18 DECEMBER 2015. - Wet houdende diverse financiële bepalingen, houdende de oprichting van een administratieve dienst met boekhoudkundige autonomie 'Sociale activiteiten', en houdende een bepaling inzake de gelijkheid van vrouwen en mannen (1)

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :

TITEL 1. - Algemene bepaling

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

TITEL 2. - Financiële bepalingen

HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen

Afdeling 1. - Diverse bepalingen

Art. 2. In artikel 3 van de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  1. een bepaling onder 10° /1 wordt ingevoegd, luidende :

    "10° /1 Verordening nr. 806/2014 : Verordening (EU) nr. 806/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2014 tot vaststelling van eenvormige regels en een eenvormige procedure voor de afwikkeling van kredietinstellingen en bepaalde beleggingsondernemingen in het kader van een gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme en een gemeenschappelijk afwikkelingsfonds en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1093/2010;";

  2. een bepaling onder 10° /2 wordt ingevoegd, luidende :

    "10° /2 gemeenschappelijke afwikkelingsraad : de raad opgericht bij artikel 42 van Verordening nr. 806/2014;";

  3. een bepaling onder 27° /1 wordt ingevoegd, luidende :

    "27° /1 verbonden personen : echtgenoten, partners die volgens hun nationaal recht als gelijkwaardig met een echtgenoot of echtgenote worden aangemerkt en bloedverwanten in de eerste graad;";

  4. de bepaling onder 52° wordt vervangen als volgt :

    "52° afwikkelingsautoriteit : de Bank of de gemeenschappelijke afwikkelingsraad, volgens de bevoegdheidsverdeling vastgelegd door of krachtens Verordening (EU) nr. 806/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2014 tot vaststelling van eenvormige regels en een eenvormige procedure voor de afwikkeling van kredietinstellingen en bepaalde beleggingsondernemingen in het kader van een gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme en een gemeenschappelijk afwikkelingsfonds en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1093/2010;".

    Art. 3. In artikel 3, 29°, en in artikel 13, § 1, van Bijlage IV van dezelfde wet, wordt het woord "kredietinstelling" telkens vervangen door het woord "instelling".

    Art. 4. In artikel 24 van dezelfde wet wordt paragraaf 3 vervangen als volgt :

    " § 3. De functie van voorzitter van de raad van bestuur wordt uitgeoefend door een persoon die geen lid is van het directiecomité.".

    Art. 5. In artikel 25 van dezelfde wet wordt paragraaf 3 vervangen als volgt :

    " § 3. De functie van voorzitter van het wettelijk bestuursorgaan wordt uitgeoefend door een persoon die geen lid is van het directiecomité.".

    Art. 6. In artikel 26, tweede lid, 3°, van dezelfde wet worden de woorden "voorzitter van het directiecomité" vervangen door de woorden "lid van het directiecomité".

    Art. 7. In artikel 46 van dezelfde wet worden de woorden "artikel 17" vervangen door de woorden "de artikelen 9 en 18".

    Art. 8. In artikel 52 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  5. in het eerste lid worden de woorden "artikel 17" vervangen door de woorden "de artikelen 9 en 18";

  6. in het derde lid worden de woorden "conform artikel 48, tweede lid," vervangen door de woorden "conform artikel 46, tweede lid,".

    Art. 9. In artikel 54 van dezelfde wet, vervangen bij artikel 396 van dezelfde wet, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  7. de laatste zin van het derde lid wordt opgeheven;

  8. aan het begin van het vierde lid wordt een zin ingevoegd, luidende :

    "De vergoeding van het sekwester wordt vastgesteld door de toezichthouder en betaald door de voornoemde houder.".

    Art. 10. In artikel 56, § 1, van dezelfde wet worden de woorden ", met inbegrip van de specifieke organisatieregeling bedoeld in Onderafdeling V van Afdeling VI van Hoofdstuk II van Titel I," ingevoegd tussen de woorden "de instelling" en de woorden "en de overeenstemming ervan".

    Art. 11. In artikel 59 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  9. paragraaf 1 wordt aangevuld met de woorden ", met inbegrip van de specifieke organisatieregeling bedoeld in Onderafdeling V van Afdeling VI van Hoofdstuk II van Titel I.";

  10. in paragraaf 2 worden de woorden ", met inbegrip van de specifieke organisatieregeling bedoeld in Onderafdeling V van Afdeling VI van Hoofdstuk II van Titel I," ingevoegd tussen de woorden "de in artikel 21 bedoelde organisatieregeling" en de woorden "en over de maatregelen".

    Art. 12. In artikel 62 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  11. in paragraaf 5 worden de woorden "externe functies in andere handelsvennootschappen" vervangen door "externe functies, voor zover ze worden uitgeoefend in andere handels-vennootschappen dan de kredietinstelling en";

  12. paragraaf 6 wordt vervangen als volgt :

    " § 6. De leden van het directiecomité, of, bij ontstentenis van een directiecomité, de personen die deelnemen aan de effectieve leiding van de kredietinstelling, mogen geen mandaat uitoefenen dat een deelname aan het dagelijks bestuur inhoudt, tenzij in een vennootschap als bedoeld in artikel 89, lid 1 van Verordening nr. 575/2013, waarmee de kredietinstelling nauwe banden heeft, in een instelling voor collectieve belegging die geregeld is bij statuten in de zin van de wet van 3 augustus 2012 betreffende de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG, in de instellingen voor belegging in schuldvorderingen en in een burgerlijke patrimoniumvennootschap waarin zij of met hen verbonden personen een significant belang bezitten. Wanneer de kredietinstelling significant is in de zin van artikel 3, 30° zijn de in paragraaf 2 bedoelde externe functies, voor zover ze worden uitgeoefend in andere handelsvennootschappen dan de kredietinstelling en onverminderd de paragrafen 1 en 3, bovendien beperkt tot twee mandaten die geen deelname aan het dagelijks bestuur mogen impliceren, tenzij het mandaat in de kredietinstelling wordt uitgeoefend ter vertegenwoordiging van een lidstaat.";

  13. in paragraaf 7 worden de woorden "paragrafen 5 en 6" vervangen door de woorden "paragraaf 5, tweede zin, en paragraaf 6, tweede zin";

  14. in het eerste lid van paragraaf 9 worden de woorden "de groep waarvan een onderneming een nauwe band heeft met de kredietinstelling of haar moederonderneming" vervangen door de woorden "een andere groep"

  15. het derde lid van paragraaf 9 wordt vervangen als volgt :

    "Voor de toepassing van dit artikel kan de toezichthouder aan de hand van de statuten nagaan of externe functies al dan niet worden uitgeoefend in handelsvennootschappen, in het bijzonder wat externe functies in patrimoniumvennootschappen betreft.".

    Art. 13. In artikel 72, § 1, van dezelfde wet, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  16. het eerste lid wordt vervangen als volgt :

    "Kredietinstellingen mogen rechtstreeks of onrechtstreeks leningen, kredieten of borgstellingen verlenen :

  17. aan de leden van hun wettelijk bestuursorgaan en de leden van hun directiecomité of, bij ontstentenis van een directiecomité, aan de personen belast met de effectieve leiding;

  18. aan de in artikel 9 bedoelde personen evenals aan de leden van hun verschillende organen en aan de personen die deelnemen aan hun effectieve leiding;

  19. aan de ondernemingen of instellingen waarin de in 1° bedoelde personen een gekwalificeerde deelneming bezitten of een functie zoals bedoeld in 1° uitoefenen;

  20. aan personen die verbonden zijn met de in 1° bedoelde personen.;

  21. de paragraaf wordt aangevuld met een vierde lid, luidende :

    "De in het eerste en tweede lid bedoelde kennisgevingen aan het wettelijk bestuursorgaan en de toezichthouder dienen niet plaats te vinden wanneer het geheel van leningen, kredieten of borgstellingen aan een bepaalde persoon, onderneming of instelling het bedrag van 100.000 euro niet overschrijdt.".

    Art. 14. Artikel 90 van dezelfde wet wordt aangevuld met een lid, luidende :

    "Dit artikel is van toepassing op de uitoefening van werkzaamheden in een derde land.".

    Art. 15. In artikel 95 van dezelfde wet worden de woorden "Deel 2, Titel 2, Hoofdstuk 2 van Verordening nr. 575/2013"vervangen door de woorden "Deel 1, Titel 2, Hoofdstuk 2 van Verordening nr. 575/2013".

    Art. 16. In artikel 96, § 1, 3°, van dezelfde wet wordt het woord "kredietinstellingen" vervangen door het woord "instellingen".

    Art. 17. In artikel 96 van dezelfde wet wordt paragraaf 3 vervangen als volgt :

    " § 3. Een moederkredietinstelling, een financiële moederholding naar Belgisch recht of een gemengde financiële moederholding naar Belgisch recht, op geconsolideerde basis, die tegelijkertijd onderworpen is aan een vereiste om een tier 1-kernkapitaalbuffer voor mondiaal systeemrelevante instellingen (MSI's) aan te houden en aan een vereiste om een tier 1-kernkapitaalbuffer voor binnenlandse systeemrelevante instellingen (BSI's) aan te houden overeenkomstig de artikelen 13 en 14 van Bijlage IV, moet enkel voldoen aan het hoogste vereiste.".

    Art. 18. In artikel 96 van dezelfde wet wordt paragraaf 4 vervangen als volgt :

    " § 4. Een moederkredietinstelling, een financiële moederholding naar Belgisch recht of een gemengde financiële moederholding naar Belgisch recht, op geconsolideerde basis, die tegelijkertijd onderworpen is aan het in paragraaf 3 bedoelde vereiste en aan een vereiste om een tier 1-kernkapitaalbuffer voor systeem- of macro-prudentiële risico's aan te houden overeenkomstig de artikelen 16 tot 22 van Bijlage IV, moet enkel voldoen aan het hoogste vereiste.".

    Art. 19. In artikel 96, § 5, van dezelfde wet worden de woorden "vereiste om een tier 1-kernkapitaalbuffer voor binnenlandse systeemrelevante kredietinstellingen (BSI's) aan te houden" vervangen door de woorden "vereiste om een tier 1-kernkapitaalbuffer voor binnenlandse systeemrelevante instellingen (BSI's) aan te houden".

    Art. 20. In artikel 96 van dezelfde wet wordt paragraaf 6 vervangen als volgt :

    " § 6...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT