19 JULI 2017. - Decreet betreffende de invoering van een cursus filosofie en burgerzin in het secundair onderwijs en houdende verschillende aanpassingen in het basisonderwijs

Het parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen, en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

TITEL I. - Bepalingen betreffende het secundair onderwijs

HOOFDSTUK I. - Maatregelen tot bepaling van de wijze van berekening van het aantal lestijden die kunnen worden gebruikt voor de organisatie van de cursussen godsdienst, niet confessionele zedenleer, filosofie en burgerzin

Afdeling I. - Bepalingen tot wijziging van het decreet van 29 juli 1992 houdende organisatie van het secundair onderwijs met volledig leerplan

Artikel 1. In hoofdstuk II van het decreet van 29 juli 1992 houdende organisatie van het secundair onderwijs met volledig leerplan, wordt het opschrift "Berekening en gebruik van de lestijden-leraar" vervangen door "Berekening en gebruik van de lestijden-leraar en van de lestijden voor de organisatie van de cursussen godsdienst, niet-confessionele zedenleer of filosofie en burgerzin", en wordt een artikel 7/1 ingevoegd, luidend als volgt :

"Artikel 7/1. § 1. De wijze van berekening van het aantal lestijden voor de organisatie van de cursus godsdienst, niet confessionele zedenleer en filosofie en burgerzin, wanneer de leerlingen worden vrijgesteld van de cursus godsdienst of zedenleer, en van het aantal lestijden voor de organisatie van de cursus filosofie en burgerzin, bedoeld in artikel 8, vierde lid, van de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving, wordt vastgesteld in hoofdstuk III van het besluit van de Executieve van 31 augustus 1992 ter uitvoering van het decreet d.d. 29 juli 1992 houdende organisatie van het secundair onderwijs met volledig leerplan voor de volgende leerjaren of groepen van leerjaren :

  1. het eerste gemeenschappelijke leerjaar bedoeld in artikel 4 van het decreet van 30 juni 2006 betreffende de pedagogische organisatie van de eerste graad van het secundair onderwijs;

  2. het tweede gemeenschappelijke leerjaar bedoeld in artikel 4 van het voormelde decreet van 30 juni 2006, met inbegrip van het bijkomende leerjaar bedoeld in artikel 13, § 1, van hetzelfde decreet;

  3. het gedifferentieerde eerste leerjaar bedoeld in artikel 16, § 1, van hetzelfde decreet, met inbegrip van het stelsel voor het onthaal en de scholarisatie van nieuwkomers zoals bepaald in artikel 2, § 1, 2°, van het decreet van 18 mei 2012 betreffende de organisatie van een stelsel voor het onthaal en de scholarisatie van nieuwkomers in het door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde onderwijs;

  4. het gedifferentieerde tweede leerjaar bedoeld in artikel 16, § 1, van het voormelde decreet van 30 juni 2006;

  5. het derde specifieke differentiatie- en oriëntatiejaar, bedoeld in artikel 19 van het voormelde decreet van 30 juni 2006;

  6. het derde leerjaar van het algemeen onderwijs, het derde leerjaar van het technisch doorstromingsonderwijs en het derde leerjaar van het artistiek doorstromingsonderwijs;

  7. het derde leerjaar van het technisch kwalificatieonderwijs en het derde leerjaar van het artistiek kwalificatieonderwijs;

  8. het derde leerjaar van het beroepsonderwijs;

  9. het vierde leerjaar van het algemeen onderwijs, het vierde leerjaar van het technisch doorstromingsonderwijs, met inbegrip van het heroriënteringsjaar bedoeld in artikel 4, § 1, 2° van het koninklijk besluit van 29 juni 1984 betreffende de organisatie van het secundair onderwijs;

  10. het vierde leerjaar van het technisch kwalificatieonderwijs, met inbegrip van het heroriënteringsjaar bedoeld in artikel 4, § 1, 2° van het koninklijk besluit van 29 juni 1984 betreffende de organisatie van het secundair onderwijs, en het vierde leerjaar van het artistiek kwalificatieonderwijs;

  11. het vierde leerjaar van het beroepsonderwijs;

  12. het vijfde leerjaar van het algemeen onderwijs, het vijfde leerjaar van het technisch doorstromingsonderwijs en het vijfde leerjaar van het artistiek doorstromingsonderwijs;

  13. het vijfde leerjaar van het technisch kwalificatieonderwijs en het vijfde leerjaar van het artistiek kwalificatieonderwijs;

  14. het vijfde leerjaar van het beroepsonderwijs;

  15. het zesde leerjaar van het algemeen onderwijs, het zesde leerjaar van het technisch doorstromingsonderwijs en het zesde leerjaar van het artistiek doorstromingsonderwijs;

  16. het zesde leerjaar van het technisch kwalificatieonderwijs, met inbegrip van het aanvullend jaar bedoeld in artikel 3, § 6, van het decreet van 12 juli 2012 tot regeling van de kwalificatie uitgedrukt in eenheden van leerresultaten (KEL) in het secundair kwalificatieonderwijs en tot wijziging van verschillende bepalingen betreffende het secundair onderwijs, en het zesde leerjaar van het artistiek kwalificatieonderwijs;

  17. het zesde leerjaar van het beroepsonderwijs bedoeld in artikel 3, § 6, van het decreet van 12 juli 2012 tot regeling van de kwalificatie uitgedrukt in eenheden van leerresultaten (KEL) in het secundair kwalificatieonderwijs en tot wijziging van verschillende bepalingen betreffende het secundair onderwijs;

  18. het zevende leerjaar van de 3e graad van het technisch kwalificatieonderwijs;

  19. het zevende leerjaar van de derde graad van het beroepsonderwijs;

  20. het voorbereidend leerjaar paramedisch hoger onderwijs, bedoeld in artikel 2, § 3, 2°, van de wet van 19 juli 1971 betreffende de algemene structuur en de organisatie van het secundair onderwijs;

  21. het voorbereidend leerjaar beroepssecundair onderwijs afdeling "verpleegkunde" bedoeld in artikel 2, § 4, van de voormelde wet van 19 juli 1971.

    De som van de lestijden die worden berekend met toepassing van artikel 14, eerste lid en derde lid, en van artikel 15 van het besluit van de Executive van 31 augustus 1992 ter uitvoering van het decreet d.d. 29 juli 1992 houdende organisatie van het secundair onderwijs met volledig leerplan, maakt het RLMOD (Godsdienst Zedenleer) van de in § 2 bedoelde inrichtingen uit. Elke inrichting geniet minstens het aantal RLMOD-lestijden dat ze creëert.

    § 2. Voor de inrichtingen van het door de Franse Gemeenschap georganiseerde onderwijs, het officieel gesubsidieerd onderwijs en het niet confessioneel vrij onderwijs die de keuze bieden tussen de verschillende cursussen godsdienst of niet confessionele zedenleer, worden lestijden boven het RLMOD automatisch toegekend voor het personeelslid dat aangeworven of aangesteld wordt als leraar voor de cursus filosofie en burgerzin in het kader van de maatregelen die bepaald zijn in afdeling VII van hoofdstuk II van titel III van het decreet van 11 april 2014 tot regeling van de bekwaamheidsbewijzen en ambten in het door de Franse Gemeenschap georganiseerde en gesubsidieerde basis- en secundair onderwijs, en in de overgangsbepalingen van hoofdstuk XI quater van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch onderwijs, onderwijs voor sociale promotie en kunstonderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen, en van hoofdstuk X ter van het koninklijk besluit van 25 oktober 1971 tot vaststelling van het statuut van de leermeesters, de leraars en de inspecteurs katholieke, protestantse, Israëlitische, orthodoxe en islamitische godsdienst van de inrichtingen van het door de Franse Gemeenschap georganiseerde onderwijs, voor het door de Franse Gemeenschap georganiseerde onderwijs, met het oog op het behalen van het getuigschrift didactiek voor de cursus filosofie en burgerzin. Die lestijden worden in elk schooljaar tot 30 juni 2021 toegekend, met twee lestijden voor elk personeelslid.

    Wanneer het personeelslid tegelijk het ambt van leraar filosofie en burgerzin en het ambt

    van leraar niet confessionele zedenleer of godsdienst uitoefent, worden die twee lestijden prioritair op zijn bevoegdheden als leraar niet confessionele zedenleer of godsdienst binnen de betrokken inrichtende macht uitgetrokken.

    Indien de lestijden niet op die bevoegdheden worden uitgetrokken, moet het personeelslid op 1 september van het lopende schooljaar minstens voor drie lestijden aangeworven of aangesteld zijn als leraar filosofie en burgerzin, in de lagere of hogere graad.

    In die beide gevallen, presteert het personeelslid als leraar filosofie en burgerzin binnen de betrokken inrichtende macht minstens 1 lestijd voort, behalve als het afwezig is wegens moederschapsrust, ziekte, door een arbeidsongeval veroorzaakte arbeidsongeschiktheid, en wegens de volgende verloven : verlof wegens de volledige of gedeeltelijke onderbreking van de beroepsloopbaan bij de geboorte of de adoptie van een kind, in het kader van het ouderschapsverlof; verlof wegens de volledige of gedeeltelijke onderbreking van de beroepsloopbaan om palliatieve zorg te verlenen; verlof wegens de volledige of gedeeltelijke onderbreking van de beroepsloopbaan om aanwezig te zijn bij een lid van het gezin of van de familie dat zwaar ziek is, of om hem zorg te verlenen.

    Het inrichtingshoofd, voor het door de Franse Gemeenschap georganiseerde onderwijs, of de inrichtende macht, voor het officieel gesubsidieerd onderwijs en voor het niet confessioneel vrij onderwijs, dient bij het bestuur een document in dat het gebruik van die bijkomende lestijden verantwoordt voor de vervanging van het betrokken personeelslid.

    Die lestijden worden, naar gelang van het geval, toegekend aan de inrichting of de inrichtende macht waarin het betrokken personeelslid de belangrijkste opdracht uitoefent. Als de opdracht van het personeelslid in elk van de betrokken inrichtende machten gelijk is, komt de keuze van de betrekking voor die vervanging aan het personeelslid toe.

    In afwijking van het vorige lid, kunnen die lestijden worden toegekend aan een andere inrichting of inrichtende macht, wanneer de toekenning van die lestijden kan leiden tot de vermindering van het...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT