18 APRIL 2021. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 309/2, § 6, van het Gerechtelijk Wetboek

VERSLAG AAN DE KONING

Sire,

Het koninklijk besluit dat ik de eer heb aan Uwe Majesteit ter ondertekening voor te leggen, heeft tot doel de samenstelling, de nadere werkingsregels, het statuut, de rechtspositie en de wedde van de betrokken personeelsleden van het secretariaat van de gedelegeerd Europese aanklagers vast te leggen.

In het kader van de strijd tegen strafbare feiten die de financiële belangen van de Unie schaden nam de Raad van de Europese Unie op 12 oktober 2017 de verordening 2017/1939 betreffende nauwere samenwerking bij de instelling van het Europees Openbaar Ministerie ("EOM") aan. Naar aanleiding van deze verordening werden de nodige aanpassingen aangebracht in het Gerechtelijk Wetboek door de wet van 5 mei 2019 houdende diverse bepalingen in strafzaken en inzake erediensten, en tot wijziging van de wet van 28 mei 2002 betreffende de euthanasie en van het Sociaal Strafwetboek (B.S. 24 mei 2019) en de wet van 17 februari 2021 houdende diverse bepalingen inzake justitie (B.S. 24 februari 2021). Het Europees Openbaar Ministerie is een ondeelbaar orgaan van de Europese Unie dat als één parket onafhankelijk van de lidstaten opereert en daarbij gestructureerd is op twee niveaus. Het centraal Europese niveau bestaat uit een Europese hoofdaanklager, die het hoofd is van het EOM in zijn geheel, en van het college van Europese aanklagers, de permanente kamers en de Europese aanklagers. Het decentrale niveau wordt gevormd door de gedelegeerd Europese aanklagers in de lidstaten zelf. Het zijn deze gedelegeerd Europese aanklagers die in hun lidstaat verantwoordelijk zijn voor het uitvoeren van de onderzoeken en strafvervolgingen waarvoor het Europees Openbaar Ministerie bevoegd is en waarbij zij haar aanwijzingen en instructies dienen op te volgen. De gedelegeerd Europese aanklagers zijn tevens verantwoordelijk voor het voor de rechter brengen van een zaak en hebben in het bijzonder de bevoegdheid de tenlastelegging te formuleren, deel te nemen aan de bewijsgaring en het aanwenden van beschikbare rechtsmiddelen in overeenstemming met het nationale recht. De Belgische gedelegeerd Europese aanklagers worden ondersteund door een secretariaat waarvan ingevolge de verordening de kosten dienen gedragen te worden door de betrokken lidstaat.

Hoewel de gedelegeerd Europese aanklagers in België worden aangewezen onder Belgische magistraten, opereren zij volledig onafhankelijk in de Belgische rechtsorde zoals ook vereist wordt door de verordening. Deze vereiste van onafhankelijkheid wordt dan ook doorgetrokken naar hun secretariaat dat hierdoor niet verbonden kan worden met een bestaand parket van de Belgische rechtsorde. De organisatie en de werking van het secretariaat zoals opgenomen in dit besluit, dienen derhalve in deze onafhankelijkheidsvereiste gelezen te worden.

Artikel 1 legt de personeelsformatie van het secretariaat vast. Aangezien er in België minstens één Nederlandstalige en één Franstalige gedelegeerd Europese aanklager werkzaam zullen zijn, wordt ook geopteerd voor een minimum van één Nederlandstalig en één Franstalig personeelslid van niveau B. Indien de werklast het vereist, kunnen mede in functie van het aantal gedelegeerd Europese aanklagers twee bijkomende personeelsleden worden aangewezen. Deze personeelsleden oefenen hun taken evenwel uit onder het gezag en de leiding van beide gedelegeerd Europese aanklagers. Wanneer een secretaris tijdelijk verhinderd is, kan voor de duur van de verhindering beroep gedaan worden op een personeelslid van niveau B van dezelfde taalrol die afkomstig is uit een parket, een arbeidsauditoraat, het federaal parket, het parket-generaal of het auditoraat-generaal, allen zich situerend in het rechtsgebied Brussel.

Artikel 2 legt de aanwijzingsvoorwaarden vast voor de personeelsleden van het secretariaat. Aangezien de werking van het secretariaat vergelijkbaar is met dat van een parketsecretariaat, wordt voor de personeelsleden in de eerste plaats gekeken naar personeelsleden van de rechterlijke orde. Gelet op de vereiste van één jaar ervaring binnen een parketsecretariaat, zijn zij onmiddellijk inzetbaar en operationeel binnen het enigszins kleine secretariaat. Personeelsleden die thans werkzaam zijn in de rechterlijke orde kunnen overeenkomstig de artikelen 330bis en 330ter van het Gerechtelijk Wetboek gemachtigd worden een opdracht te vervullen in het secretariaat van de gedelegeerd Europese aanklagers. Indien nodig kunnen personeelsleden ook aangeworven worden door middel van een arbeidsovereenkomst. Ingevolge het advies 68.891/1 van de Raad van State, gegeven op 18 maart 2021, dient het besluit hierbij niet te verwijzen naar artikel 178 van het Gerechtelijk Wetboek. Dit is mogelijk voor kandidaten die van buiten de rechterlijke orde komen doch vroeger reeds de gevraagde ervaring binnen een parketsecretariaat hebben opgedaan of voor personeelsleden die binnen de rechterlijke orde werken en werden aangeworven met een arbeidsovereenkomst. De bestaande arbeidsovereenkomst zal daarbij aangepast worden. De personeelsleden zullen op voorstel van de gedelegeerd Europese aanklagers voor...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT