18 NOVEMBER 2015. - Koninklijk besluit betreffende de opleiding van de leden van de openbare hulpdiensten en tot wijziging van diverse koninklijke besluiten

VERSLAG AAN DE KONING

Sire,

Het ontwerp van koninklijk besluit waarvan ik de eer heb het ter ondertekening aan Uwe Majesteit voor te leggen beoogt de uitvoering van artikel 106 en artikel 175/1 van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid.

Algemene bepalingen

Momenteel wordt de opleiding die de leden van de openbare brandweerdiensten volgen, geregeld in het koninklijk besluit van 21 februari 2011 betreffende de opleiding van de leden van de openbare hulpdiensten. De laatste jaren is duidelijk gebleken dat een modernisering van de opleidingen van het brandweerpersoneel noodzakelijk was.

De belangrijkste wijzigingen zoals aangebracht door het ontwerp van koninklijk besluit zijn de volgende :

- De naam van de brevetten wordt veranderd. De benamingen `brevet brandweerman, `brevet korporaal', ... worden vervangen door `brevet BO1', `brevet BO2', ... Dit wordt gedaan om duidelijk te maken dat de focus ligt op de inhoud van het brevet en dus op de aangeleerde leerstof.

- Het ontwerp bepaalt de verschillende opleidingen die voor de leden van de openbare hulpdiensten georganiseerd worden, de organisatie ervan en de regels betreffende de toelating tot de opleidingen. Tot op heden was het voor een brandweerman mogelijk om, ongeacht de uitgeoefende functie, brevetten te verzamelen. Dit zal in de toekomst niet meer mogelijk zijn. Enkel het brevet verbonden aan twee graden boven de effectief uitgeoefende graad, zal kunnen worden behaald (volgens het principe n+2).

- De regels inzake bevordering werden ook aangepast : men kan bevorderen tot maximaal de tweede graad boven de graad die men bezit - behalve voor de bevorderingen tot adjudant en kapitein, voor dewelke het principe n+1 van toepassing is.

- De bijlage 1 aan het ontwerp koninklijk besluit bepaalt het aantal opleidingsuren en het bedrag van de subsidies per leerling voor de brevetten en de zogenaamde deltaopleidingen, bedoeld in de artikelen 26, 28 en 29 van het ontwerp.

- Voor de selectieproeven voor de aflevering van het federale geschiktheidsattest wordt de subsidie opgesplitst : per inschrijving aan de proeven ontvangt de school 13 euro, en per deelname aan één van de proeven 15 euro.

- Voor de bevorderingsproeven wordt er per leerling per proefuur een subsidie voorzien die dezelfde is als voor de opleidingen tot het behalen van een brevet, getuigschrift of attest. Er wordt evenwel een maximum voorzien van 90 EUR per leerling, per proef.

- Het ontwerp bepaalt de regels betreffende de erkenning en de opdrachten van de opleidingscentra, evenals de modaliteiten van de controle op deze centra.

- Er wordt uitdrukkelijk ingelast dat ook privépersonen de opleidingen tot de brevetten BO1 en OFF2 en de getuigschriften en attesten, kunnen volgen.

- Er wordt voorzien in een zogenaamde `deltaopleiding' voor de brandweermannen die onder het koninklijk besluit van 11 februari 2011 hun brevet brandweerman behaalden. Deze personen krijgen een gelijkstelling met het brevet BO1, maar kunnen pas deelnemen aan de opleiding tot behalen van het brevet BO2 op voorwaarde dat zij geslaagd zijn in een opleiding. Dezelfde bepaling wordt ook voorzien voor de mensen met een brevet sergeant oude type.

- Men kan de opleiding brandweerkadet volgen indien men 16 jaar wordt in de loop van het kalenderjaar. Het behalen van brevet van brandweerkadet geeft aanleiding tot een vrijstelling van deel 1 van het brevet BOI gedurende een periode van 10 jaar vanaf de datum vermeld op het brevet van brandweerkadet.

- Krachtens artikel 5 van de wet van 30 juli 1979 betreffende de preventie van brand en ontploffing en betreffende de verplichte verzekering van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid in dergelijke gevallen is de burgemeester voor zijn gemeente verantwoordelijk voor de brandpreventie.

Bij de inwerkingstelling van de hulpverleningszones zal hij daarvoor een beroep kunnen doen op de hulpverleningszone waartoe zijn gemeente behoort. Deze hulpverleningszones kunnen voor het uitoefenen van deze opdracht een beroep doen op personeelsleden die speciaal voor het uitoefenen van deze taak van brandpreventie een opleiding hebben gevolgd. Dit principe wordt geïnstaureerd in het koninklijk besluit van 19 december 2014 tot vastlegging van de organisatie van de brandpreventie in de hulpverleningszones.

In het ontwerp in bijlage wordt de vorming die deze personen zullen moeten volgen, in het leven geroepen. Er wordt voorzien in drie opleidingen : PREV-1, PREV-2 en PREV-3. Het zal dus niet meer nodig zijn om het geheel van de opleiding brandpreventie te volgen, zoals vandaag het geval is, om een preventieopdracht uit te voeren. De eenvoudige preventietaken zullen kunnen uitgevoerd worden door een titularis van het brevet PREV-1, de wat ingewikkeldere taken door een titularis van het brevet PREV-2 en de moeilijkste taken door een houder van het brevet PREV-3.

Ook administratieve personeelsleden van de zone zullen deze opleidingen kunnen volgen, alsook personeelsleden van de FOD Binnenlandse Zaken.

- Om een opleiding te kunnen geven aan brandweermannen, zal een instructeur moeten beschikken over een specifiek getuigschrift pedagogische bekwaamheid (FOROP-1 of FOROP-2), dat door dit ontwerp wordt ingesteld en waarvan de inhoud door de Minister zal worden bepaald.

- Net zoals bij het koninklijk besluit van 11 februari 2011 voorziet het ontwerp in een aantal gelijkstellingen, zodat de mensen die onder het huidige (of een vorig) systeem een brevet hebben behaald, dit gevalideerd zien in tenminste een gelijkwaardig brevet in het nieuwe systeem.

- Het koninklijk besluit van 19 april 2014 tot bepaling van het administratief statuut van het personeel van de hulpverleningszones voorziet in de voorwaarde van het beschikken over een diploma niveau A voor de toegang tot de graad van kapitein, majoor en kolonel. Er werd voorzien in een systeem van sociale promotie. In het ontwerp in bijlage wordt bepaald dat worden toegelaten tot de opleiding tot het behalen van het diploma van sociale promotie, de leden van een hulpverleningszone die minstens de graad van adjudant dragen en die houder zijn van het brevet OFF1. De inhoud van de opleiding en de proef alsmede het aantal uren van de te volgen cursussen wordt in een later stadium bepaald door de minister.

Artikelsgewijze bespreking

Artikel 5, c).

Artikel 150 van het koninklijk besluit van 19 april 2014 tot bepaling van het administratief statuut van het operationeel personeel van de hulpverleningszone, dat trouwens ook in voorliggend ontwerp van koninklijk besluit wordt vervangen, schrijft voor dat alle leden van de openbare hulpdiensten jaarlijks minimaal 24 uren voortgezette opleiding dienen te volgen.

Deze voortgezette opleiding dient volgens ditzelfde artikel te worden georganiseerd door de opleidingscentra voor de civiele veiligheid.

Deze uren kunnen, in de mate van het mogelijke, wel gegeven worden in de zone.

De bedoeling van deze bepaling is dat kan worden gewerkt met het principe van `train the trainer'. De school dient de piloot te zijn en te blijven van het geven van de voortgezette opleiding, maar kan hierbij zonale middelen gebruiken.

Hierbij kan het ook zijn dat de zone zelf vragende partij is voor het geven van een bepaalde opleiding. De school dient dan de opleiding te komen onderwijzen in de zone.

De achterliggende bedoeling hiervan is, dat veel tijdsverlies kan vermeden worden : zowel de instructeur als de leerlingen dienen zich niet te verplaatsen naar het opleidingscentrum, dat vaak niet onmiddellijk bij de deur ligt. Zij kunnen voor de opleiding gewoon terecht in de kazerne. Dit zorgt ervoor dat vele arbeidsuurroosters dan ook niet persé dienen te worden aangepast.

Het eventueel organiseren in de zone van voortgezette opleiding kan dus aan te raden zijn in bepaalde gevallen, waarin de zone over voldoende lesmaterieel beschikt.

Het valt wel aan te raden dat de hulpverleningszones bedacht zijn op het volgende probleem.

Het gewone loon van de instructeur, die normaal gezien als personeelslid van de zone wordt betaald, wordt voor de duur van het geven van de opleiding, niet uitbetaald. De instructeur wordt voor het geven van de voortgezette opleiding betaald door het opleidingscentrum (ook indien de opleiding wordt gegeven in de zone).

Indien een beroepspersoneelslid een opleiding gaat geven voor rekening van een opleidingscentrum, dient zijn arbeidsrelatie met zijn zone voor de duur van de opleiding te worden onderbroken, zelfs wanneer deze plaats vindt in de zone. Indien dit niet wordt gedaan, krijgt hij immers voor de uren opleiding die hij geeft, een premie voor operationaliteit en onregelmatige prestaties. Artikel 25 van het koninklijk besluit van 19 april 2014 houdende bezoldigingsregeling van het operationeel personeel van de hulpverleningszones bepaalt immers dat het beroepspersoneelslid voor elke daadwerkelijke gepresteerde periode een premie ontvangt. Deze premie voor operationaliteit en onregelmatige prestaties vervangt de oude gemeentelijke premie voor onregelmatige prestaties van zaterdag-, zondag- en weekendwerk. Het kan niet de bedoeling zijn dat men deze premie ontvangt voor het geven van een voortgezette opleiding georganiseerd door de opleidingscentra.

Artikel 5, f).

De opleidingscentra moeten beantwoorden aan de kwaliteits- en veiligheidsnormen aangaande de uitrusting, het materieel en de infrastructuur van het opleidingscentrum, evenals aan de gevraagde quota inzake het aantal op te leiden leerlingen.

Dit houdt dus ook in dat de opleidingscentra de federale normen over het gebruik en onderhoud van interventiekledij en van de persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen moeten respecteren.

Artikel 7.

Minimaal één keer om de twee jaar stellen de Inspectie en het Kenniscentrum een gezamenlijk verslag op met betrekking tot de werking van het opleidingscentrum, en dit naar aanleiding van een inspectiebezoek.

De bedoeling van dit inspectiebezoek is een continu toezicht uit te oefenen op de concrete, dagdagelijkse...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT