdrachten : de verstreken tijd tussen de aankomst en het vertrek op de interventieplaatsen, mits een forfaitaire bijdrage van 15 € per voertuig.

    - voor een preventieve opdracht en/of een interventie buiten het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : de verstreken tijd tussen het uur van vertrek in de kazerne en het uur van terugkeer naar de kazerne.

  4. Voertuig "kleine dienst" : een bestelwagen uitgerust voor kleine technische werkzaamheden en bemand door twee brandweermannen.

  5. Preventieve opdracht : een taak van toezicht (evenementen, manifestaties, enz.) uitgevoerd bij wijze van voorzorgsmaatregel door operationeel personeel van de DBDMH.

  6. DBDMH : de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp.

  7. Verbruikbaar materiaal : het materiaal bedoeld in artikel 6, punten 14 tot 20.

    Art. 2. Onverminderd de bepalingen van artikel 2bis/2, § 2 van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming en artikel 179, § 2 van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid, is dit besluit van toepassing op alle door de DBDMH uitgevoerde prestaties, met uitzondering van diegene bedoeld :

    - in artikel 2 van het koninklijk besluit van 25 april 2007 tot vaststelling van de opdrachten van de hulpdiensten die kunnen verhaald worden en diegene die gratis zijn;

    - in het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 december 2003 tot vaststelling van de retributies verschuldigd voor de door de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp verrichte opdrachten van brandpreventie.

    Afdeling 2. - Bedrag van de retributies

    Art. 3. De standaarinterventies geven aanleiding tot de betaling van volgende retributies :

  8. Stopzetten alarmsignaal : 195 euro/u

  9. Opsporen van brand naar aanleiding van een loos technisch alarm : 280 euro/u

  10. Ledigen van lokalen, kelders, putten, riolen, enz...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT