18 DECEMBER 2015. - Wet houdende diverse bepalingen inzake accijnsgoederen, evenals wijzigingen aan de algemene wet van 18 juli 1977 inzake douane en accijnzen (1)

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van de wet

van 22 december 2009 betreffende de algemene regeling inzake accijnzen

Art. 2. Dit artikel voorziet in de omzetting van richtlijn 2013/61/EU van de Raad van 17 december 2013 tot wijziging van de Richtlijnen 2006/112/EG en 2008/118/EG wat betreft de Franse ultraperifere gebieden en met name Mayotte.

In artikel 5, § 1, 4°, a), van de wet van 22 december 2009 worden de woorden "de Franse overzeese departementen" vervangen door de volgende woorden "de Franse ultraperifere gebieden vermeld in artikel 349 en artikel 355, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie".

Art. 3. In hoofdstuk 2 van de wet van 22 december 2009 wordt een afdeling 2bis ingevoegd, luidende:

"Afdeling 2bis - Navordering".

Art. 4. In afdeling 2bis, ingevoegd bij artikel 3, wordt een artikel 12/1 ingevoegd, luidende:

"Art. 12/1. Na de invordering op basis van deze wet van het oorspronkelijk verschuldigde bedrag aan accijnzen wordt slechts tot navordering van eventueel verschuldigde aanvullende accijnzen overgegaan voor zover, in voorkomend geval via cumulatie van diverse verschuldigde bedragen van eenzelfde belastingplichtige, het in te vorderen bedrag 10 euro overschrijdt.".

Art. 5. In artikel 19, § 2, van de wet van 22 december 2009, worden 1° en 2°, eerste lid, vervangen als volgt:

" § 2. De erkend entrepothouder moet:

  1. zekerheid stellen ten belope van 10 % van de accijnzen om de risico's te dekken die verbonden zijn aan de productie, de verwerking en het voorhanden hebben van accijnsgoederen in zijn belastingentrepot; voor wat betreft de energieproducten vermeld in artikel 418 van de programmawet van 27 december 2004 waarvoor geen accijnstarief is bepaald in artikel 419 van dezelfde programmawet wordt deze zekerheid berekend op basis van het hoogste accijnstarief op het belaste gelijkwaardige energieproduct;

  2. een door de Koning vast te stellen zekerheid stellen om, inzake accijnzen, de risico's te dekken verbonden aan het verzenden hier te lande of naar een andere lidstaat van accijnsgoederen onder een accijnsschorsingsregeling. De zekerheid moet geldig zijn in de gehele Gemeenschap. Voor wat betreft de energieproducten vermeld in artikel 418 van de programmawet van 27 december 2004 waarvoor geen accijnstarief is bepaald in artikel 419 van dezelfde programmawet wordt deze zekerheid berekend op basis van het hoogste accijnstarief op het belaste gelijkwaardige energieproduct.".

    HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen

    van de programmawet van 27 december 2004

    Art. 6. In artikel 429, § 2, van de programmawet van 27 december 2004, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 14 december 2012 tot wijziging van de programmawet van 27 december 2004, wordt de bepaling onder m) vervangen als volgt:

    n) "koolzaadolie van de GN-code 1514, gebruikt als motorbrandstof, wanneer deze wordt geproduceerd door een natuurlijke persoon of een rechtspersoon die het beroep van landbouwer uitoefent, die alleen handelt of in een samenwerkingsverband, op basis van zijn eigen productie van koolzaad en wanneer deze zonder tussenpersoon aan de eindverbruiker wordt verkocht.

    De vrijstelling zal geweigerd worden aan elke hiervoor bedoelde natuurlijke persoon of rechtspersoon die voordeel heeft gehaald uit vroegere onrechtmatige en bij een besluit van de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT