19 MAART 2023. - Wet houdende hervorming van de fiscaliteit (1)

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :

TITEL 1. - ALGEMENE BEPALING

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

TITEL 2. - HERVORMING VAN DE BTW OP ELEKTRICITEIT, AARDGAS GEBRUIKT ALS VERWARMINGSBRANDSTOF EN WARMTE VIA WARMTENETTEN

Art. 2. In artikel 81, § 2, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 4 van 29 december 1969 met betrekking tot de teruggaven inzake belasting over de toegevoegde waarde, vervangen bij het koninklijk besluit van 14 april 1993 en laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 26 oktober 2022, wordt de bepaling onder 6° vervangen als volgt:

"6° het bedrag dat verschuldigd is door de Staat na het indienen van de in artikel 53, § 1, eerste lid, 2°, van het Wetboek bedoelde maandaangifte wanneer het 50 euro bereikt en wanneer de economische activiteit van deze belastingplichtige bestaat uit de levering van elektriciteit, aardgas gebruikt als verwarmingsbrandstof of warmte via warmtenetten, waarvoor het verlaagd btw-tarief van toepassing is overeenkomstig de artikelen 1bis en 1bis/1 van het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven en de rubriek XIV van tabel A van de bijlage bij hetzelfde besluit.".

Art. 3. De Koning kan artikel 81, § 2, eerste lid, 6°, van het koninklijk besluit nr. 4 van 29 december 1969 met betrekking tot de teruggaven inzake belasting over de toegevoegde waarde, gewijzigd bij deze wet, wijzigen, opheffen of vervangen.

Art. 4. Rubriek XIV van tabel A van de bijlage bij het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven, opgeheven bij het koninklijk besluit van 17 maart 1992, wordt hersteld als volgt:

"XIV. De levering van elektriciteit, aardgas gebruikt als verwarmingsbrandstof en warmte via warmtenetten.

§ 1. Vanaf 1 april 2023 tot en met 30 juni 2023 is het verlaagd tarief van toepassing op de levering van elektriciteit in het kader van het contract waarvoor, met het oog op de afsluiting ervan, door de afnemer natuurlijke persoon geen ondernemingsnummer is meegedeeld.

Vanaf 1 juli 2023 is het verlaagd tarief van toepassing op de levering van elektriciteit in het kader van het contract van niet-zakelijk gebruik in de zin van en volgens de modaliteiten bedoeld in artikel 420, §§ 5 en 5/1, van de programmawet van 27 december 2004.

Voor de definitieve heffing van de btw op de eindafrekening die betrekking heeft op de periode die aanvangt vóór en eindigt na het tijdstip van de tariefwijziging op 1 maart 2022 dan wel op de periode die aanvangt vóór en eindigt na het tijdstip van de tariefwijziging op 1 juli 2023, wordt de maatstaf van heffing met betrekking tot het volledige daadwerkelijke verbruik tijdens die periode per btw-tarief omgeslagen en dit rekening houdend met dat verbruik vóór en na het tijdstip van de betrokken tariefwijziging.

De berekening van het verbruik met het oog op de in het derde lid bedoelde omslag per btw-tarief, wordt, indien de gegevens omtrent het daadwerkelijke verbruik niet beschikbaar zijn vóór de opmaak van de eindafrekening door de leverancier, uitgevoerd aan de hand van het in de elektriciteitsmarkt vastgelegde verbruiksprofiel dat per kwartier van een volledig jaar het relatieve gebruik weergeeft van het bepaalde type van betrokken afnemers.

§ 2. Vanaf 1 april 2023 tot en met 30 juni 2023 is het verlaagd tarief van toepassing op de levering van aardgas gebruikt als verwarmingsbrandstof en van warmte via warmtenetten.

Vanaf 1 juli 2023 is het verlaagd tarief van toepassing op de levering van aardgas gebruikt als verwarmingsbrandstof in het kader van het contract van niet-zakelijk gebruik in de zin van en volgens de modaliteiten bedoeld in artikel 420, §§ 5 en 5/1, van de programmawet van 27 december 2004 en van warmte via warmtenetten in het kader van het contract waarvoor, met het oog op de afsluiting ervan, door de afnemer-natuurlijke persoon geen ondernemingsnummer is meegedeeld.

Voor de definitieve heffing van de btw op de eindafrekening die betrekking heeft op de periode die aanvangt vóór en eindigt na het tijdstip van de tariefwijziging op 1 april 2022, dan wel op de periode die aanvangt vóór en eindigt na het tijdstip van de tariefwijziging op 1 juli 2023, wordt de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT