19 JULI 2018. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot toekenning van leningen aan de gemeenten in uitvoering van artikel 2, § 4, van de ordonnantie van 8 april 1993 houdende oprichting van het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën
DE BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE REGERING,
Gelet op de ordonnantie van 8 april 1993 houdende oprichting van het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën, gewijzigd bij de ordonnantie van 24 november 2011 en meer bepaald op artikel 2, § 4;
Gelet op de Nieuwe Gemeentewet;
Gelet op het Algemeen Reglement op de Gemeentelijke Comptabiliteit;
Gelet op het aantal dakloze personen dat is overleden in de loop van 2016;
Gelet op de chronische behoeften van de gemeenten inzake opvang van de kansarmen die zich op hun grondgebied bevinden;
Gelet op de projectoproep waartoe de Regering op 1 februari 2018 heeft beslist;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën;
Gelet op het akkoord van de Minister van de Begroting;
Overwegende de kandidatuurdossiers die de gemeenten hebben ingestuurd naar aanleiding van de projectoproep;
Overwegende het advies van het selectiecomité verstrekt op 14 juni 2018;
Op voordracht van de Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor de Plaatselijke Besturen;
Na beraadslaging,
Besluit :
Artikel 1. Er wordt een leningscapaciteit van 10.800.000 euro voorbehouden voor de dienstjaren 2018 en 2019 in de begroting van het Fonds op basisallocatie 05 001 29 01 85 32.
Art. 2. Dit bedrag zal verdeeld worden over de gemeenten Anderlecht, Evere, Elsene, Sint-Joost-ten-Node, Sint-Gillis en Sint-Lambrechts-Woluwe voor de projecten en bedragen vermeld in de bijgaande tabel.
Deze verdeling stelt per project het maximumbedrag vast dat geleend mag worden.
Art. 3. Alle leningen bedoeld in artikel 2 worden aan de gemeente toegekend op voorwaarde dat de uitgave voor de gefinancierde investering ten laatste op 31 oktober 2019 in de begroting van de gemeenten geboekt wordt.
Art. 4. Overeenkomstig artikel 4 van de ordonnantie van 8 april 1993 houdende oprichting van het Fonds, wordt voor iedere toekenning van een lening op grond van dit besluit een leenovereenkomst gesloten tussen de begunstigde gemeente en het Fonds.
De leenovereenkomst wordt opgesteld zodra het Fonds vanwege het plaatselijk bestuur hetzij de kopie van de toewijzingsbeslissing van de opdracht betreffende de gefinancierde uitgaven, hetzij de kopie van de aankoopbeslissing voor een goed en de kopie van het verkoopcompromis voor dat goed ontvangen heeft.
De overeenkomst bepaalt de datum waarop de lening ter beschikking wordt gesteld.
Art. 5. De terugbetaling van de kapitaal- en intrestlasten van de leningen die via dit...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI