18 SEPTEMBER 2017. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 januari 2006 tot toepassing van titel IV (Hervorming van de Regie der Posterijen) van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven

VERSLAG AAN DE KONING

Sire,

Algemeen

Krachtens de bepalingen in Titel IV (Hervorming van de Regie der Posterijen) van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven (zie in het bijzonder artikel 144quater) moet de aanbieder van de universele postdienst voldoen aan een aantal kwaliteitsnormen wanneer hij diensten verstrekt aan ondernemingen en particulieren.

Het precieze niveau van de kwaliteitsnormen waaraan de aanbieder van de universele postdienst moet voldoen, wordt met name vastgesteld door het koninklijk besluit van 11 januari 2006 tot toepassing van titel IV (Hervorming van de Regie der Posterijen) van de wet van 21 maart 1991, zoals dit is gewijzigd door het koninklijk besluit van 19 april 2014.

Een van die normen is met name de verplichting om ten minste 93% van de binnenlandse brievenpostzendingen te verdelen op de eerste werkdag, buiten de zaterdag, volgend op de dag van afgifte (D+1). Deze laatste norm is op dat niveau gebracht door het koninklijk besluit van 19 april 2014; voordien was die vastgesteld op 90%.

De norm voor de post die wordt verdeeld twee werkdagen na de afgifte ervan (D+2) is vastgesteld op 97%.

De naleving van deze normen wordt gewaarborgd door een ingewikkeld controlesysteem dat steunt op de dagelijkse meting van de verzendingstermijnen van een hoeveelheid testpost (Belex-, Pari- en Unexsysteem).

De organisatie van dat controlesysteem wordt gedefinieerd door CEN-normen, waaronder de normen "CEN EN 13850" en "CEN EN 14508", en toegepast onder het toezicht van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie (BIPT).

Bovendien geeft de aanbieder van de universele dienst tijdens de eindejaarsperiode kerstzegels uit.

Om tijdens een periode van drie weken - de laatste twee weken van het jaar en de eerste week van het jaar daarop -, een opstopping van zijn sorteercentra te vermijden, behandelt de aanbieder van de universele postdienst deze post binnen een maximumtermijn van D+3. Buiten deze periode worden kerstzegels beschouwd als "prior"-postzegels en vallen ze onder de norm D+1. De consumenten worden op de hoogte gebracht van deze bijzonderheid.

De aanbieder van de universele dienst kan deze periode van drie weken met hoogstens 7 kalenderdagen vervroegen, afhankelijk van de dag waarop de zogenaamde kerstperiode ingaat.

Daarom vraagt de aanbieder van de universele dienst elk jaar aan het BIPT de toestemming om de post die gefrankeerd is met kerstzegels...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT