19 JULI 2017. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende uitvoering van de ordonnantie van 13 januari 1994 betreffende de bevordering van de buitenlandse handel van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering,

Gelet op de ordonnantie van 13 januari 1994 betreffende de bevordering van de buitenlandse handel van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, gewijzigd bij de Ordonnantie van 8 september 1994, artikelen 3, 4, 2° en 3°, en 6, § 2;

Gelet op de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, artikel 93;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 5 juli 2012 houdende uitvoering van de ordonnantie van 13 januari 1994 betreffende de bevordering van de buitenlandse handel van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

Gelet op de gendertest, opgesteld overeenkomstig artikel 3, 2°, van de ordonnantie van 29 maart 2012 houdende de integratie van de genderdimensie in de beleidslijnen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 23 maart 2017;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 31 maart 2017;

Gelet op het advies 61.649/1 van de Raad van State, gegeven op 10 juli 2017, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende de Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 houdende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (OJ L 352 van 24 december 2013, p. 1-8);

Overwegende het advies van de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, gegeven op 18 mei 2017;

Op de voordracht van de Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Buitenlandse Handel,

Na beraadslaging,

Besluit :

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit, verstaat men onder :

  1. ordonnantie : de ordonnantie van 13 januari 1994 betreffende de bevordering van de buitenlandse handel van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

  2. Minister : de minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Buitenlandse Handel;

  3. BEW : Brussel Economie en Werkgelegenheid van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel;

  4. BAOB : het Brussels Agentschap voor de Ondersteuning van het Bedrijfsleven;

  5. subsidie : de toegekende financiële steun volgens de voorwaarden voorzien in dit besluit;

  6. onderneming : de entiteit bedoeld in artikel 1 van de bijlage bij de Aanbeveling van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen, met uitzondering van de publieke ondernemingen, de ondernemingen die behoren tot de social profitsector of die opdrachten van openbaar nut vervullen;

  7. micro-onderneming: de onderneming bedoeld in artikel 2, derde lid, van de bijlage bij de Aanbeveling van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen;

  8. kleine onderneming: de onderneming bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de bijlage bij de Aanbeveling van de Commissie van 6 mei 2003betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen, die geen micro-onderneming is;

  9. middelgrote onderneming : de onderneming bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de bijlage bij de Aanbeveling van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen, die geen micro- of kleine onderneming is;

  10. starter : de onderneming die sinds minder dan vier jaar ingeschreven is in de Kruispuntbank van Ondernemingen;

  11. begunstigde : de natuurlijke of rechtspersoon die de subsidie aanvraagt of ontvangt;

  12. beurs : manifestatie met commercieel en internationaal karakter, meer bepaald beurs, salon, tentoonstelling, markt, ontmoeting met partners, met inbegrip van beroepscongressen, virtuele beurzen, pressdays en showrooms, die plaats heeft buiten het Belgisch grondgebied.

    Art. 2. Om een subsidie voorzien in dit besluit te kunnen genieten, beantwoordt de onderneming aan de volgende voorwaarden :

  13. een in het Brussels Hoofdstedelijk gelegen vestigingseenheid hebben, er een economische activiteit uitoefenen en er beschikken over menselijke middelen en goederen die specifiek voor haar bestemd zijn;

  14. niet actief zijn in een van de economische activiteitensectoren die in bijlage 1 opgenomen zijn;

  15. niet actief zijn in de social profit sector of geen opdrachten van openbaar nut uitvoeren;

  16. geen overheidsbedrijf of vereniging zonder winstoogmerk zijn in de zin van de wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de stichtingen en de Europese politieke partijen en stichtingen.

    De onderneming bezorgt bovendien een beleidsplan met het oog op de bevordering van de buitenlandse handel waarin het initiatief waarvoor ze een subsidie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vraagt kadert.

    Art. 3. Worden uitgesloten van het genot van subsidies :

  17. de uitgaven die intern in de onderneming worden verricht, met uitzondering van de subsidie als bedoeld in hoofdstuk VI van dit besluit;

  18. de normale en terugkerende werkingsuitgaven van de onderneming;

  19. alle uitgaven met een overbodig karakter;

  20. de externe diensten die op regelmatige basis in onderaanneming gepresteerd worden;

  21. de uitgaven die een rechtstreeks verband hebben met een permanente of periodieke activiteit van de onderneming.

    Art. 4. De uitgaven waarmee rekening wordt gehouden in het kader van de berekening van de subsidie zijn de uitgaven btw niet-inbegrepen. De btw kan slechts in aanmerking genomen worden indien ze effectief en definitief door de begunstigde gedragen wordt. In dit laatste geval levert de begunstigde hiervan bewijs.

    Art. 5. BEW deelt de beslissing tot toekenning van de subsidie mee aan de begunstigde door middel van een beslissingsfiche die inlichtingen over alle toekenningsmodaliteiten geeft.

    Art. 6. De begunstigde vermeldt het bedrag van de subsidie uitdrukkelijk in zijn jaarrekeningen.

    Art. 7. De begunstigde dient gedurende een periode van drie jaar die begint te lopen vanaf de datum waarop de beslissing tot toekenning van de subsidie genomen werd waarvan sprake in artikel 5 :

  22. de toekenningsmodaliteiten van de subsidie zoals ze in de beslissingsfiche bedoeld in artikel 5 staan, na te leven;

  23. haar economische activiteiten op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te handhaven;

  24. geen andere subsidie aan te vragen bij een internationale, federale, gewestelijke, gemeenschaps- of lokale overheid voor dezelfde uitgaven;

  25. in regel te zijn met alle normen die op haar van toepassing zijn, meer bepaald de normen van fiscale, sociale en milieuaard.

    Art. 8. BEW brengt de begunstigde bij elke beslissing tot toekenning op de hoogte dat de subsidie wordt verleend overeenkomstig het stelsel van de-minimissteun zoals bepaald door de Verordening (EG) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag op de-minimissteun, of om het even welke andere regelgeving die het vervangt, opdat ze een boekhouding zou kunnen voeren van de aldus ontvangen steun. Elke soortgelijke nieuwe steun wordt slechts toegekend nadat de begunstigde onderneming een verklaring op eer heeft overgemaakt, aan de hand waarvan ze verklaart dat de gevraagde steun er niet voor zorgt dat de som van de volgens dat stelsel al verleende steun, met inbegrip van de steun verkregen krachtens een andere wetgeving, het maximumbedrag overschrijdt dat gedurende de door de de-minimis Verordening voorgeschreven periode is toegelaten.

    Art. 9. De begunstigde bezorgt al zijn mogelijke vacatures aan Actiris.

    HOOFDSTUK II. - Subsidie voor de verwezenlijking van informatiedragers ter bevordering van de buitenlandse handel

    Art. 10. De Minister kan, binnen de perken van de begrotingskredieten, een subsidie aan de micro-, kleine en middelgrote ondernemingen toekennen voor het verwezenlijken van informatiedragers die voor de promotie van de buitenlandse handel bestemd zijn.

    Art. 11. De subsidieerbare uitgaven voor de verwezenlijking van informatiedragers zijn de uitgaven met betrekking tot promotionele dragers in een andere taal dan een van beide gewesttalen voor de individuele...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT