18 FEBRUARI 2018. - Koninklijk besluit tot wijziging en aanvulling van het KB/WIB 92 in uitvoering van artikel 470/2 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992

VERSLAG AAN DE KONING

Sire,

Om te antwoorden op het verzoek van de gemeenten en de Hoge Raad van Financiën, heeft de wet van 31 juli 2017 (Belgisch Staatsblad van 11 augustus 2017) tot invoering van een doorlopend systeem van voorschotten op de opbrengst van de aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting het systeem van werkelijke en vlottende toekenningen vervangen door een gemengd systeem dat doorlopende voorschotten over een periode van 8 maanden, die 80 pct. van de te verwachten ontvangsten voor het aanslagjaar vertegenwoordigen, combineert met werkelijke toekenningen voor de maanden juni, juli en augustus, om stabiele en voorspelbare liquide middelen aan elke gemeente te verzekeren. De maand mei leidt tot de betaling van het saldo, indien het positief is. Dit saldo wordt bekomen door van de netto-ontvangsten ontvangen voor rekening van de gemeenten, na aftrek van de ontheffingen, de voorschotten af te trekken die hem zijn verleend tijdens dezelfde periode, alsook de administratiekosten bedoeld in artikel 470 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992.

In het kader van dit nieuwe systeem, is de administratie gehouden om enerzijds de gemeenten op de hoogte te brengen van de ramingen van de opbrengst van de aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting, zodat ze hun begroting kunnen opmaken en ook hun totale ontvangsten, hun uitgaven en investeringen kunnen voorzien. Deze raming wordt medegedeeld in de loop van het kalenderjaar dat voorafgaat aan het betrokken begrotingsjaar. Wanneer de eerste raming gevoelig afwijkt van de netto-ontvangsten, kan een tweede raming medegedeeld worden. De vermoedelijke ontvangsten worden medegedeeld tijdens het laatste trimester van het kalenderjaar dat overeenstemt met het lopende begrotingsjaar.

Anderzijds, is de administratie gehouden om maandelijks de gemeenten te informeren, zodat ze de werkelijke toekenningen kunnen volgen, zelfs tijdens de maanden waarin de voorschotten hen worden verleend, en om te kunnen anticiperen op het saldo van de maand mei en er rekening mee kunnen houden voor hun uitgaven en investeringen. Het maandelijks overzicht herneemt de werkelijke toekenningen en de betaalde ontheffingen voor de maand die vooraf gaat, alsook de administratiekosten, die ermee verband houden, zowel tijdens de maanden waar de netto-ontvangsten worden toegekend als tijdens de maanden waar de voorschotten worden verleend en de werkelijke ontvangsten niet worden toegekend. In de maand mei van elk jaar wordt een globaal overzicht met daarin het geheel van de ontvangsten, na aftrek van de ontheffingen, voor de periode die zich uitstrekt van 1 augustus van het jaar voorafgaand aan het versturen van het overzicht en 30 april van het jaar van versturen, alsook het bedrag van de administratiekosten die ermee verband houden en het geheel van toegekende voorschotten voor het aanslagjaar van het jaar dat voorafgaat aan het jaar van versturen, en het uiteindelijke saldo van deze werkzaamheden, medegedeeld aan de gemeenten.

In enkele gevallen, kunnen de hiervoor beschreven gegevens medegedeeld worden via elektronische weg, en dit is de manier die de voorkeur geniet van de administratie, wanneer de technische mogelijkheden het toelaten. In de andere gevallen, zal de communicatie blijven lopen bij gewone brief. Daarom schrijft het ontwerp van koninklijk besluit twee mogelijkheden voor, zodat de noodzakelijke flexibiliteit verzekerd wordt en om gelijktijdig de weg vrij te maken naar een grotere automatisering.

Paragraaf 4 van het ontwerp van koninklijk besluit benadrukt het feit dat de compensatie tussen het negatieve saldo vastgesteld tijdens de maanden mei, juni en juli met de werkelijke toekenningen te betalen tijdens deze maanden, en wat betreft, de aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting, plaatsvindt zonder enige formaliteit, noch notificatie, om maximaal de invordering te vereenvoudigen van het te veel ontvangene door de gemeenten, hetzij in het kader van de voorschotten, hetzij ten gevolge van ontheffingen.

Bovendien, en net als wat wordt vastgesteld bij artikel 233bis van het koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelasting 1992, vernummerd in artikel 233/1, preciseert § 5 de verplichte modaliteiten om over te gaan tot de eigenlijke invordering op de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT