18 MEI 2022. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 maart 1927 houdende uitvoering van het Wetboek diverse rechten en taksen en van het koninklijk besluit van 14 september 2016 tot vaststelling van de retributies voor de uitvoering van de hypothecaire formaliteiten en voor de aflevering van de afschriften en getuigschriften

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de Grondwet, artikel 108;

Gelet op het Wetboek diverse rechten en taksen, artikel 12, hersteld bij de wet van 19 december 2006 en artikel 2031 vervangen bij de wet van 7 februari 2021;

Gelet op artikel 146 van de hypotheekwet van 16 december 1851, ingevoegd door de wet van 18 december 2015;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 maart 1927 houdende uitvoering van het Wetboek diverse rechten en taksen;

Gelet op het koninklijk besluit van 14 september 2016 tot vaststelling van de retributies voor de uitvoering van de hypothecaire formaliteiten en voor de aflevering van de afschriften en getuigschriften;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën gegeven op 11 februari 2022;

Gelet op het akkoord van de Staatsecretaris voor Begroting gegeven op 22 februari 2022;

Gelet op het advies nr. 71.115/3 van de Raad van State gegeven op 22 maart 2022 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de minister van Financiën,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

HOOFDSTUK I. - Wijzigingen aan het koninklijk besluit van

3 maart 1927 houdende uitvoering van het Wetboek diverse rechten en taksen

Artikel 1. In het koninklijk besluit van 3 maart 1927 houdende uitvoering van het Wetboek diverse rechten en taksen, wordt het opschrift van Boek I, Titel II, vervangen als volgt:

"Titel II [00cc][00b6] Voorschriften betreffende het aktepapier van notariële akten".

Art. 2. In artikel 2 van hetzelfde besluit, opgeheven bij het koninklijk besluit van 1 juni 1993, hersteld bij het koninklijk besluit van 21 december 2006 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 23 november 2021, wordt paragraaf 1 opgeheven.

Art. 3. In artikel 4 van hetzelfde besluit, opgeheven bij het koninklijk besluit van 1 juni 1993 en hersteld bij het koninklijk besluit van 21 december 2006, worden de woorden "de artikelen 5, 4° en 6, 3° " vervangen door de woorden "de artikelen 5, tweede lid en 6, § 2".

Art. 4. Artikel 5 van hetzelfde besluit, opgeheven bij het koninklijk besluit van 1 juni 1993, hersteld bij het koninklijk besluit van 21 december 2006 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 23 november 2021, wordt vervangen als volgt:

"Art. 5. De bank of de beursvennootschap die een periodieke aangifte indient voor de akten en geschriften bedoeld in artikel 8 van het Wetboek:

  1. houdt een...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT