19 APRIL 2023. - Koninklijk besluit tot goedkeuring van het reglement ter uitvoering van de wet van 18 september 2017 tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten, aangaande organisatoren van beurzen en salons

VERSLAG AAN DE KONING

Sire,

Het ontwerp van besluit dat ik U ter ondertekening voorleg, is genomen in uitvoering van artikel 86, § 1, tweede lid, van de wet van 18 september 2017 tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten.

Het ontwerpbesluit heeft tot doel, overeenkomstig de hierboven vermelde rechtsgrond, het reglement goed te keuren dat de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie heeft uitgevaardigd in zijn hoedanigheid van toezichthoudende overheid voor kunsthandelaars, gedelegeerd door artikel 85, § 1, 5°, van de voornoemde wet van 18 september 2017.

Het besluit treedt in werking op de eerste dag van de derde maand na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad, om de sector de tijd te geven om de bij de voornoemde wet van 18 september 2017 vastgestelde regels zoals aangevuld bij het reglement toe te passen.

Voor het overige geeft het besluit geen aanleiding tot bijzondere opmerkingen.

Het reglement dat bij het besluit wordt goedgekeurd, strekt ertoe de in boek II van de voornoemde wet van 18 september 2017 vervatte waakzaamheidsverplichtingen op technische punten aan te vullen. Boek III, betreffende debeperking van het gebruik van contanten, hoeft voor de betrokken sector niet te worden aangevuld.

Artikelsgewijze bespreking van het reglement

In artikel 1 worden een aantal begrippen gedefinieerd, hetzij onder verwijzing naar de voornoemde wet van 18 september 2017 (hierna "de wet"), hetzij om het toepassingsgebied van dit reglement te bepalen.

Terwijl de eerste geen bijzonder commentaar behoeven, verdienen de laatste de volgende uitleg.

De organisator van beurzen en salons wordt in 3° gedefinieerd, omdat dat de persoon is op wie het reglement krachtens artikel 2 van toepassing is. Overeenkomstig de wet zijn enkel onderworpen, de organisatoren van beurzen en salons waarbij ten minste één exposant kunstwerken en roerende goederen te koop aanbiedt van meer dan vijftig jaar oud en waarbij de verkoopprijs van een of een geheel van deze werken of goederen gelijk is aan of hoger is dan 10.000 euro.

Omgekeerd is de organisator van beurzen en salons niet onderworpen indien geen enkele exposant kunstwerken en roerende goederen van meer dan vijftig jaar oud te koop aanbiedt waarbij de verkoopprijs van een of een geheel van deze werken of goederen gelijk is aan of hoger is dan 10.000 euro. Dit geldt bijvoorbeeld voor de organisatoren van brocantes.

De cliënt is de persoon die kunstwerken of roerende goederen van meer dan vijftig jaar oud tentoonstelt in een ruimte die door een organisator ter beschikking is gesteld. De organisator kan tegenover de toezichtautoriteit niet aanvoeren dat hij geen overeenkomst met de exposant heeft gesloten om zich te onttrekken aan zijn waakzaamheidsverplichting ten aanzien van deze laatste.

Het is ten aanzien van zijn cliënt dat de organisator de waakzaamheidsmaatregelen moet toepassen. Hij is niet verplicht ze toe te passen ten aanzien van de personen die werken of goederen van de exposant kopen. Het is deze laatste die, indien hij ook onderworpen is krachtens artikel 5 van de wet, verantwoordelijk is voor de toepassing van de waakzaamheidsmaatregelen ten aanzien van zijn kopende cliënt.

In artikel 2 wordt het toepassingsgebied bepaald, dat, zoals hierboven is uiteengezet, organisatoren van beurzen en salons bestrijkt.

Het voorziet ook in de mogelijkheid voor een beroepsvereniging om haar leden procedures en tools (bv. IT-tools) ter beschikking te stellen waarmee zij een deel van hun verplichtingen uit hoofde van boek II van de wet kunnen nakomen.

Deze procedures en tools kunnen door de Economische Inspectie Economie worden gevalideerd als zij het mogelijk maken aan deze verplichtingen te voldoen.

Artikel 3 verduidelijkt de tijdstippen waarop de waakzaamheidsverplichtingen (identificatie en individuele risicobeoordeling) moeten worden vervuld.

In het tweede lid wordt eraan herinnerd dat het de organisator van beurzen en salons is toegestaan zijn waakzaamheidsverplichtingen geheel of gedeeltelijk te laten uitvoeren door een of meer derde zaakaanbrengers. Dat kunnen bijvoorbeeld andere organisatoren van beurzen en salons zijn, mits aan de voorwaarden van de artikelen 42 tot en met 44 van de wet is voldaan.

In het derde lid wordt, voornamelijk uit didactisch oogpunt, herinnerd aan de verplichtingen van de organisator van beurzen en salons in het geval hij een cliënt niet kan identificeren of het risico dat deze inhoudt niet kan beoordelen.

In artikel 4 worden verschillende factoren opgesomd die een hoog risico op witwassen van geld of financiering van terrorisme met zich meebrengen. Het vormt dus concreet een aanvulling op artikel 16 van de wet, dat elke entiteit die onder de wet valt, waaronder de organisatoren van beurzen en salons, verplicht een algemene risicobeoordeling uit te voeren.

Heel wat risicofactoren kunnen worden onderzocht door de gegevens van de cliënt in te voeren...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT