18 DECEMBER 2015. - Koninklijk besluit tot bepaling van de datum van inwerkingtreding van de wet van 6 december 2015 tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde

VERSLAG AAN DE KONING

Sire,

Het onderhavig ontwerp van koninklijk besluit strekt ertoe de wet van 6 december 2015 tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, in werking te laten treden op 1 januari 2016.

Deze wet betreft de vrijstelling van de belasting voor de kleine ondernemingen waarvan de jaaromzet de drempel van 25.000 euro niet overschrijdt.

Op grond van artikel 395, lid 1, van Richtlijn 2006/112/EG van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde, kan de Raad op voorstel van de Commissie met eenparigheid van stemmen elke lidstaat machtigen bijzondere, van de bepalingen van deze richtlijn afwijkende maatregelen te treffen, teneinde de belastinginning te vereenvoudigen of bepaalde vormen van belastingfraude of -ontwijking te voorkomen.

Bij Uitvoeringsbesluit 2013/53/EU van de Raad van 22 januari 2013 waarbij het Koninkrijk België wordt gemachtigd een bijzondere maatregel in te stellen die afwijkt van artikel 285 van voornoemde Richtlijn 2006/112/EG, werd België gemachtigd om tot 31 december 2015 vrijstelling van de belasting over de toegevoegde waarden te verlenen aan de belastingplichtigen met een jaaromzet van niet meer dan 25.000 euro. België heeft in de praktijk geen gebruik gemaakt van de maximaal toegestane drempel maar heeft vanaf 1 april 2014 een drempel van 15.000 euro toegepast.

Bij brieven, ingekomen bij de Commissie op 15 juli en 20 augustus 2015, heeft België opnieuw verzocht om machtiging tot toepassing van een vrijstellingsdrempel van 25.000 euro.

Bij Uitvoeringsbesluit 2015/2348/EU van de Raad van 10 december 2015 tot wijziging van voornoemd Uitvoeringsbesluit 2013/53/EU, wordt België gemachtigd die afwijkende maatregel tot 31 december 2018 toe te passen.

Ingevolge dit Uitvoeringsbesluit en rekening houdend met artikel 3, eerste lid, van de wet van 6 december 2015 dat bepaalt dat "De Koning [stelt] deze wet in werking stelt met ingang van 1 januari 2016, van zodra kennis is gegeven van het besluit waarbij de Raad van de Europese Unie daartoe machtiging heeft verleend", maakt dit koninklijk besluit het derhalve mogelijk om bovenbedoelde wet in werking te laten treden op 1 januari 2016.

Ik heb de eer te zijn,

Sire,

Van Uwe Majesteit,

de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar,

De Minister van Financiën,

J. VAN OVERTVELDT

ADVIES 57.580/3 VAN 25 JUNI 2015 VAN DE RAAD VAN STATE, AFDELING WETGEVING, OVER EEN VOORONTWERP VAN WET "TOT WIJZIGING VAN HET WETBOEK VAN DE BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE"

Op 27 mei 2015 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Minister van Financiën verzocht binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een voorontwerp van wet "tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde".

Het voorontwerp is door de derde kamer onderzocht op 16 juni 2015.

De kamer was samengesteld uit Jo Baert, kamervoorzitter, Jan Smets en Jeroen Van Nieuwenhove, staatsraden, Jan Velaers en Bruno Peeters...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT