19 DECEMBER 2014. - Koninklijk besluit tot regeling van de inhoudingen voorzien in artikel 75, § 1quater, van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten en artikel 86, § 1, van de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap

VERSLAG AAN DE KONING

Sire,

Voorliggend ontwerp van koninklijk besluit geeft uitvoering aan artikel 75, § 1quater van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten (afgekort BFW) (1) en artikel 86, § 1, van de van de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap (2) die kaderen in de afwikkeling van de Zesde Staatshervorming, en meer bepaald de financiële regeling van de uitgaven die gedurende een bepaalde overgangsperiode nog door de federale overheid worden gedaan voor rekening van de deelgebieden in aangelegenheden die verband houden met de overgehevelde bevoegdheden.

Overeenkomstig artikel 75, § 1quater, eerste lid, van dezelfde bijzondere wet van 16 januari 1989 en artikel 86, § 1, van de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, worden de vastlegging, de ordonnancering en de vereffening van de uitgaven die betrekking hebben op de over te dragen administratieve diensten, en die noch effectief noch in hun geheel ten laste worden genomen door de gewesten, de gemeenschappen en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, gemachtigd ten laste van de kredieten geopend door de wet gedurende een periode tot uiterlijk 31 december 2015.

Desbetreffende uitgaven hebben betrekking op de departementen Justitie, Tewerkstelling, Sociale Zaken, Volksgezondheid en Mobiliteit en worden geraamd op een totaal bedrag van 600.600.000 euro. Om de uitvoering van deze uitgaven mogelijk te maken, heeft de federale regering een amendement voorgesteld op het wetsontwerp houdende algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2015 dat de uitgavenkredieten met hetzelfde bedrag optrekt.

De terugvordering van de uitgaven op de deelgebieden gebeurt, overeenkomstig het artikel 75, § 1quater, eerste lid, van dezelfde bijzondere wet en artikel 86, § 1, van dezelfde wet, door inhoudingen op de aan de gewesten, de gemeenschappen en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie over te dragen middelen.

In uitvoering van artikel 75, § 1quater, tweede lid, van dezelfde bijzondere wet en artikel 86, § 1, van dezelfde wet, worden deze inhoudingen vastgelegd bij een koninklijk besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad en genomen na overleg met de betrokken regeringen.

De inhoudingen worden geregeld in de artikelen 1 tot 3 van onderhavig ontwerp van koninklijk besluit. Daar wordt bepaald dat de inhoudingen vanaf januari 2015 maandelijks zullen plaatsvinden en dat het bedrag van de inhoudingen overeenstemt met een twaalfde van de geraamde uitgaven waarvan de uitsplitsing per departement en per deelgebied in bijlage bij voorliggend ontwerp van koninklijk besluit is opgenomen.

De maandelijkse inhoudingen worden uitgevoerd op de in de artikelen 54, § 1, derde tot vijfde lid, 54/1 en 54/2, BFW en artikel 60 van dezelfde wet, bedoelde maandelijkse stortingen aan de deelgebieden die betrekking hebben op de in artikel 4 van onderhavig ontwerp van koninklijk besluit bedoelde middelen en in de aldaar bepaalde volgorde.

Dat houdt in dat de inhoudingen worden uitgevoerd op:

  1. voor de Vlaamse Gemeenschap en de Franse Gemeenschap: de federale dotaties (art. 1, § 1, 3°, BFW) en de toegewezen gedeelten van de opbrengst van de btw en de federale personenbelasting (art. 1, § 1, 2°, BFW) ;

  2. voor de Duitstalige Gemeenschap: de federale dotaties (art. 56, 4°, W. 31.12.1983) en de toegewezen gedeelten van de opbrengst van de btw en de federale personenbelasting (art. 56, 3°, W. 31.12.1983);

  3. voor de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie: de federale dotaties (art. 47/5 tot 47/9, BFW) en de federale overdracht die gevormd wordt door een gedeelte van de opbrengst van de federale personenbelasting (art. 65, § 1, 2° /1, BFW);

  4. voor de gewesten: de toegewezen gedeelten van de opbrengst van de federale personenbelasting (art. 1, § 2, 4°, BFW), het nationaal solidariteitsbedrag (art. 1, § 2, 6°, BFW), de ontvangsten van de gewestelijke personenbelasting (art. 1, § 2, 3°, BFW), de ontvangsten van de gewestelijke belastingen (art. 1, § 2, 2°, BFW) en de federale dotaties (art. 1, § 2, 5°...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT