18 DECEMBER 2015. - Wet houdende instemming met het Verdrag nr. 175 betreffende de deeltijdse arbeid, aangenomen te Genève op 24 juni 1994 door de Internationale Arbeidsconferentie tijdens haar eenentachtigste zitting (1)(2)(3)

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Art. 2. Het Verdrag nr. 175 betreffende de deeltijdse arbeid, aangenomen te Genève op 24 juni 1994 door de Internationale Arbeidsconferentie tijdens haar eenentachtigste zitting, zal volkomen gevolg hebben.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met `s Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 18 december 2015.

FILIP

Van Koningswege :

De Minister van Buitenlandse Zaken en Europese Zaken,

D. REYNDERS

De Minister van Werk,

K. PEETERS

Met 's Lands zegel gezegeld :

De Minister van Justitie,

K. GEENS

_______

Nota's

(1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be)

Stukken: 54-1221

Verslag: 26/10/2015

(2) Zie Decreet van de Vlaamse Gemeenschap/ het Vlaamse Gewest van 19/03/2004 (Belgisch Staatsblad van 03/05/2004), Decreet van de Franse Gemeenschap van 13/12/2012 (Belgisch Staatsblad van 01/02/2013), Decreet van de Duitstalige Gemeenschap van 22/11/2010 (Belgisch Staatsblad van 10/12/2010 (Ed.2)), Decreet van het Waalse Gewest van 17/01/2013 (Belgisch Staatsblad van 04/02/2013), Ordonnantie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 10/03/2005 (Belgisch Staatsblad van 01/04/2005), Ordonnantie van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 19/04/2007 (Belgisch Staatsblad van 22/06/2007 (Ed.2)).

(3) Zie lijst gebonden staten.

Conventie nr. 175 inzake deeltijdse arbeid

De Algemene Conferentie van de Internationale Arbeidsorganisatie,

Bijeengeroepen te Genève door de Raad van Bestuur van het Internationaal Arbeidsbureau en daar vergaderd op 7 juni 1994 in haar 81ste zitting;

Gelet op het grote belang, voor deeltijdse werknemers van de bepalingen van het Verdrag betreffende gelijke beloning, 1951, van het Verdrag betreffende discriminatie (beroep en beroepsuitoefening), 1958, en van het Verdrag en de Aanbeveling betreffende werknemers met gezinsverantwoordelijkheid, 1981;

Tevens gelet op het grote belang voor deze werknemers, van het Verdrag betreffende de bevordering van de werkgelegenheid en de bescherming tegen werkloosheid, 1988, en van de Aanbeveling betreffende het werkgelegenheidsbeleid (aanvullende bepalingen), 1984;

Erkennend het belang van productief en vrij gekozen werk voor alle werknemers, het belang van deeltijdse arbeid voor de economie, de noodzaak dat in het werkgelegenheidsbeleid rekening wordt gehouden met de rol die deeltijdse arbeid vervult om de werkgelegenheid te stimuleren alsmede de noodzaak om de bescherming van deeltijdse werknemers te waarborgen op het gebied van toegang tot de arbeidsmarkt, arbeidsvoorwaarden en sociale zekerheid;

Na beslist te hebben bepaalde voorstellen betreffende deeltijdse arbeid goed te keuren, een onderwerp dat als vierde punt op de agenda van de zitting genoteerd staat;

Na beslist te hebben dat deze voorstellen de vorm dienen aan te nemen van een internationaal verdrag, keurt de Internationale Conferentie heden, op vierentwintig juni negentienhonderd vierennegentig, het volgende Verdrag goed, dat hierna het Verdrag inzake deeltijdse arbeid, 1994 zal worden genoemd.

Artikel 1. Ter fine van dit Verdrag:

a. wordt verstaan...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT